2. (Vak)inhoud Goed leermateriaal is (vak)inhoudelijk correct, begrijpelijk en sluit aan bij de doelgroep. |
2.3 Gebruikte ondersteunende informatie is functioneel en relevant voor de leerdoelen Ondersteunende informatie is duidelijk en van toegevoegde waarde voor de inhoud. |
Denk bij ondersteunende informatie aan voorbeelden, audiovisuele elementen en het gebruik van bronnen. Deze zijn duidelijk en van toegevoegde waarde voor de inhoud.
Gebruik voorbeelden
Bij het aanleren van nieuwe kennis of vaardigheden – vooral abstracte begrippen of mechanismen – helpen concrete voorbeelden en analogieën. Ook bij het (zelfstandig) maken van opdrachten is een voorbeeld effectief.
Scaffolding
Het doel van instructie is dat leerlingen uiteindelijk zelfstandig een taak kunnen uitvoeren of een probleem kunnen oplossen. Leerlingen leren dit beter door ondersteuning te krijgen die geleidelijk wordt afgebouwd (scaffolding). Het aanbieden van (deels) uitgewerkte voorbeelden is daarvoor een mogelijke manier.
Combineer woord en beeld
Leerlingen slaan informatie beter op als deze gelijktijdig via woorden en beelden wordt aangeboden. Woorden kunnen daarbij zowel geschreven als gesproken aangeboden worden. Beelden kunnen statisch zijn (foto, tijdlijn, tabel, afbeelding, pictogram, etc.) of dynamisch (filmpje, video, app).
Deze combinatie is effectief omdat woorden en beelden volgens twee afzonderlijke (maar gelijktijdig werkende) processen in het werkgeheugen verwerkt worden en vervolgens in het langetermijngeheugen opgeslagen worden. Dat maakt het leren effectiever en minder belastend. Woord en beeld moeten wel optimaal op elkaar afgestemd zijn, wat betekent dat ze elkaar aanvullen en niet dupliceren.
Hoe herken of verwerk je dit criterium in leermateriaal?
Bevat het lerarenmateriaal aanwijzingen voor of concrete voorbeelden die de leraar kan gebruiken?
Bevat het leerlingenmateriaal concrete voorbeelden (in kaders) bij uitleg?
Bevat het leerlingenmateriaal voorbeelden bij opdrachten?
Laten de voorbeelden de tussenstappen en/of gevolgde denkwijze zien?
Bekijk het leermateriaal en check bij elke afbeelding:
Is de afbeelding van goede kwaliteit?,
Beeldt de afbeelding uit wat hij moet uitbeelden?,
Is de afbeelding ondersteunend (en niet afleidend)?,
Staat de afbeelding op de juiste plaats (nabijheidsprincipe)?
Bekijk de video en bepaal:
Is de video kwalitatief (beeld/geluid) goed?
Dient de video het doel (activeren voorkennis, uitleg, illustratie)?
Meer lezen over dit criterium?
Wijze lessen, twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek (bouwsteen 4) - Tim Surma e.a., Ten Brink Uitgevers
Belangrijke multimediaprincipes van Richard Mayer: Digitale Didactiek | Multimedialeren (Mayer)
Een samenvatting van de richtlijnen voor multimedialeren van Richard Mayer: Hoe kun je studenten helpen met optimaal leren? Multimedia Learning (CTML)