Mensen zeggen wel eens dat de wereld een dorp is. Dat is natuurlijk niet echt zo, maar zo voelt het soms wel! Het voelt soms alsof de wereld een dorp is, omdat je heel makkelijk met mensen over de hele wereld kan praten. Vroeger kon dat alleen met de mensen in je dorp.
Tegenwoordig heeft bijna de hele wereld internet. Zo kan jij zelf, hier in Nederland, bijvoorbeeld appen, videobellen of e-mailen met je vrienden of familie in andere landen. Satalieten, kabels en zendmasten zorgen er voor dat jij met je electronische apparaat, zoals een telefoon of laptop, informatie digitaal kan versturen. Het verspreiden van informatie gaat steeds vaker digitaal. We sturen geen brieven meer, maar we sturen een appje. We lezen het nieuws niet meer in de krant, maar op onze telefoon. Op school doe je niet alles met een boek en een schrift, maar gebruik je ook steeds meer je laptop. Dat dingen steeds vaker digitaal gaan heet digitalisering.
Om er voor te zorgen dat al deze digitale activiteit goed blijft gaan, zijn er mensen die daar goed op letten. Zij hebben een baan in de informatie- en communicatietechnologie (ICT). Mensen die dit werk doen zorgen er dus voor dat jij altijd kan appen, tiktokken en snapchatten met je vrienden!
Gebieden en mensen raken door deze ICT steeds beter met elkaar verbonden, maar niet de hele wereld doet even veel mee. In Europa is het internet heel erg goed en heeft bijna iedereen wel een smartphone, maar in delen van Afrika gebruikt bijna niemand internet. Kijk maar naar de kaart hier naast. Op deze kaart kan je zien hoeveel procent van de mensen die in dat land wonen internet gebruiken.
Lesfase 2.