Stap 4: Klimaatverandering en milieu

Klimaatverandering

Klimaatverandering kan gebeuren als gevolg van natuurlijk oorzaken, maar de huidige klimaatverandering wordt grotendeels veroorzaakt door de mens. De mens zorgt sinds de industriële revolutie voor een snelle opwarming van de aarde. Dit komt voornamelijk door het gebruik van fossiele brandstoffen waarin broeikasgassen zitten. Broeikasgassen zijn van nature niet slecht. Ze zorgen voor het natuurlijk broeikaseffect waardoor het mogelijk is om op aarde te leven. Door broeikasgassen wordt warmte vastgehouden. De toename van de hoeveelheid broeikasgassen zorgt er echter voor dat er meer warmte in de atmosfeer wordt vastgehouden wat leidt tot het versterkte broeikaseffect. Het verbranden van fossiele brandstoffen zoals aardolie, aardgas en steenkool zorgt voor een toename van CO2 in de atmosfeer. Een ander broeikasgas dat verantwoordelijk is voor de opwarming van de aarde is methaan. Dit komt vooral vrij in de landbouw. Doordat er steeds meer mensen zijn op aarde en de welvaart toeneemt moet er meer voedsel geproduceerd worden, waardoor er meer methaan wordt uitgestoten.

Het versterkte broeikaseffect heeft gevolgen voor het klimaat. Er komen vaker (hevigere) hittegolven voor en extreme neerslag en droogte nemen toe. De wereldgemiddelde temperatuur was in 2022 1,2°C hoger dan in het pre-industriële tijdperk (1850-1900). Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), een VN-commissie, doet onderzoek naar klimaatverandering en heeft in 2023 een nieuw rapport uitgebracht met verontrustende informatie over klimaatverandering. Als er niets gedaan wordt aan de grootschalige uitstoot van broeikasgassen zal de aarde aan het einde van deze eeuw zeker 2°C warmer zijn. Op basis van dit rapport heeft het KNMI voor Caribisch Nederland een aantal conclusies opgeschreven (zie bron 30). Aangezien het zowel de bovenwindse als benedenwindse eilanden betreft, kan deze conclusie ook breder gezien worden voor de eilanden in de regio.

Bron 30: Conclusies KNMI voor Caribisch Nederland

  • Droger: er valt in het droge seizoen (december-april) al weinig regen, maar in de komende decennia wordt de neerslag naar verwachting nog minder.
  • Warmer: in Caribisch Nederland neemt de temperatuur sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw toe met ongeveer 0,2°C per 10 jaar.
  • Orkanen: voor Bonaire (plus Aruba en Curaçao) blijft de kans op orkanen gelijk. Voor de Bovenwindse eilanden (Sint-Eustatius, Saba en het naburige Sint-Maarten) verwacht het KNMI vaker orkanen met een zwaardere intensiteit, met daarbij veel meer regen.
  • Stijging zeespiegel: ook als de wereld minder CO2 uitstoot, kan Bonaire rond 2100 een redelijk sterke zeespiegelstijging verwachten: tussen +31 en +78 cm. Bij hoge uitstoot wordt de zeespiegel nog hoger: tussen +55 en +127 cm.

https://caribischnetwerk.ntr.nl/2023/10/09/klimaatverandering-nog-warmer-en-nog-minder-regen/

 

Zoals bron 30 en 31 aangeven wordt het klimaat in het Caribisch gebied heter en droger. Daarnaast zal ook de windsnelheid omhoog gaan. Deze windsnelheid zal effect hebben op de kracht van orkanen. De opwarming van de aarde zorgt voor warmer zeewater. Hierdoor kunnen orkanen meer energie krijgen waardoor er vaker zwaardere orkanen voorkomen. Verder bevatten orkanen door warmer zeewater ook meer waterdamp, waardoor er meer neerslag uit een orkaan kan komen. Ook zal op meer plekken op een hogere breedtegraad de temperatuur van het zeewater de 27 °C bereiken waarbij er orkanen kunnen ontstaan.


Toekomstige verandering (t.o.v. 1991-2014) van de jaargemiddelde temperatuur en neerslag op Bonaire en Sint-Eustatius en Saba, bij het lage (geel) en hoge (rood) uitstootscenario.
Bron 31: Neerslag en temperatuur BES-eilanden

Zeespiegelstijging

Door de opwarming van de aarde smelten de ijskappen en is er sprake van zeespiegelstijging. Absolute zeespiegelstijging is de toename van de hoogte van het zeeniveau. Dit kan veroorzaakt worden door verandering in de hoeveelheid water in de oceanen (door het smelten van gletsjers en ijskappen op het land) en verandering in dichtheid (uitzetten van oceaanwater door een temperatuurverandering). Hierdoor kunnen grote gebieden land (zie bron 32) onder water komen te staan. Er kan ook sprake zijn van een relatieve zeespiegelstijging, dan gaat het over de som van de stijging van het zeeniveau (als gevolg van klimaatverandering) en de lokale bodemdaling. Door de bodemdaling kunnen de gevolgen van zeespiegelstijging groter zijn.


Bron 32: Zeespiegelstijging

Niet alle landen in het Caribisch gebied hebben in dezelfde mate te maken met de gevolgen van zeespiegelstijging. Saba en Sint Eustatius zijn vulkanische eilanden, die hoger boven zeeniveau liggen dan Bonaire. Door de hoogte hebben Saba en Sint Eustatius minder snel last van het stijgende water. Toch zullen alle eilanden de gevolgen merken van zeespiegelstijging. Vooral de kleine eilandstaten zullen al grote gevolgen merken bij 1m zeespiegelstijging, ook op economisch gebied. Dit heeft te maken met de ligging van belangrijke voorzieningen. Door zeespiegelstijging kan er schade aan landbouw, industrie en infrastructuur ontstaan. Ook kunnen grondwaterreservoirs verzilten (toename van het zoutgehalte in de bodem). Wat betreft de infrastructuur: 1/3e van de belangrijke toeristische bestemmingen en vliegvelden in het Caribisch gebied loopt risico bij een zeespiegelstijging van 1m, en bij 2m zeespiegelstijging gaat het zelfs om bijna 2/3e van alle toeristische bestemmingen en vliegvelden. Ook zeehavens, die erg belangrijk zijn voor de eilandstaten, zijn kwetsbaar voor overstromingen. Zelfs voor de 2m zeespiegelstijging bereikt wordt, zijn de gevolgen voor de eilanden al groot omdat kusterosie de stranden beschadigt, waardoor er minder toeristen zullen komen. Het is voor de eilanden moeilijk om zich te beschermen tegen zeespiegelstijging. In bron 33 is een voorspelling te zien van de invloed van zeespiegelstijging op de Bahama’s. In bron 34 is de verwachte zeespiegelstijging te zien tot 2100 voor Bonaire.


Deze kaart laat de verwachte kustlijn van de Bahama’s zien in de toekomst als gevolg van de mondiale opwarming van de aarde. De verwachting van het IPCC is dat er 0,3m stijging zal zijn in 2050 en 0,91m stijging in 2100.
Bron 33: Invloed zeespiegelstijging

Op zowel de kaart van de Bahama’s als in de grafiek over Bonaire (zie bron 34) is gewerkt met zeespiegelscenario’s. Zeespiegelstijging is niet terug te draaien zelfs als alle uitstoot van broeikasgassen stopt omdat de broeikasgassen al in de atmosfeer aanwezig zijn en er veel warmte zit opgeslagen in de oceanen. Wel is het zo dat als er minder broeikasgassen uitgestoten zullen worden, de zeespiegelstijging minder zal zijn. Er is een scenario van lage zeespiegelstijging (bij lage uitstoot broeikasgassen) waarbij de zeespiegel rond het jaar 2300 rond de 2 meter is. Bij hoge uitstoot en het smelten van heel veel landijs op Antarctica kan dit oplopen tot meer dan 20 meter in het jaar 2300. Dat houdt in dat grote delen van de eilanden dan onder water zullen staan.


Scenario’s voor 2100 van het zeeniveau bij Bonaire t.o.v. het huidige niveau, inclusief drie schattingen van de hoogst mogelijke zeespiegelstijging (stippellijnen in lichtroze band)
Bron 34: Zeespiegel Bonaire

Koraalriffen

Koralen zijn erg gevoelig voor temperatuurveranderingen. Door klimaatverandering stijgt de temperatuur van het zeewater. De algen in het koraal kunnen hier niet tegen, waardoor de algen worden afgestoten en het koraal verbleekt zoals te zien is in bron 35. Als de temperatuur van het water daalt, keert ook de kleur van het koraal weer terug. Maar als dit te lang duurt, sterft het koraal.


Bron 35: Koraalverbleking

Een groot deel van de extra uitgestoten CO2 sinds de industriële revolutie wordt opgeslagen (geabsorbeerd) in de oceanen. Dit heeft gevolgen voor het koraal en de vorming van kalk. Door de extra CO2 die wordt opgenomen verhoogt de zuurgraad van het water: de oceanen worden dus zuurder (hebben een lagere pH-waarde). In plaats van kalkopbouw zorgt te zuur water juist voor afbraak van kalk waardoor de kalk in koralen oplost, de algen in het koraal afsterven en koraal minder snel groeit (er is minder kalk beschikbaar voor de vorming van kalkskeletjes). Hierdoor verbleekt ook het koraal en stopt uiteindelijk ook de vorming van nieuw kalksteen.

