Vellen
Vellen is het in de juiste richting laten vallen van een boom, waarbij de velrichting van te voren vastgesteld is.
Bij een standaardvelling worden gezonde, rechtopstaande of licht in de valrichting hangende bomen die vrij kunnen vallen geveld. Hierbij wordt alleen de motorkettingzaag gebruikt. De zaag moet zijn afgestemd op de aard van het werk. Hierbij is de lengte van de geleider en het vermogen (gewicht) van de zaag van belang. In het algemeen geldt; hoe langer de geleider, hoe meer vermogen de zaag moet hebben en hoe zwaarder deze is.
Als vuistregel kan worden aangehouden dat de geleiderlengte gelijk moet zijn aan de gemiddelde diameter van de te vellen boom. De minimale geleiderlengte bedraagt ± 30 cm. Zonder problemen kunnen bomen worden geveld met een diameter van twee keer de geleiderlengte. Dit wil zeggen dat je met een geleiderlengte van 30 cm iedere boom tot 60 cm doorsnee zonder problemen kunt vellen. Door de hartsteekmethode toe te passen kan zelfs een boom met een diameter tot 2,2 maal de geleiderlengte worden geveld.
Wanneer je bomen met een grotere diameter moet vellen, dan is het uit oogpunt van veiligheid en ergonomie verstandig om een andere zaag met een korte geleider te gebruiken voor het uitsnoeiwerk.
Vellen van kleine bomen
Ook het vellen van kleine bomen brengt gevaren met zich mee. Let daarom altijd op de veiligheid van jezelf en je omgeving. Gebruik goed materieel en de juiste werktechniek.
Bomen tot 10cm dik kunnen veilig worden geveld op 2 manieren. Om de juiste manier te bepalen ben je afhangkelijk van de stand van de boom.
Bij een scheve stand van de boom zaag je de boom op heuphoogte door. De snede moet dan schuin naar beneden worden gezaagd met de onderzijde van het zwaard. Let op dat je wel haaks op de hangrichting van de boom zaagt. Zorg dan wel dat je de stam in 1 beweging en volgas doorzaagt. Hierbij glijdt de boom van de stam af, waarna je de boom eenvoudig om kunt lopen.
Bij een rechte stand zaag je aan de kant waar de boom naartoe hangt. Maak hierbij een zaagsnede tot ongeveer een derde van de stamdikte. Maak daarna een zaagsnede 5 cm onder de vorige en zaag deze in tot dat de 2 snedes elkaar overlappen. Zorg dat beide snedes haaks op de valrichting worden gezaagt. De boom zal hierdoor de juiste richting op vallen. Mocht dit niet het geval zijn kun je de boom een duwtje geven, zodat deze wel valt.
Als je een grote stuik om gaat zagen is het ook hierbij zo dat je de takken schuin naar beneden moet zagen op heuphoogte. Zaag de takken dan ook haaks op de valrichting. Hierna kun je eenvoudig de stompen van de struik afzagen.
Vellen van grote bomen
Bij het vellen van grote bomen werken we met een aantal stappen. Deze stappen leggen we hieronder uit.
Vrijmaken werkplek
Voordat we een boom gaan vellen moeten eerst eventuele takken of opslag worden verwijderd, zodat de veller de ruimte heeft om terug te kunnen stappen wanneer dit nodig is. Ook kan het bij oudere bomen voorkomen dat er wortelaanlopen zijn. Deze moeten ook worden verwijdert.
Het maken van de valkerf:
Vóór het maken van de valkerf is het noodzakelijk om de valrichting te bepalen. Als de valrichting is bepaald kun je de richting hiervan aangeven door een tak op de grond te leggen of een streep op de grond te maken.
De valkerf moet zo laag mogelijk worden gezaagd en deze moet haaks zijn ten opzichte van de valrichting. We beginnen dan met de valkerfzool die een diepte moet hebben van 1/5 tot 1/4 van de stamdikte. Daarna zagen we het valk. Deze wordt dan schuin ingezaagd richting de valkerfzool. Het is belangrijk dat deze exact op elkaar aansluiten.
