exercice 1*

Bienvenue au première exercice! 

Om de futur proche gemakkelijk te beheersen, gaan wij gezamenlijk de stappen door nemen. 

Zoals je weet bestaat de futur proche uit twee stappen: 

stap 1: het werkwoord ''aller'' (gaan) vervoegen

stap 2: het hele werkwoord erachter plakken

Dus om de futur proche te kunnen gebruiken moet je het werkwoord ''aller'' kunnen vervoegen. Zie onderstaande opdracht; 

Très bien! 

Nu jij stap 1 beheerst, gaan wij door naar stap 2. Dat is simpelweg de hele werkwoord achter stap 1 plakken. 

Maak de onderstaande opdrachten: