Aan het eind van het katern kun je op verschillende manieren het Caribisch gebied afbakenen. Je kunt het gebied afbakenen aan de hand van absolute en relatieve liggingskenmerken. Je vormt hierdoor formele en functionele regio’s in relatie tot verschillende thema’s.
Je weet:
dat de grenzen van de Caribische regio worden bepaald door absolute en relatieve liggingskenmerken.
dat er binnen het Caribisch gebied verschillende deelgebieden zijn.
Hoofdvraag:
Wat wordt bedoeld met “Het Caribisch gebied”?
Deelvragen:
Op welke verschillende schaalniveaus kun je naar het Caribisch gebied kijken?
Welke deelgebieden kun je onderscheiden?
Wat is de samenhang tussen de deelgebieden?
Kernbegrippen
Aan het einde van dit katern ken je de volgende begrippen: