Er zijn vier soorten telwoorden:
Het bepaald hoofdtelwoord (bep. hoofdtelw)
Het onbepaald hoofdtelwoord (onbep. hoofdtelw)
Het bepaald rangtelwoord (bep. rangtelw)
Het onbepaald rangtelwoord (onbep. rangtelw)
Een hoofdtelwoord geeft een hoeveelheid van iets aan. Een bepaald hoofdtelwoord geeft een precies aantal aan (zes, 2/3, 2024). Een onbepaald hoofdtelwoord geeft een onduidelijk aantal aan (sommige, veel, weinig, enkele, alle, wat)
Een rangtelwoord geeft een plaats in een rij aan (de rang). Een bepaald rangtelwoord geeft een precieze plaats in een rij aan (eerste, vijfde, zestiende). Een onbepaald rangtelwoord geeft een onduidelijke plaats in een rij aan (laatste, middelste, zoveelste, hoeveelste)