Het koraal kan zich aanpassen aan veranderende klimaatomstandigheden. De snelheid van de huidige klimaatverandering is echter te hoog. De zwaardere stormen als gevolg van klimaatverandering kunnen leiden tot schade aan koraalriffen, bijvoorbeeld omdat koralen losraken of breken. Ook kunnen hevige stormen leiden tot overstromingen op land / meer afstroom van regenwater. Hierdoor komt er meer sediment terecht in het water wat de koralen kan verstikken. Koraalriffen hebben steeds langere tijd nodig om te herstellen van de stormen. Gezond koraal is echter erg belangrijk omdat de riffen ook de kustregio’s beschermen. Het vormt een buffer die de kust beschermt tegen golven, stormen en overstromingen, omdat de riffen de golven afremmen. Hierdoor is er minder kustafslag, minder achteruitgang van de kust door het afslijpen van het land door de zee. Door klimaatverandering bereiken ook gebieden op hogere breedtegraden een zeewatertemperatuur die geschikt is voor koraalriffen. Onderzoekers hebben gekeken naar de mogelijkheid voor koralen om te overleven op hogere breedtegraden, maar men verwacht niet dat de koraalriffen ook op hogere breedte voor zullen gaan komen, omdat de hoeveelheid zonlicht op die plekken niet voldoende is in de winterperiode.

Het karstlandschap is ook kwetsbaar voor klimaatverandering, vanwege dezelfde basis: kalksteen. Klimaatverandering kan leiden tot hogere temperaturen en een veranderend neerslagpatroon van zowel meer neerslag als meer droogte. Hierdoor kan er meer of juist minder chemische verwering plaatsvinden.

Naast klimaatverandering hebben ook menselijke activiteiten invloed op de achteruitgang van het koraal (zie bron 36). Zo wordt op veel plekken in het Caribisch gebied het rioolwater ongezuiverd geloosd in zee, is er overbevissing en ook speelt het toerisme een rol in aantasting van het koraal. Ook overbeweiding is een probleem waardoor er op land meer bodemerosie is en er meer sediment de zee in stroomt en zo het koraal verstikt.

Bron 36: Bedreigingen voor koraalriffen

Gevolgen van klimaatverandering voor de flora en fauna

De flora en fauna in het Caribisch gebied hebben ook last van klimaatverandering. Sommige soorten zijn kwetsbaarder, zoals de flora en fauna in de nevelwouden/tropische wouden. Als het warmer wordt, maar er valt tegelijk ook minder neerslag, dan neemt de relatieve luchtvochtigheid af. De planten en dieren die hier leven hebben juist die hoge luchtvochtigheid nodig. Ook plant- en diersoorten in de kustgebieden die gevoelig zijn voor zeespiegelstijging, zijn kwetsbaar. Deze gebieden kunnen verzilten, waar niet alle planten goed tegen kunnen. Daarnaast komen er zwaardere orkanen, die ook veel effect kunnen hebben op de kustvegetatie, moerrassen en mangroves. De kracht van de wind bij zwaardere orkanen kan bomen ontwortelen en bladeren wegrukken van de aanwezige vegetatie. Als gevolg van klimaatverandering zal een deel van de flora en fauna naar alle waarschijnlijkheid uitsterven op de eilanden.

Vragen

1. Leg uit hoe het versterkte broeikaseffect de temperatuur op aarde beïnvloed.

 

2. Leg uit dat het versterkte broeikaseffect een oorzaak van het verdwijnen van het koraal kan zijn.

 

Gebruik atlaskaart De Aarde Klimaatverandering.
3. Noteer voor het Caribisch gebied op het gebied van neerslag en temperatuur

  • wat er is veranderd tussen 1961-1980 en 1981-2020;
  • wat er zal gaan veranderen in de 21e eeuw.

 

Ga naar https://flood.firetree.net/ en zoek je eigen woonplaats of huis op. Stel links bovenaan de stijging van de zeespiegel in. Bekijk bij verschillende stijgingen van de zeespiegel wat er met het eiland waar jij woont, gebeurt.
4. Noteer de hoogte van de zeespiegelstijging waarbij jouw woonplaats of huis onder water loopt.

 

5. Geef aan

  • of er locaties zijn die al eerder onder water lopen;
  • wat de kenmerken zijn van deze locaties;
  • of er locaties zijn die in de toekomst onder water zullen lopen;
  • wat de kenmerken zijn van deze locaties.

 

Ga naar https://bes.climateimpactatlas.com/nl/ 
6. Vul onderstaande tabel in.

  Bonaire
Huidig       2050         2100
Saba en Sint-Eustatius
Huidig       2050         2100
Het wordt heter
  • Gemiddelde temperatuur (in °C)
  • Gem. temperatuur droog seizoen
  • Gem. temperatuur nat seizoen    
   
Het wordt droger
  • Gemiddelde neerslag (in mm)
  • Gem. neerslag droog seizoen
  • Gem. neerslag nat seizoen
   
Er zal meer wind komen
  • Gemiddelde windsnelheid (in m/s)
  • Gem. windsnelheid droog seizoen
  • Gem. windsnelheid nat seizoen  
   
Het wordt heter
  • Gemiddelde temperatuur (in °C)
  • Gem. temperatuur droog seizoen
  • Gem. temperatuur nat seizoen
   
De zeespiegel stijgt (in cm)      

 

 

7. Schrijf per onderwerp een conclusie voor Bonaire en voor Saba en Sint-Eustatius. Maak daarbij een onderverdeling tussen de huidige situatie en de toekomstverwachting.

 

8. Geef twee manieren hoe koralen getroffen kunnen worden door klimaatverandering.