Ruwe, bobbelige en golvende oppervlakken weerkaatsen diffuus licht.
Het oppervlak van een spiegel is heel glad en weerkaatst het licht heel netjes. De hoek waaronder het licht op de spiegel valt is precies even groot als de hoek waarmee het licht de spiegel weer verlaat.
In het dagelijks leven kom je vaak spiegels tegen. Waar?
Noem vijf voorbeelden. Bespreek deze met je klasgenoot.
Bekijk het filmpje.
Bestudeer de Kennisbank.
![]() |
Spiegels |
Beantwoord de volgende vragen.
Let op: Als je met een zaklamp op een spiegel schijnt, dan wordt de lichtbundel in een bepaalde richting teruggekaatst. Bij het tekenen let je op één lichtstraal uit de bundel.
Op het werkblad Spiegelbeelden zie je vier spiegels waar lichtstralen op vallen.
Lever je werkblad in bij de docent.
Bolle spiegels worden in het verkeer en in winkels gebruikt om het gezichtsveld te vergroten.
Weerkaatsing van het licht aan een bol oppervlak werkt net zoals bij een vlakke spiegel: hoek van inval is gelijk aan hoek van weerkaatsing ten opzichte van de normaal.
Let op: bij een bolvormig oppervlak gaat de normaal altijd door het middelpunt van de bol!
Lever je werkblad in bij de docent.