In het laatste onderdeel van je centraal examen moet je zelf een tekst schrijven. Lees onderstaande informatie goed door en doe er je voordeel mee.
Alinea's
Bepaal eerst de volgorde: wat komt er in de inleiding, het middenstuk en het slot?
Als je een mening wilt verdedigen in je stuk, zorg er dan voor dat dit terugkomt in jouw slot: je conclusie. Denk aan witregels tussen de inleiding, de kern (middenstuk) en je slot.
Titel
De titel van je artikel moet je zelf verzinnen: wees kort en creatief. Is het een passende titel? Of slaat het eigenlijk nergens op? Vind je het lastig, bedenk dan de titel pas aan het einde.
Verwijswoorden en voegwoorden
Gebruik woorden als die, dat, deze om je tekst duidelijk te maken. Zo val je niet in herhaling en wordt je tekst helder. Voegwoorden zorgen ervoor dat je verbanden legt tussen jouw zinnen en alinea's: en, omdat, want, maar, daarentegen, etc.
Check:
- Onderaan je artikel moet je een aantal gegevens noteren. Doe je dit niet, dan kost dit punten.
- Een corrector let ook op je spelling en of je goede zinnen schrijft. Lees dus je tekst nog een keer goed door als hij af is. Controleer op niet goed lopende zinnen en spelfouten.
- Tel atlijd het aantal woorden in je schrijfopdracht. Als je te veel of te weinig woorden hebt, betekent dat puntaftrek. Je bent dan waarschijnlijk inhoud vergeten. Bij te veel woorden heb je waarschijnlijk dingen opgeschreven die niet zo veel toevoegen. Welke zinnen kunnen eigenlijk weg?
Zet het aantal woorden er altijd bij!
De corrector wil jouw woorden niet zelf gaan tellen
Uitlegfilmpje
Dit uitlegfilmpje van Arnoud Kuijpers kan je helpen: