Grafieken

In de vorige paragraaf hebben we gekeken naar verbanden en regelmaat in tabellen.

Bij een verband en bij regelmaat in tabellen kun je ook een grafiek tekenen.

Een grafiek is een grafische weergave van gegeven. Je maakt dus eigenlijk een plaatje/tekening bij je berekeningen. Hoe je dit doet wordt in deze paragraaf behandeld.

In de volgende situaties zit regelmaat:

Bij zulke situaties met regelmaat kun je een tabel invullen en hierbij een grafiek tekenen.

De grafiek bij zo’n tabel met regelmaat is een rechte lijn. Daarmee bedoelen we dat er geen bochten en of knikken in de grafiek zitten.

Hieronder gaan we aan de hand van een voorbeeld een tabel invullen bij een situatie met regelmaat en van deze tabel gaan we een grafiek tekenen:

Vraag: Ellen werkt in een restaurant. Zij verdient €5,- per uur en zij krijgt €2,50 uit de fooienpot

Aanpak:

1. Zet 2,50 onder de 0 in de tabel. Per uur komt er 5 euro bij. Vul nu de tabel verder in:

Tijd (uren)

0

1

2

3

4

Inkomsten (€)

2,50

7,50

12,50

17,50

22,50

 

2. Teken de punten uit de tabel in het assenstelsel. Teken een rechte lijn (doe dit met geodriehoek) door het eerste en laatste punt. Controleer of alle punten op de lijn liggen.

 

Inkomsten (€)

 

                                                                                                     Tijd (uren)

 

 

 

__________________________________________________________________________________________________________

 

Opdrachten:

1. Christy heeft een krantenwijk. Per maand krijgt ze €5 fietsvergoeding en verdient ze €3 per adres.

a) Zet in de tabel een 5 onder de 0.

Aantal adressen

0

1

2

3

4

5

Inkomsten (€)

 

 

 

 

 

 

 

b) Bij 1 adres verdient Sanne 5 + 3 = €8. Zet in de tabel een 8 onder de 1.

c) Per adres komt er €3 bij. Vul de tabel verder in

d) Teken de punten in het assenstelsel en teken de lijn erdoorheen.

 

2. Boaz heeft €400 gespaard voor zijn vakantie. Tijdens de vakantie neemt hij elke week €50 op.

a) Vul de tabel verder in.

Tijd (weken)

0

1

2

3

4

5

Bedrag (€)

400

350

 

 

 

 

 

b) Teken de grafiek bij de tabel

 

3. Flip heeft kaarsen gekocht van 30 cm lang. Hij steekt er één aan. Per uur wordt de kaars 6 cm korter.

a)

brandtijd (uren)

0

1

2

3

4

5

Lengte (cm)

 

 

 

 

 

 

 

b) Teken de grafiek bij de tabel.

 

4. Wiebe doet mee aan een sponsorloop. Hij krijgt een vast bedrag van €20 en per ronde €3.

Vul de tabel in en teken de grafiek.

Aantal ronden

0

1

2

3

4

5

6

7

Bedrag (€)