De opdracht is een succes als… |
|
|
Je spreekt in het Engels en uit het hoofd |
|
Je spreekt in hele zinnen. Dit mogen korte, simpele zinnen zijn. |
|
Het gesprek heeft een duidelijke opening en afsluiting. |
|
Jullie vertellen allemaal ongeveer evenveel. |
|
Je laat zien dat je de nieuwe woorden van unit 3 + de Stones kunt toepassen. |
|
Je bestelt eten (voor, hoofd en nagerecht) en drinken of je neemt de bestellingen op (van de menukaart). |
|
Je vertelt elkaar wat je van het eten/ drinken vindt. |
|
Je laat zien dat je kunt improviseren (tijdens het gesprek krijg je van de docent een kaartje met een extra zin) |