Kwaliteitscriterium 2.7: Het lesmateriaal is inclusief
Het is belangrijk voor leerlingen om zichzelf vertegenwoordigd te zien in leermateriaal. Het leermateriaal
moet respectvol omgegaan met seksualiteit en diversiteit.
Waar op te letten? Check 1: In hoeverre zijn mensen uit verschillende groepen vertegenwoordigd in het materiaal? Komt dit overeen met onze samenleving? Check 2: Zijn de gebruikte voorbeelden stigmatiserend of stereotyperend? Zou ik zelf zo geportretteerd willen worden. |
Vooraf
Uit onderzoek weten we dat inclusief lesmateriaal een positieve invloed heeft op o.a. de schoolprestaties, beroepsambities en identiteitsontwikkeling (van Veen, Rozenberg en Mesman, 2023) Kwalitatief goed lesmateriaal zorgt ervoor dat kinderen zich vertegenwoordigd voelen in het lesmateriaal en dat het materiaal respectvol omgaat met diversiteit en seksualiteit.
In het Hulpmiddel voor meer inclusieve schoolboeken (van Veen, Rozenberg en Mesman, 2023) worden concrete tips gegeven om te zorgen voor meer inclusief leermateriaal. Hieronder hebben we de belangrijkste adviezen samengevat.
Waar let ik op het beoordelen van (mijn) leermateriaal?
Check 1: In hoeverre zijn mensen uit verschillende groepen vertegenwoordigd in het materiaal? Komt dit overeen met onze samenleving?
Dit kan afgeleid worden uit een afbeelding, gebruik van namen die vaak in een bepaalde cultuur/land voorkomen of gebruik van namen van bekende personen uit een bepaalde groep.
Denk aan de volgende groepen:
Zie van Veen, Rozenberg en Mesman voor een concrete handreiking hoe je dit systematisch kan berekenen en beoordelen.
Check 2: Kijk kritisch naar de gebruikte voorbeelden. Zijn deze stigmatiserend of stereotyperend? Zou ik zelf zo geportretteerd willen worden?
Hoe verbeter ik mijn leermateriaal?
Hieronder vind je een aantal tips waarmee je jouw leermateriaal inclusiever kan maken.
Tip 1: Gebruik meer illustraties en foto’s van mensen uit de groepen die ondervertegenwoordigd zijn in het materiaal.
Tip 2: Maak gebruik van namen die vaak voorkomen bij groepen van kleur of juist gebruikt worden in meerdere talen.
Tip 3: Gebruik voorbeelden van beroemdheden/rolmodellen die uit deze groepen komen.
Tip 4: Maak in oefeningen gebruik van verwijzingen naar de eerste of tweede persoon of naar familieleden (mijn zus etc.). Elke leerling denkt dan automatisch aan zijn eigen omgeving.
Tip 5: Kies voor een 'emancipatorische' benadering waarin ondervertegenwoordigde groepen meer plek krijgen in bepaalde rollen en functies.
Handige links
Een groot gedeelte van deze links komt uit het handboek voor meer inclusieve schoolboeken van Van Veen, Rozenberg en Mesman (2023)