Voedsel


Welke stoffen moeten er in voedsel zitten?

Wat zit er in je voeding en waarvoor dient het?

Voedsel bevat bijna altijd

Water

Je lichaam bestaat voor ongeveer 70% uit water. Je kunt maar een paar dagen zonder water. Water wordt in je lichaam gebruikt als bouwstof, als transportmiddel, als oplosmiddel en als thermostaat (  het houdt de temperatuur van je lichaam op peil)

 

Mineralen

Mineralen heb je maar in kleine hoeveelheden nodig. Ze dienen als bouwstoffen voor je skelet, cellen en weefsels. IJzer is bijvoorbeeld nodig voor de aanmaak van rode bloedcellen. Voor je botten heb je calcium (kalk) nodig.

 

Vitamines

Vitamines werden pas in 1900 ontdekt. Ze zijn noodzakelijk om je lichaam goed te laten werken. Ze spelen een rol  in stofwisselingsprocessen. Vroeger stierven zeelui aan scheurbuik, omdat ze geen vitamine C binnenkregen op een lange zeereis.
Sommige vitamines zijn oplosbaar in vet  (A,D,E en K), andere vitamines ( bv C) lossen op in water.

 

Vetten

Vetten zijn brandstoffen voor het lichaam. Ze zijn dus ook nodig als leverancier voor vitamines.

 

Koolhydraten

Koolhydraten zijn de leveranciers van directe energie. Die energie wordt vooral  gebruikt om je lichaam te laten bewegen. Suiker en zetmeel behoren tot de koolhydraten. Uit koolhydraten vormt je lichaam glucose. In je cellen wordt de glucose verbrand tot koolstofdioxide en water.

 

Eiwitten

Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. Dit zijn bouwstoffen voor het lichaam, vooral voor de spieren en organen.

 

Additieven

Additieven worden toegevoegd aan voedsel als smaakstof, kleurstof of conserveermiddel. Het voedsel krijgt dus meer smaak, ziet er aantrekkelijker uit en blijft langer goed door de toegevoegde stoffen.
Additieven hebben vaak een E-nummer. Een E-nummer geeft aan dat dit additief is goedgekeurd door de Europese Unie.

 

voedingscentrum over vitamines

voedingscentrum over E- nummers