2b. Hoog of laag?

Hoog of laag?

Geluid bestaat dus uit trillingen; golven die op en neer gaan. Die golven kun je zichtbaar maken door middel van een oscilloscoop.  

Oefening 2: Geluid met een liniaal

Je kunt hoge en lage geluiden onderscheiden. Wat betekent dit voor geluidsgolven als je ze zichtbaar maakt?

Download het werkblad liniaalmuziek en lees dit goed door.
Maak een tabel waarin je de resultaten gaat noteren en beantwoord de vragen op het werkblad.

Wat heb je nodig?

Wat ga je doen?

Hoe komt dit?
Geluid bestaat uit trillingen. Door aan de liniaal te trekken laat je hem trillen. Dit kun je horen als een toon. Hoe langer het uitstekende stuk liniaal, hoe langzamer het trilt. Langzame trillingen klinken lager dan snelle trillingen.
Daardoor klinkt de liniaal die ver uitsteekt lager dan de liniaal die maar een beetje uitsteekt.
Bron: www.proefjes.nl

Klaar?
Lever je werkblad in bij de docent.

Oefening 3: Frequentie, trillingstijd en toonhoogte

Bestudeer de Kennisbank met uitzondering van pagina 3 en beantwoord de vragen.

Wat is geluid?