Je leest de Tekst van de week + maakt een samenvatting+ woordenlijst (12 woorden)
Toets
Deze week krijg je een formatieve toets, oftewel begrijp je tot nu toe wat er is uitgelegd. Deze krijg je in de BloX. Je moet dus oefenen.
In de toets komen de volgende onderwerpen:
Zelfstandig naamwoorden, wanneer een hoofdletter?
De lidwoorden der, die, das, wanneer gebruik je ze?
Persoonlijke voornaamwoorden
Werkwoorden haben en sein
Zwakke en sterke werkwoorden.
Chat
Opdracht
Je gaat een Chat schrijven naar je klasgenoot. Je begroet elkaar, je vraagt hoe het gaat, en hoe het met jou gaat, je bedankt de ander voor het berichtje, zegt gedag.
Je gaat een Chat schrijven naar je vriend(in). Je vraagt aan haar/hem wat ze zondag gaat doen. Je stelt voor om naar de bioscoop te gaan. Of ze tijd heeft en hoe laat jullie zullen gaan. Hieronder heb ik wat zinnen gezet die je kan gebruiken.
Denk bij het schrijven aan de hoofdletters, werkwoorden vervoegen.