Kelvin William Thomson patenteerde in 1902 zijn peiltoestel.
Meer dan 100 jaar oud dus en nog steeds in gebruik.
-We plaatsen de onderrand van ons oog zo dicht mogelijk in de buurt van de pen.
(Inderdaad: PAS OP! )
Zo staat ons oog goed opgesteld ten opzichte van het prisma.
-Vervolgens richten we het toestel zo goed mogelijk in de richting van het hemellichaam (zon).
-Daarna wordt het prisma zodanig verdraaid dat de weergave van de zon op de kompasroos komt te liggen.
-Bij de afleespijl in de voet van het peiltoestel kunnen we nu het aantal graden van de peiling aflezen.
Noot: Met enige oefening kunnen we met het Thomson peiltoestel ook objecten aan de wal uitpeilen.
Dit vergt wel wat oefening, en je zult de objecten op de kop in het prisma zien.
Wat overigens juist weer een voordeel is, omdat zo de top van, bijvoorbeeld, een vuurtoren op de gradenboog van de kompasroos komt te liggen.
Ook zitten er nog gekleurde glaasjes voor het prisma om de zon een beetje te kunnen dimmen zodat je niet verblind wordt.
Een zonnebril dus.