Onderbouw (groep 1, 2, 3)
De volgende leerdoelen komen in deze leerlijn digitale geletterdheid voor de onderbouw van het PO aan bod:
ICT-basisvaardigheden:
- Ik kan verschillende soorten computers benoemen.
- Ik kan (in grote lijnen) vertellen wat een computer kan.
- Ik kan een toetsenbord van een computer bedienen.
- Ik kan verschillende soorten computertermen gebruiken (opstarten, afsluiten, opslaan, bestanden, enz.).
- Ik kan gebruik maken van een wachtwoord of icoon als inlogmethode.
Mediawijsheid:
- Ik weet dat het verspreiden van nieuws en informatie, 'media' heet
- Ik kan benoemen dat er verschillende soorten media zijn, zoals een krant, tijdschrift, radio, tv en internet
- Ik herken verschillende vormen van media.
- Ik ken het begrip 'reclame'.
- Ik weet dat er via media gecommuniceerd kan worden
Informatievaardigheid:
- Ik ken het verschil tussen iets vertellen en een vraag stellen.
- Ik weet dat je vragen kunt stellen als je behoefte hebt aan informatie.
- Ik weet dat je informatie kunt opzoeken als je ergens iets over wilt weten.
- k kan verwoorden of ik antwoord gevonden heb op de zoekvraag.
- Ik kan beschrijven wat zoekmachines op internet zijn.
Computational thinking:
- Ik begrijp dat een computer gebruik maakt van een serie geordende instructies of regels om te weten wat het moet doen.
- Ik kan patronen herkennen in vorm, kleur en model.
- Ik kan de overeenkomsten benoemen tussen taken.
- k kan een reeks instructies aan een klasgenoot geven voor het uitvoeren van een bepaalde taak.
- Ik kan een taak opdelen in stappen en begrijp dat bepaalde stappen tegelijkertijd uitgevoerd kunnen worden