Kwaliteitscriterium 3.1: Teksten zijn goed leesbaar
Het lesmateriaal voldoet aan de basiseisen voor de leesbaarheid van het lesmateriaal:
Waar op letten? |
De checks zijn gebaseerd op de publicaties Maak Open en Doe mee van de website inclusiefpubliceren.nl. Inclusiefpubliceren is een kennisbank voor uitgevers, gericht op het produceren en distribueren van digitale publicaties die toegankelijk zijn voor iedereen, inclusief mensen met een leesbeperking. De adviezen in hun publicaties zijn overigens in de meeste gevallen waardevol voor alle gebruikers!
Elk van de publicaties (Maak Open en Doe Mee) bevat 10 tips. We nemen in deze checklist 4 belangrijke criteria over, maar de andere 16 zin ook zeker het bekijken waard.
Waar let ik op bij het beoordelen van de leesbaarheid?
1. Het lettertype is makkelijk waarneembaar en aan te passen.
Vooral het lettertype bepaalt hoe goed je tekst kunt waarnemen. Een goed herkenbaar lettertype is voor iedereen effectief. En het geeft een betere leeservaring.
Voor het kiezen van lettertypes geldt een aantal vuistregels:
Het is een goede handreiking om de lezer zelf het lettertype te laten kiezen op het scherm.
Check: vergelijk letters en cijfers met kleine verschillen (zoals de letter l [el], hoofdletter I [ie] en het cijfer 1 [één].)
2. De lettergrootte is makkelijk waarneembaar en aan te passen.
Teksten lezen in een kleine letter is vermoeiend en soms zelfs onmogelijk. Bij een zeer grote letter kan het overzicht op de pagina verloren gaan.
Voor het kiezen van de lettergrootte geldt een aantal vuistregels:
Check: beoorddel de lettergrootte handmatig (liefst met een deskundige en met gebruikers).
3. Informatie is goed waarneembaar door hoog contrast tussen tekst en achtergrond.
Het contrast tussen tekst en achtergrond is groot genoeg als teksten goed leesbaar zijn voor iedereen. Er is dan een goede contrastverhouding.
Bij een goede contrastverhouding kunnen ook slechtziende en kleurenblinde mensen de tekst lezen. Maar een hoog contrast verbetert de leesbaarheid voor iedereen. (Bijvoorbeeld op een scherm waarop zonlicht schijnt.)
Teksten in afbeeldingen, bijvoorbeeld met een foto op de achtergrond, zijn lastig leesbaar. De tekst in een kader met effen achtergrondkleur is makkelijker leesbaar.
Check: beoordeel het contrast handmatig, liefst door een deskundige en samen met slechtziende en kleurenblinde gebruikers.
Check: beoordeel het contrast technisch, met een 'ccontrastchecker'. Een goede contrastverhouding is in getallen uit te drukken. De aanbecveolen verhouding is 7 : 1 of meer.
4. Het kleurgebruik is informatief
Niet iedereen kan kleuren waarnemen. Gebruik kleur daarom niet als het enige middel voor het overbrengen van informatie of het aangeven van een actie.
Mensen die slecht zien of kleurenblind zijn, kunnen bijvoorbeeld niet kiezen tussen een groene en een rode knop. Dat kan wél als er ook een tekst op de knop staat. Tekstuele verwijzingen naar visuele elementen (‘de groene knop linksonder’) zijn niet bruikbaar.
Bij een informatief kleurgebruik kunnen ook kleurenblinden en slechtzienden de informatie goed lezen en de visuele elementen gebruiken. Door zowel visuele als tekstuele aanwijzingen te gebruiken, kan iedereen de informatie effectiever gebruiken.
Check: Beoordeel het kleurgebruik handmatig (liefst door een expert en samen met gebruikers).