Albedo verwijst naar hoeveel zonlicht een oppervlak reflecteert. Een hoog albedo (1) betekent dat het oppervlak veel licht weerkaatst, bijvoorbeeld lichte oppervlaktes. Oppervlaktes met een laag albedo (0) duidt op minder reflectie, bijvoorbeeld oppervlaktes met een donkere kleur, zoals water. Als een oppervlakte veel licht weerkaatst, betekent dat er weinig warmtestraling wordt gemaakt, dus dat deze oppervlaktes vaak heel koud zijn. Andersom geldt dit ook: een oppervlak met een laag albedo absorbeert veel zonnestraling, en produceert dus veel warmte.
Het landoppervlak heeft dus direct te maken met het albedoeffect op deze plek, omdat de kleur van het oppervlakte het albedoeffect beïnvloedt.
Het proces wat je net hebt beschreven, heet ook wel “positieve terugkoppeling”. Controleer je antwoord met behulp van de definitie van dit begrip in de begrippenlijst.
Het wordt dan wel "positief" genoemd, maar het is zeker geen goed nieuws. Het wordt positief genoemd in de wiskundige term, dat het dus meer wordt, er komt iets bij. Bij "negatieve terugkoppeling" gaat er dus iets af, dus wordt het minder.
Een ander voorbeeld van "positieve terugkoppeling" is bijvoorbeeld als je dorst hebt, zout water drinken. Je drinkt, maar je krijgt alleen maar meer dorst door het zout. "Negatieve terugkoppeling" is gewoon water drinken: je drinkt, en je dorst wordt minder.