Begrippenlijst

Hieronder vind je een eenvoudige en korte begrippenlijst die helpt om de belangrijkste concepten van het wereldsysteem en de global village beter te begrijpen.

Wereldsysteem

  1. Wereldsysteem: Het netwerk van economische en politieke relaties tussen landen, vaak verdeeld in kernlanden, semiperiferie en periferie.

  2. Kernlanden: Economisch ontwikkelde landen met geavanceerde technologieën en sterke economieën. Voorbeelden zijn de Verenigde Staten, Duitsland en Japan.

  3. Semiperiferie: Landen die een middenpositie innemen tussen kernlanden en periferie. Ze hebben kenmerken van beide en fungeren vaak als bufferzone. Voorbeelden zijn Brazilië, Zuid-Afrika en China.

  4. Periferie: Economisch minder ontwikkelde landen die voornamelijk grondstoffen exporteren en afhankelijk zijn van kernlanden. Voorbeelden zijn veel landen in Afrika en sommige delen van Azië en Latijns-Amerika.

  5. Kolonisatie: Het proces waarbij een land gebieden in andere delen van de wereld bezet en bestuurt om economische voordelen te verkrijgen.

  6. Vrijhandel: Handel tussen landen zonder beperkingen zoals tarieven of quota.

  7. Globalisering: Het proces waarbij landen, bedrijven en mensen wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden raken door handel, technologie, cultuur en politiek.

Global Village

  1. Global Village: Een term die beschrijft hoe technologie en globalisering de wereld kleiner hebben gemaakt, waardoor iedereen gemakkelijker met elkaar kan communiceren.

  2. Marshall McLuhan: Canadese mediawetenschapper die de term 'global village' bedacht in de jaren 1960.

  3. Technologische Vooruitgang: Ontwikkelingen in technologie, zoals het internet en mobiele telefoons, die communicatie en informatie-uitwisseling wereldwijd vergemakkelijken.

  4. Culturele Uitwisseling: Het proces waarbij culturen wereldwijd vermengd raken door media, reizen en migratie.

  5. Sociale Media: Online platforms zoals Facebook, Instagram en Twitter die mensen over de hele wereld met elkaar verbinden.

  6. Online Winkelen: Het kopen van producten via het internet van verkopers over de hele wereld. Voorbeelden zijn Amazon en AliExpress.

  7. Internationale Bedrijven: Bedrijven die wereldwijd opereren en producten of diensten aanbieden. Voorbeelden zijn Apple, Nike en McDonald's.