Armoedegrens: Wanneer een persoon minder dan €1,70 per dag te besteden heeft.
Beroepsbevolking: Alle mensen in een land die kunnen en mogen werken.
Bruto Binnenlands Product per Hoofd (bbp per hoofd): Al het geld dat er in een jaar verdiend wordt in een land, gedeeld door alle inwoners.
Centrumlanden (hoge-inkomenslanden): Landen met een hoge welvaart.
Hoge-inkomenslanden (centrumlanden): Landen met een hoge welvaart.
Lage-inkomenslanden (periferie): Landen met een lage welvaart.
Midden-inkomenslanden (semiperiferie): Landen die geen lage, maar ook geen hoge welvaart hebben.
Periferie (lage-inkomenslanden): Landen met een lage welvaart.
Semiperiferie (midden-inkomenslanden): Landen die geen lage maar ook geen hoge welvaart hebben.
Welvaart: De rijkdom van een land gemeten op basis van geld.
4.2 Welzijn in de Wereld
Alfabetiseringsgraad: Het percentage mensen in een land dat kan lezen en schrijven.
Levensverwachting: Hoe oud mensen in een land gemiddeld worden.
Welvaartsziekten: Ziekten die mensen krijgen van een ongezonde levensstijl, met te zout en te vet eten, roken of onvoldoende beweging.
Welzijn: De rijkdom van een land gemeten op basis van de levensomstandigheden: onderwijs, gezondheid en koopkracht.
koopkracht: Koopkracht is de mate waarin een individu of een bevolkingsgroep in staat is om goederen en diensten te kopen met hun beschikbare inkomen, rekening houdend met prijsniveaus en inflatie.
4.3 Ongelijkheid in Landen
Formele Sector: Het officiële deel van de economie van een land.
Informele Sector: Het niet-officiële deel van de economie van een land.
Ruimtelijke Ongelijkheid: (Grote) verschillen in welvaart tussen gebieden in een land.
Sociale Ongelijkheid: (Grote) verschillen in welvaart tussen groepen mensen in een land.
Zelfbouwwijken: Illegale wijken met huizen van slechte bouwmaterialen, zonder waterleiding en zonder riolering.
4.4 Welvaart en Welzijn in Nederland
Infrastructuur: Alle verbindingen die door de mens gemaakt zijn, bijvoorbeeld wegen, spoorwegen, internetkabels en waterleidingen.
Lagelonenlanden: Landen waar de lonen laag zijn. Veel multinationals vestigen hier hun maakindustrie.
Multinational: Groot bedrijf dat in meerdere landen een winkel, fabriek of kantoor heeft.
Vestigingsplaatsfactoren: De redenen voor een bedrijf om zich in een plaats of land te vestigen.
4.5 Ongelijkheid in Nederland
Achterland: Het gebied waaraan spullen vanuit een (lucht)haven verkocht worden.
Logistiek: Het plannen, organiseren en uitvoeren van goederenvervoer van de ene naar de andere plaats.
Mainport: Haven of luchthaven die een grote rol speelt in de internationale handel.
Opleidingsniveau: De scholing die je hebt gevolgd.
Werkloosheid: Als mensen geen betaalde baan hebben.