Alleen als regulering noodzakelijk is
De Wet BIG laat de uitoefening van de individuele gezondheidszorg in principe vrij voor iedereen. Het uitgangspunt van de Wet BIG is dat beroepen niet worden opgenomen in de Wet BIG, tenzij regulering noodzakelijk is om patiënten adequaat te beschermen tegen onzorgvuldig en/of ondeskundig handelen. Dit is het zogenaamd “nee, tenzij” principe. De meeste beroepen die uitgeoefend worden in de individuele gezondheidszorg zijn niet opgenomen in de Wet BIG. Erkenning, status of anderzijds financieel-economische motieven zijn geen reden voor opname in de Wet BIG.
In de Wet BIG staan de voorbehouden handelingen, die je alleen mag uitvoeren als je daartoe bevoegd en bekwaam bent. Een voorbehouden handeling is een handeling waarbij je iets in het lichaam van de cliënt inbrengt of verwijdert. Het inbrengen van een sonde of een katheter en het plaatsen van een infuus zijn voorbeelden van voorbehouden handelingen. Naast voorbehouden handelingen zijn er risicovolle handelingen. Het toedienen van geneesmiddelen en sondevoeding, eenvoudige wondzorg en het aansluiten van een infuussysteem zijn voorbeelden van risicovolle handelingen. Voor de risicovolle handelingen staan in de Wet BIG geen bevoegdheidseisen, hierover maakt de zorginstelling zelf afspraken.
Hoe ga jij je straks registeren
Bekijk bijgevoegde link
Titelbescherming, registratie en tuchtrecht
In de Wet BIG worden de beroepen benoemd waavoor titelbescherming is geregeld. Voor elk van deze beroepen zijn opleidingseisen vastgesteld. Om de tiel te mogen (blijven) dragen is een inschrijving in het BIG-register vereist. Inschrijving en herregistratie kunnen alleen plaatsvinden wanneer de zorgverlener voldoet aan bepaalde eisen. De belangrijkste eisen zijn die van scholing en de uitoefening van het beroep in de praktijk voor een bepaald aantal uren.
Zoals jullie kunnen lezen vallen jullie onder artikel 3.
Er worden registers ingesteld, waarin degenen die aan de daarvoor bij en krachtens deze wet gestelde voorwaarden voldoen, op hun aanvrage worden ingeschreven, onderscheidenlijk als:
Als gediplomeerd medewerker ben je bevoegd om handelingen uit te voeren die je hebt geleerd tijdens je opleiding. Je bent dus bevoegd op basis van je diploma. Wanneer je de handelingen echter enkel op een pop of in een simulatie hebt uitgevoerd, ben je nog niet bekwaam en mag je de handeling niet zelfstandig uitvoeren. Bekwaamheid heeft te maken met wat je weet en kunt en moet je in de praktijk vaststellen. Bij het uitvoeren van een handeling moet je naast vaardigheid ook kennis hebben van het doel van de handeling, de gevolgen van de behandeling en weten hoe te handelen bij complicaties. Je bekwaamheid staat voorop. Dus niet alleen je opleiding bepaalt of je bevoegd en bekwaam bent, maar je kennis, vaardigheden en ervaring samen bepalen dit.
Iedereen met een BIG-registratie valt onder het tuchtrecht. Vanuit het tuchtrecht kunnen tuchtrechtelijke maatregelen worden opgelegd, zoals het doorhalen van de inschrijving in het register of het schorsen van iemand voor een bepaalde periode.
Iedere zorginstelling heeft regels en procedures om medewerkers te autoriseren en deze bekwaamheid op peil te houden. Medewerkers kunnen hun bekwaamheid op peil houden door bijvoorbeeld een bijscholing te volgen, waarna ze van de instelling een bekwaamheidsverklaring krijgen. Een bekwaamheidsverklaring is een bewijs dat je als medewerker bekwaam bent om een verpleegtechnische handeling uit te voeren.
Medewerker in opleiding
Zonder te oefenen kun je geen ervaring opdoen om je bekwaamheid te vergroten. Als zorgverlener in opleiding mag je een handeling die je op school hebt geleerd, onder begeleiding uitvoeren in de praktijk. Wanneer je de handeling zowel op school als in de praktijk hebt getoetst, volgens de regels van de instelling, mag je de handeling uitvoeren.
Welke handelingen mag ik als verpleegkundige uitvoeren
Lees bijgevoegde site door