Als eindproduct van dit katern ontwikkel je zelf een toets van 10 vragen waarmee je kunt nagaan of je klasgenoten de inhoud van dit katern hebben begrepen. Bij het maken van een toets ontwerp je zelf de vragen plus een antwoordmodel en een scoremodel.
Ga als volgt aan de slag
1 Lees de leerdoelen van de opdracht nog eens door. Bekijk ook nogmaals de begrippenlijst.
2 Schrijf de zaken op die je in ieder geval in de toets wilt laten terugkomen.
3 Bedenk 5 open vragen en 5 meerkeuzevragen.
4 Maak een antwoordmodel. Vooral voor de open vragen is het belangrijk dat je precies opschrijft wat het antwoord moet zijn of welke elementen het goede antwoord moet bevatten.
5 Maak bij het antwoordmodel een scoremodel. Geef bij de vragen aan hoeveel punten met het goede antwoord te verdienen zijn. Werk bij open vragen eventueel ook met deelscores.
6 Laat de toets maken door een klasgenoot. Natuurlijk maak jij zijn of haar toets.
Kijk de toets die je klasgenoot heeft gemaakt na met antwoordmodel en scoremodel. Je klasgenoot kijkt de toets die jij hebt gemaakt na.
7 Bespreek de resultaten. Bespreek ook de toetsvragen.
8 Pas je toets eventueel nog wat aan.
Lever de toets in bij je docent.
Je docent kan, als alle vragen verzameld zijn, iedereen toegang geven tot alle vragen.