Onderbouw (groep 1, 2, 3)

De volgende leerdoelen komen in deze leerlijn digitale geletterdheid voor de onderbouw van het PO aan bod:

ICT-basisvaardigheden:

  1. Ik kan verschillende soorten computers benoemen.
  2. Ik kan (in grote lijnen) vertellen wat een computer kan.
  3. Ik kan een toetsenbord van een computer bedienen.
  4. Ik kan verschillende soorten computertermen gebruiken (opstarten, afsluiten, opslaan, bestanden, enz.).
  5. Ik kan gebruik maken van een wachtwoord of icoon als inlogmethode.

Mediawijsheid:

  1. Ik weet dat het verspreiden van nieuws en informatie, 'media' heet
  2. Ik kan benoemen dat er verschillende soorten media zijn, zoals een krant, tijdschrift, radio, tv en internet
  3. Ik herken verschillende vormen van media.
  4. Ik ken het begrip 'reclame'.
  5. Ik weet dat er via media gecommuniceerd kan worden

Informatievaardigheid:

  1. Ik ken het verschil tussen iets vertellen en een vraag stellen.
  2. Ik weet dat je vragen kunt stellen als je behoefte hebt aan informatie.
  3. Ik weet dat je informatie kunt opzoeken als je ergens iets over wilt weten.
  4. k kan verwoorden of ik antwoord gevonden heb op de zoekvraag.
  5. Ik kan beschrijven wat zoekmachines op internet zijn.

Computational thinking:

  1. Ik begrijp dat een computer gebruik maakt van een serie geordende instructies of regels om te weten wat het moet doen.
  2. Ik kan patronen herkennen in vorm, kleur en model.
  3. Ik kan de overeenkomsten benoemen tussen taken.
  4. k kan een reeks instructies aan een klasgenoot geven voor het uitvoeren van een bepaalde taak.
  5. Ik kan een taak opdelen in stappen en begrijp dat bepaalde stappen tegelijkertijd uitgevoerd kunnen worden