FUTURE
Er zijn vier werkwoordstijden die je kunt gebruiken om over de toekomst te praten: to be going to, shall / will, de present simple of de present continuous. Hieronder staan de verschillende vormen in volgorde van waarschijnlijkheid: van zeker dat het gaat gebeuren tot heel onzeker dat het gaat gebeuren.
The video will explain more about the Future grammar form: