Beantwoord de volgende vragen.
1 Hoe worden de eilanden Bonaire, Sint-Eustatius, Saba, Curaçao, Aruba en Sint-Maarten sinds 2010 gezamenlijk aangeduid?
A. Nederlandse Antillen
B. Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden
C. Overzeese gebiedsdelen
2 Wat is de staatkundige status van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba sinds 2010?
A. Onafhankelijke landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden
B. Autonome landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden
C. Bijzondere gemeenten van Nederland
D. Traditionele gemeenten van Nederland
3 Welk eiland werd in 1986 een afzonderlijk land binnen het Koninkrijk der Nederlanden?
A. Bonaire
B. Sint-Maarten
C. Curaçao
D. Aruba
4 Welke uitspraak over de relatie van de BES- en CAS-eilanden met Nederland is juist?
A. Alle eilanden hebben volledige onafhankelijkheid en geen banden met Nederland.
B. Alle eilanden hebben sterke economische, politieke en sociale banden met Nederland, maar de mate van autonomie varieert.
C. Enkel de BES-eilanden hebben economische, politieke en sociale banden met Nederland.
D. Enkel de CAS-eilanden hebben een relatie met Nederland op basis van financiële steun.
5 Welke traditie van Nederland is waarneembaar in de politieke besluitvorming op de BES en CAS-eilanden?
A. Traditie van overleg en consensus
B. Traditie van centralisatie
C. Traditie van feodale bestuursvormen
6 Wat typeert de staatsinrichting van Caribisch Nederland?
A. Alleen een democratie zonder monarchie
B. Alleen een monarchie zonder democratie
C. Een combinatie van democratie en monarchie
7 Welk aspect wordt NIET geassocieerd met nation-building in Caribisch Nederland?
A. Sterke, historische band met Nederland
B. Jaarlijks carnaval
C. Lokale tradities en dialecten
D. Eén uniforme cultuur over alle eilanden