Kwadraten - voorbeeld 2

 

Een rechthoek bestaat uit twee delen:
een vierkant en een rechthoek.

Het vierkant is a bij a.
De rechthoek is 2 bij a.

De totale oppervlakte van de rechthoek is a2 +2 × a of a2 + 2a.

Voor verschillende waarden van a kun je de oppervlakte uitrekenen.

Als a = 3 dan is de oppervlakte 32 + 2 × 3 = 9 + 6 = 15.

Als a = 4,5 dan is de oppervlakte 4,52 + 2 × 4,5 = 20,25 + 9 = 29,25.

Als a = 20 dan is de oppervlakte 202 + 2 × 20 = 400 + 40 = 440.

In dit geval zal je rekenmachine je niet altijd helpen.
Als je de totale oppervlakte in letters op moet schrijven heb je niks aan je rekenmachine.
Als je verschillende waarden in gaat vullen voor a kun je je rekenmachine natuurlijk wel als hulpmiddel gebruiken.