Stap 4: Grote Antillen en Kleine Antillen

In deze stap zoom je verder in en leer je dat binnen de Caribische regio gebieden voorkomen met eigenschappen die weer een nieuwe regio vormen. Zo is er binnen de Caribische regio een onderscheid gemaakt tussen twee groepen eilanden: de Grote Antillen en de Kleine Antillen. De meest voor de hand liggende basis voor deze indeling is de grootte (oppervlakte) van de eilanden.

1. Is de afbakening van de Grote en Kleine Antillen gebaseerd op een absoluut liggingskenmerk of een relatief liggingskenmerk?

 

2. Liggen de eilanden van de Grote en Kleine Antillen door elkaar heen of liggen de twee regio’s apart van elkaar?

 

3. Welke landen behoren tot de Grote Antillen?

 

4.1 Grote Antillen

De reden voor de afbakening in Grote en Kleine Antillen kent een koloniale oorsprong. De indeling is het resultaat van de historische patronen van Europese verkenning en kolonisatie. De grotere eilanden van de Grote Antillen waren de eerste plaatsen in Amerika die door Europeanen (voornamelijk Spanjaarden) werden verkend en gekoloniseerd.
Ze vormden een functionele regio doordat zij een essentieel onderdeel waren van de Spaanse koloniale handelsnetwerken en militaire verdedigingslinies in de Caribische Zee. In deze periode waren de eilanden economisch en politiek nauw verbonden met elkaar en met het vasteland van Noord- en Zuid-Amerika, als onderdeel van een grotere Spaanse koloniale regio.
Door hun grote omvang en belangrijke strategische ligging maakten de Grote Antillen een andere historische en culturele ontwikkeling door dan de Kleine Antillen. De Grote Antillen waren centra van vroege koloniale activiteit en hadden grootschalige plantage-economieën. De Kleine Antillen werden vaak minder intensief gekoloniseerd en kennen een meer diverse koloniale geschiedenis, met invloeden van verschillende Europese landen.

4. De Grote Antillen behoorden tot een functionele regio. Noem twee relatieve liggingskenmerken die de Grote Antillen tot een functionele regio maakten.

 

4.2 Kleine Antillen

De Kleine Antillen liggen in een boog van kleinere eilanden, die lopen van de Maagdeneilanden tot Aruba. Ze behoren tot de kleinste landen (eilandstaten) ter wereld en deels tot de overzeese gebieden van Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Nederland.
Kleine eilandstaten, zoals die in de Kleine Antillen, staan voor unieke uitdagingen die voortkomen uit hun geografische en demografische kenmerken. Voorbeelden hiervan zijn: ze hebben beperkte natuurlijke hulpbronnen, ze zijn kwetsbaar voor natuurrampen (zoals orkanen en de stijgende zeespiegel als gevolg van klimaatverandering), ze zijn economische afhankelijk van een beperkt aantal sectoren (zoals toerisme en landbouw), en ze hebben hoge kosten voor de import van goederen en energie.
Samenwerking tussen deze eilandstaten kan daarom voordelig zijn, omdat het mogelijkheden biedt voor onder andere: het delen van middelen gezamenlijke rampenbestrijding en gezamenlijke onderhandelingen met internationale organisaties. Door samen te werken kunnen kleine eilandstaten ook hun stem versterken op het mondiale toneel.

5. Waarom is het voor de Kleine Antillen ingewikkeld om als functionele regio samenwerkingsverbanden aan te gaan?

 

Afronding stap 4

Je hebt in deze stap geleerd dat de Grote Antillen een vooraanstaande rol speelden in de tijd van de Spaanse koloniale overheersing. Door hun grote oppervlakte hadden zij een groter strategisch belang en door de plantagelandbouw meer economische waarde dan de Kleine Antillen. De eilandstaten van de Kleine Antillen staan sterker door samenwerkingsverbanden, die ze hebben vanwege hun kwetsbare aard. Meer kennis over de Kleine Antillen verwerf je in de volgende stap.

6. Uit hoeveel eilandstaten bestaan de Kleine Antillen en hoeveel overzeese gebieden behoren ertoe? Gebruik internet.