Je vertelt kort wat over de stad: hoe oud is de stad, waar ligt de stad in het land, etc,...
Leg uit wat je allemaal kunt bezoeken en wat er allemaal is te doen in je stad.
- Je bespreekt drie bezienswaardigheden die in de stad te zien zijn: bijvoorbeeld gebouwen, een kasteel, een museum, enz,...
- Je bespreekt drie voorzieningen in de stad die de moeite waard zijn: bijvoorbeeld speciale winkels, hotels, restaurants, etc,...