Opdracht 1 Het periodiek systeem
Een atoom heeft atoomnummer 55
In welke periode staat dit atoom?
Geef het symbool van dit atoom.
Wat is de naam van de groep waar dit atoom in staat?
Hoort dit atoom bij de metalen of de niet-metalen?
Opdracht 2 Pyriet
IJzerpoeder, een grijs metaal, wordt gemengd met zwavel, een gele vaste stof. Het mengsel wordt vervolgens geroerd en tegelijkertijd verwarmd. Er ontstaat een gele vaste stof, pyriet, die ook wel ‘fools gold’ wordt genoemd, vanwege zijn glanzende gele kleur.
Leg uit of de volgende uitspraken waar of niet waar zijn.
Pyriet is een mengsel van ijzer en zwavel.
In pyriet zijn de stoffen ijzer en zwavel aanwezig.
Pyriet bevat de atoomsoorten ijzer en zwavel.
Pyriet kan weer gescheiden worden in ijzer en zwavel.
Opgave 3 Moleculen
Schrijf in molecuulformules:
Vier moleculen jood
Drie moleculen koolstoftetrafluoride
Een mengsel van één molecuul koolstofmonooxide en twee moleculen neon.
Een mengsel van vijf moleculen fluor en twee moleculen waterstofbromide.
Een molecuul van stof X bestaat uit 4 atomen waterstof, 2 atomen koolstof en 2 fluoratomen.
Geef de molecuulformule van stof X.
Uit een molecuul van stof Y ontstaan bij een reactie twee moleculen zuurstof en één molecuul stikstof.
Leg uit wat de molecuulformule en de systematische naam van stof Y is
Wanneer een molecuul van stof Z reageert met drie moleculen zuurstof. Ontstaan er twee moleculen zwaveldioxide en één molecuul koolstofdioxide.
Leg uit wat de molecuulformule en de systematische naam van stof Z is
Opdracht 4 Fosfortrichloride
Fosfortrichloride kan gevormd worden uit de vaste stof fosfor en het gas chloor. Er is 24 gram chloor nodig om in 12 minuten tijd 45 gram fosfortrichloride te maken. Alle aanwezige fosfor heeft op dat moment gereageerd. Dit is een exotherme reactie.
Is fosfortrichloride een element of een verbinding? Leg je antwoord uit.
Geef de reactievergelijking van de vorming van fosfortrichloride.
Leg uit of ΔE een positief of een negatief getal is.
Bereken hoeveel fosfor er aanwezig was bij aanvang van deze reactie.
Geef in een grafiek weer hoe de massa tijdens deze reactie veranderd. Zet de massa op de y-as en de tijd op de x-as.
Bereken de gemiddelde snelheid van deze reactie. Geef de reactiesnelheid weer in gram gevormd fosfortrichloride per minuut.
In plaats van chloor kan fosfor ook met broom reageren.
Leg uit wat de molecuulformule van de stof die dan ontstaat waarschijnlijk zal zijn.
Opdracht 5 Reactievergelijkingen
Geef steeds de vergelijking van de volgende reacties:
Zwaveldioxide reageert met zuurstof tot zwaveltrioxide.
Zuurstof en kaliumchloride (KCl) reageren tot kaliumchloraat (KClO3) .
Methaan reageert met stoom tot waterstof en koolstofmonooxide.
Salpeterzuur (HNO3) wordt gevormd uit water, zuurstof en stikstofdioxide.
Opdracht 6 De vorming van ijzer
IJzer wordt in hoogovens gemaakt door ijzererts (Fe3O4) met koolstof sterk te verhitten. Bij deze reactie komt ook koolstofdioxide vrij.
Wat is het energie-effect van deze reactie? Leg je antwoord uit.
Geef de reactievergelijking van deze reactie.
Geef een molecuultekening van koolstofdioxide.
Bij deze reactie is de hoeveelheid koolstofdioxide opgevangen en gemeten.
De resultaten hiervan zijn weergegeven in onderstaande grafiek.
Bereken de gemiddelde reactiesnelheid in de eerste 12 minuten. Geef de reactiesnelheid weer in mL koolstofdioxde per seconde.
Leg uit waarom het volume koolstofdioxide na 23 minuten niet meer verandert.
Hoe zou de reactiesnelheid veranderen wanneer het ijzererts vooraf verpoederd zou worden? Leg je antwoord uit m.b.v. het botsende deeltjes model.
Laat met een schets zien hoe de grafiek eruit zou hebben gezien wanneer verpoederd ijzererts wordt gebruikt.
Opdracht 7 Ammoniumdichromaat
Bekijk de video waarin ammoniumdichromaat (Cr2H8N2O7) ontleed wordt.
Bron: Youtube.com ChemToddler, Chemical vulcano
Ammoniumdichromaat is een oranje poeder. Zo’n 10 jaar geleden deden we deze proef nog op school om te laten zien hoe je een chemische reactie op macroniveau kunt herkennen. Helaas mogen we deze stof niet meer op school hebben, aangezien alle stoffen met chromaten erin kankerverwekkend zijn.
Bij deze reactie komt chromaatoxide (Cr2O3), waterdamp en stikstof vrij.
Waarom is deze proef heel geschikt om te laten zien hoe je een chemische reactie op macroniveau kunt herkennen?
Je ziet in de video dat het ammoniumdichromaat aangestoken moet worden. Leg uit waarom hier toch sprake is van een exotherme reactie.
Hoe noem je de energie die aan het begin wordt toegevoerd om de reactie te starten?
Teken het energie diagram van deze reactie.
Geef de reactievergelijking van de ontleding van ammoniumdichromaat.
Het chromaatoxide dat ontstaat kan weer verder ontleed worden in chroom en zuurstof. Geef ook deze reactievergelijking.
De antwoorden van de toetsopdrachten kun je vinden op It's Learning.