Het maken van de spintsnedes:
Na de valsnede worden de spintsnedes gezaagt en zitten aan beide zijden van de valkerf. Deze moeten minimaal 2cm boven de valkerfzool zitten. De diepte is ongeveer 1/10 van de stamdikte. de spintsnede gaan het opscheuren van de boom tegen.
Het maken van de velsnede:
De valsnede wordt op de zelfde hoogte gezaagd als de splintsnedes. Deze wordt evenwijdig met de valkerf gezaagd en moet horizontaal zijn. Bij het zagen van de velsnede ga je door tot dat de boom gaat vallen. Dit is tot een diepte van ongeveer 1/10 van de stamdikte. Het deel waar de boom dan afbreekt noemen we de breuklijst. Deze zorgt ervoor dat de boom kan scharnieren. Ook de breuklijst zorgt voor de juiste valrichting. Deze zal daarom ook altijd recht moeten zijn.
Uitsnoeien
Na het vellen van een boom is het in de meeste gevallen zo dat de takken moeten worden verwijderd. Dit noemen we “uitsnoeien”. Hierbij moeten de takken die nog aan de stam zitten zo glad mogelijk worden afgezaagd. Probeer hierbij de zaag zo veel mogelijk op de stam te laten rusten. Dat zorgt ervoor dat de lichamelijke belasting een stuk minder is. Hierbij is het belangrijk dat je de zaag volgens een vast patroon scharnierend langs de stam voortbeweegt met steun van het rechter been.
Wanneer deze uitgesnoeid is dient te boom om de worden gedraaid om aan de andere zijde de takken te verwijderen. Dit doen we door middel van een keerhaak welke meestal aan de velhevel zit. De velhevel komen we later op terug.
Zorg er wel voor dat je stootsgewijs zaagt, zodat de kettingsnelheid hoog is. Dit is nodig om de zaag optimaal te laten presteren. Ook heb je hiermee betere controle over de machine
Zagen onder spanning
Een scheefstaande boom heeft altijd een soort spanning in de stam. Dit kan komen door natuurlijke groei, maar ook door weersinvloeden. Deze spanning kan erg gevaarlijk zijn en hierbij zal dan ook goed gekeken moeten worden naar de juiste manier van vellen. Het vellen van bomen die onder spanning staan dienen door de grote mate van risico's altijd geveld te worden door ervaren mensen.
Middels de 2 termen duw- en trekzijde geven we de spanningsrichting van de boom aan. Met deze spanningsrichting kunnen we de manier van vellen bepalen. De meest voorkomende situaties leggen we hieronder uit.
Liggende boom.
Bij deze vorm van spanning is het belangrijk dat de boom eerst zoveel mogelijk wordt uitgesnoeid en onttopt, zodat de spanning verminderd wordt. Daarna kan er een zaagsnede worden gemaakt aan de duwzijde (onderzijde) van de stam. Zaag deze in tot ongeveer 1/5 van de stamdikte. Zaag daarna aan de trekzijde de rest van de stam door. Probeer hierbij het knellen van het zaagblad te voorkomen.
Scheefhangende boom.
Hierbij is het belangrijk dat eerst de wortelaanlopen aan de trekzijde worden verwijderd. Deze kunnen de veller raken wanneer ze uit de grond getrokken worden. De valkerf maken we aan de kant waar de boom naartoe hangt (duwzijde). Als dit gedaan is ga je verder met de spintsneden. Vervolgens wordt de zaagsnede gemaakt door het insteken van de zaag. Wanneer dit allemaal is gedaan gaan we de breuklijst zagen. Let wel op dat de breuklijst niet te smal wordt gezaagd, omdat de kans dan bestaat dat de zaag gaat klemmen.