Opdracht 1

Je vertelt kort wat over de stad: hoe oud is de stad, waar ligt de stad in het land, etc,...

Leg uit wat je allemaal kunt bezoeken en wat er allemaal is te doen in je stad.

Je bespreekt drie bezienswaardigheden die in de stad te zien zijn: bijvoorbeeld gebouwen, een kasteel, een museum, enz,...

- Je bespreekt drie voorzieningen in de stad die de moeite waard zijn: bijvoorbeeld speciale winkels, hotels, restaurants, etc,...