De schrijfopdracht

In het laatste onderdeel van je centraal examen moet je zelf een tekst schrijven. Lees onderstaande informatie goed door en doe er je voordeel mee.

STAPPENPLAN SCHRIJFOPDRACHT
Lees eerst de situatischets en de opdracht goed
Tekstsoort en publiek
Bekijk eerst goed wat voor soort tekst je moet schrijven. Een artikel, een zakelijke mail, een blog? De tekst kan allerlei doelen hebben. Hij kan bijvoorbeeld gericht zijn aan de gemeente, je school of sportclub. Bij sommige teksten moet je je mening geven (denk aan een blog). Bij andere teksten moet je informatie vragen of juist iemand overtuigen.

Bepaal wie je publiek is. Kijk goed aan wie je de tekst schrijft en pas hier je schrijfstijl op aan. Schrijf je voor ouderen of voor jongeren?

Alinea's

Bepaal eerst de volgorde: wat komt er in de inleiding, het middenstuk en het slot?

Als je een mening wilt verdedigen in je stuk, zorg er dan voor dat dit terugkomt in jouw slot: je conclusie. Denk aan witregels tussen de inleiding, de kern (middenstuk) en je slot.

Titel

De titel van je artikel moet je zelf verzinnen: wees kort en creatief. Is het een passende titel? Of slaat het eigenlijk nergens op? Vind je het lastig, bedenk dan de titel pas aan het einde.

Verwijswoorden en voegwoorden

Gebruik woorden als die, dat, deze om je tekst duidelijk te maken. Zo val je niet in herhaling en wordt je tekst helder. Voegwoorden zorgen ervoor dat je verbanden legt tussen jouw zinnen en alinea's: en, omdat, want, maar, daarentegen, etc.

Inhoud
- In de opdracht staan de punten die je in je tekst sowieso moet behandelen. Controleer dus goed of dat er ook echt in staat. Het is jammer om daar punten op te verliezen.
- Staat wat je wil zeggen in de juiste volgorde? Of kom je in je conclusie met iets nieuws, wat eigenlijk in het middenstuk moet staan?
- Lees je tekst goed door en kijk of het logisch klinkt en lekker loopt.

Check:

- Onderaan je artikel moet je een aantal gegevens noteren. Doe je dit niet, dan kost dit punten.
- Een corrector let ook op je spelling en of je goede zinnen schrijft. Lees dus je tekst nog een keer goed door als hij af is. Controleer op niet goed lopende zinnen en spelfouten.

- Tel atlijd het aantal woorden in je schrijfopdracht. Als je te veel of te weinig woorden hebt, betekent dat puntaftrek. Je bent dan waarschijnlijk inhoud vergeten. Bij te veel woorden heb je waarschijnlijk dingen opgeschreven die niet zo veel toevoegen. Welke zinnen kunnen eigenlijk weg?

Zet het aantal woorden er altijd bij!
De corrector wil jouw woorden niet zelf gaan tellen

Uitlegfilmpje
Dit uitlegfilmpje van Arnoud Kuijpers kan je helpen:

Spelling en werkwoordspelling oefenen
Oefen in Blink/Plot26 met de spelling en werkwoordspellingapp als je dit lastig vindt.