Nederland was niet altijd een democratie geweest. In de 19e eeuw lag de meeste macht bij de koning. Nederland heeft sinds 1815 wel een parlement: een Eerste en Tweede Kamer. De koning bepaalde wie er in de Eerste kamer kwam.
Door de opkomst van liberalisme ontstond er steeds meer vraag naar inspraak in de politiek. Volgens het volk kreeg de koning te veel macht en moest die macht worden ingeperkt. Maar wanneer er overal in Europa democratische revoluties uitbreken, geeft de koning opdracht tot het schrijven van een nieuwe grondwet. Onder leiding van Johan Rudolf Thorbecke krijgt Nederland in 1848 een democratische grondwet.