Oefenen

Je gaat nu even oefenen met het werkwoordelijk gezegde en het naamwoordelijk gezegde. In de Padlet ga je een nieuwe post plaatsen. Dit doe je door op het plusje te klikken (Tip: Klik rechtsboven in de Padlet om het groter te krijgen, het opent dan in een nieuw tabblad.). Bij het onderwerp type je je naam. Daaronder kan je nog meer tekst schrijven. Wat je precies gaat doen:

- Bedenk drie zinnen waarin een werkwoordelijk gezegde voorkomt. Allebei de zinnen bevatten minimaal twee werkwoorden.
- Bedenk drie zinnen waarin een naamwoordelijk gezegde voorkomt. Elke zin bevat een ander koppelwerkwoord (dus niet drie keer dezelfde).
- Geef bij alle zes de zinnen apart nog aan wat precies het gezegde is.

 

Heb je dit gedaan? Dan klik je op publiceren. Je post staat dan in de Padlet.
Kijk naar de zinnen van je klasgenoten. Hebben zij het goed gedaan? Geef dan een 'vind ik leuk'.

 

Weet je niet meer precies waaruit het werkwoordelijk gezegde of het naamwoordelijk gezegde uit bestaat? Lees dan nog even de theorie terug of bekijk de kennisclips opnieuw.

 

 

Gemaakt met Padlet