Algemeen
Reuk speelt vanaf de geboorte een belangrijke rol. Baby’s herkennen de geur van de moederborst en draaien hun hoofd ernaartoe. Ook het onderscheid maken tussen aangename en onaangename geuren is al vanaf heel jong aanwezig. Het reageren op geur gebeurt merendeels onbewust. De reukwaarneming kan veel sterker dan andere zintuigen emoties, gemoedstoestanden en herinneringen oproepen. Zo gebruiken warenhuizen geurtjes die ons kooplustiger maakt. Overigens is het zo dat overdaad schaadt.
Ontwikkelingsfases reukvermogen
Er is een ontwikkeling in vier fasen te onderscheiden bij het ontwikkelen van je reukvermogen. Het begint bij het signaleren van geur, bijvoorbeeld de geur van de moederborst of de geur van iets wat je kookt. Ruiken aan iets kan best spannend zijn. Daarna ga je geur herkennen door het te koppelen aan voorwerpen, of door informatie van anderen, zoals de geur van chloor aan badkleding. Vervolgens geef je er betekenis aan, zoals dat chloor je doet denken aan het zwembad. En als laatste reageer je op geur, bijvoorbeeld dat je trek krijgt bij etenslucht, of je neus dichtknijpt bij stank. Geur kan ook een alarmerende functie hebben, bijvoorbeeld bij gas- of brandlucht.
Overgevoeligheid of ondergevoeligheid
Er is sprake van overgevoeligheid bij een overmatige reactie, soms tot kolkhalzen toe, op een geurprikkel die door anderen als normaal wordt ervaren. Bij ondergevoeligheid kunnen leerlingen weinig onderscheid maken tussen verschillende geuren. Dit kan een probleem geven in gevaarlijke situaties, bijde alarmerende functie van geur, bijvoorbeeld niet reageren op brandlucht.
(EMB-ontwikkelingskaart voor de sensomotorische ontwikkeling, SLO 2022)