Aan boord zullen we het meest een peiltoestel van het type Keep en draadvizier aantreffen.
Aan de ene zijde (rechts) zien we een rechtopstaand object met een gleufje, de keep, en aan de andere zijde een object met in het midden een nylon draad.
We verdraaien de ring zodanig dat we het te peilen object in één lijn zien met de draad en de keep.
Daarna kunnen we het aantal gepeilde graden aflezen.
Je kijkt dus door de keep en de draad naar het object tot deze in lijn staan.
In de bodem van het peiltoestel zit ook een draad die boven de kompasroos ligt.
Door de pen in het midden van de bodemplaat staat het toestel precies gecentreerd op de afdekplaat van het kompas, waar een bronzen centreerring op zit.
De peiling is nu af te lezen .
Het nadeel van dit peiltoestel is dat we alleen zaken kunnen peilen die niet al te ver boven de horizon staan.
En hemellichamen die dicht bij de horizon staan zijn door de breking va het licht niet zuiver meer te peilen.
Dus voor het peilen van, bijvoorbeeld, de zon hebben we een ander peiltoestel nodig.