Paragraaf 4.3
Samenvatting - Sociale en Ruimtelijke Ongelijkheid, en Werk
Sociale Ongelijkheid:
- Steeds minder mensen leven onder de armoedegrens, maar extreme armoede komt nog voor, ook in welvarende landen.
- Sociale ongelijkheid betreft verschillen in welvaart tussen mensen binnen een land.
- Voorbeeld:
- In Zuid-Afrika verdienen de rijkste 10% de helft van het totale inkomen, terwijl de armste 10% minder dan 1% verdienen.
.
Ruimtelijke Ongelijkheid:
- Grote welvaartsverschillen tussen gebieden in een land.
- Steden en kustgebieden zijn vaak welvarender door handel, industrie, en dienstverlening.
- Binnenlanden en plattelandsgebieden hebben vaak minder kansen en meer landbouw.
- Deze verschillen bestaan in lage-, midden-, en sommige hoge-inkomenslanden.
- Binnen steden is er ook ruimtelijke ongelijkheid; sommige wijken zijn rijk, andere zijn arm, vaak met zelfbouwwijken zonder goede voorzieningen.
Werk:
- Verschillen tussen rijkere en armere gebieden beïnvloeden de werkgelegenheid.
- Welvaart is vaak hoger in steden dan op het platteland, maar werk is niet altijd voldoende.
- In lage- en midden-inkomenslanden is veel werk in de informele sector (onofficiële economie):
- Voorbeelden: straatverkoop, auto’s wassen, schoenen poetsen.
- Kenmerken: onzeker en laag inkomen, geen belasting of uitkeringen.
- Formele sector (officiële economie):
- Mensen hebben een vast inkomen, betalen belasting, en zijn verzekerd.
- In hoge-inkomenslanden werkt bijna iedereen in de formele sector.