2.5 Taalgebruik

2. (Vak)inhoud

Goed leermateriaal is (vak)inhoudelijk correct, begrijpelijk en sluit aan bij de doelgroep.

2.5 Taalgebruik is begrijpelijk en sluit aan bij de doelgroep en het doel van de les

Het taalgebruik sluit aan bij het leesniveau en de kennis van de doelgroep. Het taalgebruik is ook passend bij het doel van de les.  

 

Mensen begrijpen informatie beter en sneller als het op hun niveau wordt gepresenteerd. Door de taal van je doelgroep te spreken, vergroot je de effectiviteit van je communicatie en verminder je misverstanden. Een leermiddel moet daarom gebruik maken van taal die voor leerlingen begrijpelijk en duidelijk is.

Leesniveau primair en voortgezet onderwijs conform indeling (school)bibliotheken

A-boeken: AVI-niveau start tot AVI-E5 – bedoeld voor groep 1 tot en met 5 (tot 9 jaar)
B-boeken: AVI-M6 start tot AVI-plus – bedoeld voor groep 6 tot en met 8 (9 – 13 jaar)
C-boeken: bedoeld voor leerlingen van het voortgezet onderwijs (12-15 jaar)
D-boeken: bedoeld voor leerlingen van het voortgezet onderwijs van 15 jaar en ouder

Rijke teksten

Het is goed dat teksten aansluiten bij het leesniveau, maar het is vooral ook van belang dat kinderen en jongeren in het primair en voortgezet onderwijs rijke teksten aangeboden krijgen. Zodra voor leerlingen tekstkenmerken gekoppeld worden aan leesniveau, bestaat de kans dat er verarmde teksten ontstaan. Iets wat we in het onderwijs juist niet willen.

Kenmerken rijke teksten
Rijke teksten zijn teksten die

Bron: Rijke taal (E. van Koeven & A. Smits, 2020)  

 

Niveaubeschrijvingen (vreemde) talen

Voor volwassen worden er zes taalniveaus onderscheiden. Ook hier hebben rijke teksten meerwaarde.

Taalniveau A1
Dit taalniveau is wordt gekenmerkt door korte eenvoudige zinnen en makkelijke woorden met weinig lettergrepen. Taalniveau A1 wordt veel gebruikt voor mensen die moeite hebben met lezen en schrijven. Het wordt gebruikt in mededelingen en op posters.
Taalniveau A2
Dit taalniveau hoort bij iemand die het inburgeringsexamen heeft gedaan. Taalniveau A2 wordt gekenmerkt door eenvoudige teksten die aansluiten bij dagelijkse situaties, en wordt vaak gebruikt in advertenties, menu’s en dienstregelingen.
Taalniveau B1
Teksten van dit taalniveau kan tachtig procent van de Nederlandse bevolking goed begrijpen. De teksten bestaan voor het grootste deel uit veelgebruikte woorden.  
Taalniveau B2
Teksten van dit taalniveau zijn iets ingewikkelder, maar nog steeds goed te begrijpen voor veel mensen. Deze teksten bevatten jargon en moeilijkere woorden. Dit niveau wordt bijvoorbeeld gebruikt in literaire boeken.
Taalniveau C1
Teksten van dit niveaukunnen bestaan uit ingewikkelde constructies, veel bijzinnen en veel jargon. Het zijn vaak specialistische artikelen en technisch instructies vooral bedoeld voor vakgenoten of personen die voorkennis hebben over het onderwerp.
Taalniveau C2
Dit is het hoogste taalniveau. De teksten van dit niveau kunnen zowel concreet als abstract zijn en bevatten veel jargon en/of metaforen. Voorbeelden hiervan zijn teksten over abstracte onderwerpen en wetenschappelijke artikelen.

 

Hoe herken je dit criterium in leermateriaal?*

 

Meer lezen over dit criterium?

Taalniveaus vreemde talen: https://erk-nederlands.taalunie.org/over-het-erk/ en https://www.nt2.nl/documenten/lesvaardig/hs4/niveaus_van_het_europees_referentiekader_p_78.pdf

Rijke teksten: rijke taal

Inclusief publiceren, sleutels 7 en 10: Snelstartgids toegankelijkheid Maak open!

 

*Mede gebaseerd op de kwaliteitskaarten ontwikkeld door Expertisecentrum voor Effectief Leren (ExCEL) i.o.v. Vlaams ministerie van Onderwijs.