Onderstaand lesmateriaal staat ter beschikking met de volgende licentie: CC-BY-NC-ND 4.0
1. Ik kan een probleem kleiner maken door deze te verdelen in verschillende onderdelen
Tijdens deze les gaan de leerlingen leren dat apps functioneren vanwege hun algoritmes. Ook gaan ze een prototype ontwerpen voor een app met een zoek-algoritme.
Ontwerp een app met zoekalgoritme (LessonUp) Ontwerp een app met zoekalgoritme (Gynzy)
2. Ik kan een stappenplan maken om zo een probleem op te lossen
Tijdens deze les leren leerlingen het op papier programmeren van een robot. Ze maken algoritmes, oftewel stappenplannen, om de robot specifieke taken te laten uitvoeren. Hierdoor oefenen ze met het bedenken en volgen van stappen om een probleem op te lossen, wat overeenkomt met het leerdoel.
Robots... handige hulp bij al je klusjes! (LessonUp) Robots... handige hulp bij al je klusjes! (Gynzy)
3. Ik kan omschrijven hoe computers en de programma's die ik gebruik, kunnen samenwerken aan een oplossing
Tijdens de les leren de leerlingen over algoritmen, machine learning en deep learning. Ze begrijpen dat algoritmen een reeks instructies zijn om taken uit te voeren, vergelijkbaar met hoe computers werken. Ze ervaren ook hoe beslisbomen algoritmen helpen beslissingen te nemen. De leerlingen passen dit begrip toe door zelf een algoritme te bedenken voor een zelfrijdende auto. Dit praktische aspect van de les laat hen nadenken over hoe computers en programma's samenwerken om complexe problemen op te lossen, zoals de dilemma's waarmee zelfrijdende auto's worden geconfronteerd. Dit sluit aan bij het begrip van computational thinking en digitale vaardigheden, waarbij ze leren hoe ze een gegeven oplossing kunnen omzetten in een algoritme.
Kunstmatige intelligentie (LessonUp) Kunstmatige intelligentie Gynzy)
4. Ik kan een oplossing van een probleem testen en, waar nodig is, aanpassen
‘Computational thinking doe je ZO!’ is het tweede deel van vier Digi-doeners om digitale geletterdheid concreet te kunnen maken in de bovenbouw van het basisonderwijs. De vier onderdelen van digitale geletterdheid (mediawijsheid, computational thinking, ICT-basisvaardigheden en informatievaardigheden) komen op een creatieve, ervaringsgerichte en laagdrempelige manier aan bod. In dit tweede deel ontdekken de leerlingen wat computational thinking is, wat het betekent en ze gaan computational thinking offline én online ervaren.
Computational thinking doe je ZO! (LessonUp) Computational thinking doe je ZO! (Gynzy)
5. Ik kan omschrijven hoe een oplossing ook bij een ander probleem ingezet kan worden.
Leerlingen krijgen tijdens deze les te zien hoe het gebruik van een computerprogramma (Scratch) hen helpt bij het in kaart brengen van aardbevingen. De kennis en vaardigheden die ze opdoen, zoals het werken met coördinaten en het gebruik van Scratch, kunnen ze toepassen bij andere vraagstukken waarbij gegevens in kaart moeten worden gebracht. Zo leren ze dat de oplossingen die ze in deze les gebruiken, breder toepasbaar zijn, bijvoorbeeld bij het visualiseren van andere soorten data.
Aardbevingen in Scratch (LessonUp) Aardbevingen in Scratch (Gynzy)