Het gezegde is het werkwoordelijke deel van de zin en geeft aan wat het onderwerp doet of wat er gebeurt. Het gezegde kan bestaan uit één werkwoord of uit meerdere werkwoorden (een werkwoordelijke gezegde). Er zijn verschillende soorten gezegden:
Werkwoordelijk gezegde: Dit bestaat alleen uit werkwoorden. Het vertelt wat het onderwerp doet of wat er gebeurt.
Naamwoordelijk gezegde: Dit bestaat uit een koppelwerkwoord (zoals zijn, worden, blijven, blijken, schijnen, lijken, heten, dunken en voorkomen) en een naamwoordelijk deel (een naamwoord, zoals een zelfstandig naamwoord of een bijvoeglijk naamwoord). Het vertelt iets over de toestand of eigenschap van het onderwerp.
Om het gezegde in een zin te vinden, kun je de volgende stappen volgen:
Zoek alle werkwoorden: Identificeer alle werkwoorden in de zin.
Het gezegde is dus het deel van de zin dat de handeling, gebeurtenis of toestand beschrijft en is een cruciaal onderdeel van de zinsstructuur.