In de eerste stap heb je gekeken naar de positie van de zes eilanden in het Caribisch deel van het Koninkrijk. In deze stap kijk je naar de staatsinrichting en politieke cultuur op de eilanden.
De bestuurlijke systemen op de eilanden zijn veelal gemodelleerd naar het Nederlandse voorbeeld. En de Nederlandse gewoonte van overleg en het zoeken naar unanieme beslissingen (consensus) is ook waarneembaar in de politieke besluitvorming op de eilanden.
Het Caribisch deel het Koninkrijk Nederland is onderdeel van de monarchie onder het Nederlands koningshuis. Ieder eiland functioneert als een democratie. Elk eiland heeft zijn eigen democratisch gekozen regering die zich bezighoudt met lokale zaken. Curaçao, Sint-Maarten en Aruba hebben elk hun eigen parlement en premier. Bonaire, Saba en Sint-Eustatius hebben lokale raden (eilandsraden) en een bestuurscollege. Dit bestuurscollege zorgt voor het dagelijks bestuur van de eilanden. Zij voeren de besluiten van de eilandsraad uit. Het bestuurscollege neemt ook zelf beslissingen, zoals het verlenen van een bouwvergunning of het sluiten van een contract met een aannemer
De eilanden Aruba, Curaçao en Sint-Maarten hebben een gezagvoerder of gouverneur. Aruba heeft een gouverneur als vertegenwoordiger van de Nederlandse koning. Deze functie is echter voornamelijk ceremonieel en symbolisch. Curaçao heeft ook een gouverneur, die als hoogste vertegenwoordiger van de Nederlandse regering op het eiland fungeert. De gouverneur heeft enige uitvoerende bevoegdheden, zoals het goedkeuren van wetten en het vertegenwoordigen van de koninklijke belangen op het eiland. Sint-Maarten heeft eveneens een gouverneur die als vertegenwoordiger van de Nederlandse koning optreedt. De gouverneur heeft vergelijkbare taken als die op Curaçao.
De eilanden Bonaire, Saba en Sint-Eustatius hebben geen gouverneur. De rol van de gouverneur is op deze eilanden niet van toepassing, deze eilanden hebben immers een ander bestuurlijk model dan de autonome landen. Voor de BES-eilanden is er wel een rijksvertegenwoordiger, die namens de Nederlandse regering optreedt. De rijksvertegenwoordiger houdt toezicht op het lokale bestuur. Hij/zij ziet ook toe op de handhaving van Nederlandse wetten en regels die van toepassing zijn op de BES-eilanden.
Het Vierlandenoverleg is een overlegstructuur waarin de landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden (Nederland, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten) overleggen over gemeenschappelijke vraagstukken en belangen. Binnen dit overleg streven de landen naar samenwerking en coördinatie op gebieden zoals economie, justitie, onderwijs en gezondheidszorg. Het heeft tot doel om gezamenlijke oplossingen te vinden voor gedeelde uitdagingen.
Het verwerven van de status aparte van Aruba in 1986 ging gepaard met een groeiend nationalistisch bewustzijn op Aruba. Dit werd gesymboliseerd door de creatie van een eigen vlag (zie bron 5) en volkslied. De eigen vlag en het volkslied benadrukken de unieke identiteit en cultuur van het eiland. Deze symbolen dienden als een bron van trots en eenheid voor de Arubaanse bevolking. Nog elk jaar is er een feestdag om de onafhankelijkheid te vieren op 18 maart. Op 18 maart 1948 werd er een officieel verzoek ingediend voor afscheiding van Aruba van de Nederlandse Antillen. Deze dag staat bekend als dag van Volkslied en Vlag (Himno y Bandera). In bron 6 zie je een munt die 25 jaar na de status aparte werd uitgebracht als herinneringsmunt.
Ook op de andere eilanden is er sprake van een sterk gevoel van lokale identiteit en trots. In de loop van de geschiedenis hebben de inwoners zich een gedeelde cultuur en geschiedenis verworven (nation-building). Het gevoel van nationale trots en identiteit wordt vaak geuit in muziek, kunst, festivals, zoals het jaarlijkse carnaval en feestdagen. Wel moet worden opgemerkt dat elk eiland zijn eigen unieke karakter heeft. Bijvoorbeeld, het lokale bewustzijn op Bonaire, met zijn rijke natuurlijke schoonheid en duiklocaties, verschilt van dat van het kosmopolitische, wereldse Curaçao. Dit regionale bewustzijn wordt versterkt door lokale tradities, dialecten, evenementen en feestdagen die specifiek zijn voor elk eiland. Denk bijvoorbeeld aan ‘Dia di Bandera’ op Bonaire en Curaçao (zie bron 7) en ‘Dia di Betico Croes’ op Aruba.
![]() |
Vragen |
1. Beschrijf de Nederlandse invloed op de besluitvormingsprocessen op de BES- en CAS-eilanden? Geef voorbeelden uit de tekst die deze invloed illustreren. |
2. Geef een voorbeeld uit je dagelijks leven hoe je ziet dat er op jouw eiland een gevoel is van nationale trots. |
|
|
|