Begrippenlijst

Hieronder een begrippenlijst met de belangrijkste begrippen in deze lesmodule.

Albedo

Het weerkaatsingsvermogen van het aardoppervlak. Wanneer de zon op de aarde schijnt, wordt een deel van het zonlicht direct teruggekaatst naar het heelal. De rest wordt door de aarde geabsorbeerd en omgezet in warmte.


Broeikaseffect

Het broeikaseffect houdt de aarde van nature op temperatuur. Broeikasgassen, vooral waterdamp en kooldioxide, houden de warmte van de zon vast. De zon verwarmt de aarde, de aarde straalt de warmte weer uit. Broeikasgassen houden de warmtestraling vast.

 

Broeikasgas

Gas dat bijdraagt aan het broeikaseffect.

 

IJskappen

Een koepelvormige, aaneengesloten ijsmassa van grote omvang. Een ijskap onderscheidt zich van een gletsjer doordat hij op het landschap ligt en wordt in principe niet door topografie beperkt.

 

Klimaatzone

Gebied met hetzelfde klimaat en klimaatkenmerken

 

Massabalans

Hoeveel sneeuw en ijs erbij komt (dat noemen we aanvoer) en hoeveel er smelt of afbreekt (dat noemen we afvoer).

 

Permafrost

Grond die permanent (het hele jaar door) bevroren is.

 

Positieve terugkoppeling

Het effect van een proces is een versterking van het effect zelf. Een bepaald proces versterkt zichzelf de de veroorzaakte gevolgen.

 

Stuifsneeuwerosie

Met sneeuw beladen wind die een schurende werking heeft op de ijskap.

 

Sublimatie

Verdampen van ijs zonder dat het eerst vloeibaar water wordt.