Het karstlandschap is één van de verschillende landschappen in het Caribisch gebied. Het landschap ontstaat in gebieden waar kalksteen aan de aardoppervlakte is opgelost. Er kunnen dan grotten ontstaan (zie bron 2). Voor het ontstaan van het karstlandschap moeten we terug naar het Tertiair, een periode op de geologische tijdschaal zo’n 66 miljoen jaar geleden. In deze periode werd de basis voor het kalksteen gelegd in de vorm van koraalriffen die in het water groeiden voor de kust van tropische eilanden. Een koraalrif bestaat uit koraal: een verzameling van kleine zeedieren (koraalpoliepen) die met elkaar een kalkskelet bouwen. De vorming van een koraalrif gaat erg langzaam, het kan wel eeuwen duren. Koralen groeien in tropische en subtropische gebieden, tussen 30 °NB en 30 °ZB. De koralen groeien alleen in relatief warm water. De tropische zee in het Caribisch gebied had de ideale omstandigheden: helder, schoon en ondiep. De meeste koralen overleven in temperaturen tussen de 18 °C en 29 °C. Door platentektoniek kwamen de koraalriffen boven water te liggen, stierven af en veranderden in kalksteenterrassen. Koraalriffen en kalksteenterrassen zijn niet hetzelfde. Koraalriffen bevinden zich in het water, terwijl de kalksteenterrassen uit afgestorven koraal bestaan.
Kalksteen bestaat uit opgestapelde resten van kalkhoudende organismen zoals schelpen, zeedieren of koralen. Deze organismen hebben van opgeloste stoffen in het water kalkskeletjes gevormd. Het opstapelen van de kalkskeletjes leidt tot toenemende druk en zo tot de vorming van kalksteen. Kalksteen is erg gevoelig voor het proces van chemische verwering. Dit is het proces waarbij gesteente oplost, doordat het in aanraking komt met zuren in (regen)water. In warmere gebieden met veel neerslag is er veel sprake van chemische verwering. Kalksteen is een poreus (met goede doorlaatbaarheid) sedimentgesteente wat dus makkelijk kan oplossen door chemische verwering. Daardoor kunnen scheuren in het landschap ontstaan waar regen- of grondwater door naar binnen kan stromen. Het (regen)water bevat ook zuren (vanuit plantenwortels of luchtvervuiling). Het water baant zich een weg door het kalksteen waarbij het kalksteen wordt opgelost. In kalksteengebieden zal veel regenwater niet over de oppervlakte afstromen, maar de grond in sijpelen en het kalksteen onder de grond oplossen. Hierdoor ontstaan er ondergrondse systemen van grotten (zie bron 2 en 3) en gangen waar water door wordt afgevoerd. De term ‘karst’ wordt gebruikt voor alle verschijnselen die te maken hebben met het oplossen van kalkhoudend gesteente in water. Omdat chemische verwering sneller verloopt bij hogere temperaturen zijn karstlandschappen met name te vinden in warmere gebieden zoals de mediterrane en (sub)tropische landschapszones.
Bron 3: Grot Fontein op Aruba
In grotten kan het water met de kalksteen ook neerslaan waardoor er kalkafzettingen genaamd druipstenen ontstaan. Karsten kunnen beperkt zijn tot een grot, maar soms gaat het om hele gebieden. Zo zijn er meerdere eilanden in het Caribisch gebied die voor een groot deel uit kalksteen bestaan zoals Antigua (zie bron 4), Barbuda en Bonaire.
Bron 4: Devil’s Bridge op Antigua
De karstlandschappen in het Caribisch gebied zijn belangrijk voor de economie. Er vindt mijnbouw plaats (zie bron 5), daarnaast zijn de locaties met grotten ook een toeristische trekpleister.
Bron 5:Kalksteenmijn in Trinidad en Tobago
![]() |
Vragen |
1. Geef aan waar (in welk milieu) de sedimenten afgezet zijn waaruit het kalksteen ontstaan is. |
2. Leg uit hoe de waterkringloop van invloed is op het ontstaan van karstlandschappen. |
3. Geef
|
4. Beschrijf in drie stappen het ontstaan van kalksteenformaties. Begin je beschrijving in het Tertiair. |
5 Geef de oorzaak van het ontstaan van gleuven en spleten in kalksteen |
6 Geef aan waar ter wereld koralen groeien. Ga in op
|