In deze stap kijk je vooral naar de bevolkingssamenstelling van de bevolking in het Caribisch gebied, door de demografische gegevens van enkele Caribische landen te bestuderen. In 2020 werd de bevolkingsgrootte van het hele Caribisch gebied (inclusief de kustlanden in Midden-Amerika en Zuid-Amerika) geschat op 301 miljoen inwoners, met een gemiddelde jaarlijkse bevolkingsgroei van 1,2% in de voorgaande 20 jaar (tussen 2000 en 2020).

Bron 2: Gemiddelde jaarlijkse bevolkingsgroei in het Caribisch gebied
De bevolkingsgroei was tussen 2000 en 2020 groot op de eilanden, dankzij de bloeiende toerisme industrie. Deze groei was voornamelijk te danken aan de komst van migranten. De valt onder sociale bevolkingsgroei, wat centraal zal staan in het volgende katern.
Bevolkingssamenstelling
De term ‘bevolkingssamenstelling’ wordt gebruikt om te beschrijven wat voor soort mensen er in een gebied wonen, meestal beschreven in termen van leeftijd, geslacht, etnische samenstelling, en soms ook beroep, opleidingsniveau, enz.
In bron 3 zijn bevolkingsgegevens van Aruba te zien. Je ziet dat de bevolking gekrompen is tussen 2015 en 2023, en dat er meer vrouwen dan mannen zijn.

Bron 3: Bevolkingsgegevens Aruba
In bron 4 is een overzicht te zien van etnische groepen in het Caribisch gebied. Dit gebied is een mozaïek van etniciteit met Afrikaanse, Europese, Indiase en Inheemse gemeenschappen.

Bron 4: Etnische groepen in landen in het Caribisch gebied (N/A betekent ‘niet beschikbaar’)
Geboorte- en sterftecijfer
Om de leeftijdsopbouw van de bevolking in een land weer te geven, wordt de bevolking opgedeeld in leeftijdsgroepen. Dit kan het beste weergegeven worden in een bevolkingsdiagram.

Bron 5: Bevolkingsdiagram Haïti in 2023 (links) en 2050 (rechts).
In een bevolkingsdiagram worden mannen en vrouwen gescheiden weergegeven. Op de horizontale as staan de aantallen (in procenten) en op de verticale as de leeftijdsgroepen.
In bron 5 is het bevolkingsdiagram van Haïti te zien. Je ziet in bron 5 (links) nog een duidelijke piramidevorm terug wat aangeeft dat er veel kinderen geboren worden, maar dat de kindersterfte hoog is en het aantal mensen dat per leeftijdsgroep overlijdt hoog is. Het aantal ouderen is laag. De laatste 10 jaar is te zien dat de staven min of meer gelijk blijven, wat er op wijst dat de kindersterfte minder is geworden (door bijv. verbeterde gezondheidszorg, voedselvoorziening, hygiëne of maatregelen op het gebied van family planning). Het geboortecijfer (het aantal kinderen dat per jaar wordt geboren per duizend inwoners) is nog wel hoog in Haïti, net als het sterftecijfer (het aantal overledenen per jaar per duizend inwoners). Toch is het sterftecijfer ooit hoger geweest, zoals te zien is in bij de oudere bevolkingsgroep in het bevolkingsdiagram. In bron 5 rechts is te zien dat de bevolking in 2025 groter zal zijn. Het geboortecijfer veranderd de komende 25 jaar namelijk nauwelijks. Je ziet in 2050 een hele lichte afname van het aantal geboortes, maar de kinderen die geboren zijn 30 jaar geleden zijn bijna allemaal nog in leven. Dit zorgt voor een verwachte toename van 26%. In het Caribisch gebied is Haïti het land met de jongste bevolking. In 2020 was meer dan de helft van de Haïtianen jonger dan 2025. Je kunt dit ook duidelijk zien in bron 5 links de staven van de leeftijdsgroepen worden snel minder breed.

Bron 6: Vruchtbaarheidscijfer vs. kindersterfte
In bron 6 zie je verschillende landen in de grafiek, waaronder Haïti. De grafiek laat op de X-as het aantal kinderen zien dat overlijdt voor ze de leeftijd van 5 jaar bereiken. Op de Y-as is het vruchtbaarheidscijfer te zien: de verhouding tussen het aantal geboorten bij vrouwen van een bepaalde leeftijd in een jaar en het gemiddeld aantal vrouwen van die leeftijd in de bevolking gedurende dat jaar. Haïti zit ongeveer in het midden van de grafiek, waarbij je ziet dat de kindersterfte 5,56% is en het vruchtbaarheidscijfer 2,66 (geboortes per vrouw). Hoog kindersterfte gaat vaak samen hoge vruchtbaarheid. Uit bron 5 was eerder de conclusie getrokken dat de kindersterfte afneemt. Dalende kindersterfte leidt meestal tot dalende vruchtbaarheid. Dit komt doordat meer kinderen overleven als gevolg van betere gezondheidszorg, waardoor de noodzaak om ‘voor de zekerheid’ veel kinderen te krijgen, afneemt. Een daling in kindersterfte is vaak een voorloper van een daling in het vruchtbaarheidscijfer, wat duidt op maatschappelijke vooruitgang. Haïti heeft ook de laagste levensverwachting van alle landen in het Caribisch gebied (60,7 voor mannen en 67 voor vrouwen).
Een ander voorbeeld van geboorte- en sterftecijfers is te zien in bron 7. Je ziet de cijfers van Cuba. In Cuba was het geboortecijfer (birth rate - rode lijn) tussen 1960 en 2010 hoger dan het sterftecijfer (death rate – blauwe lijn). Er was dus sprake van een geboorteoverschot, de bevolking groeit (door meer geboortes dan overlijdens). Het geboorteoverschot werd wel steeds kleiner, de bevolking groeit steeds minder snel. Als het geboortecijfer verder blijft dalen en het sterftecijfer verder toeneemt, zal de groei van de bevolking tot stilstand komen of zal de bevolking misschien zelfs krimpen. De toename van het sterftecijfer is waarschijnlijk niet door kindersterfte maar door vergrijzing. In bron 7 zie je een duidelijke daling vanaf 1964. Om te begrijpen waarom dit zo is, moet gekeken worden naar gebeurtenissen in een land. In 1959 was er in Cuba een revolutie. De veranderingen in geboorte- en sterftecijfers hebben met die revolutie te maken. Een verwachte probleem in de toekomst van Cuba is een economische crisis door een te lage vruchtbaarheid.

Bron 7: Ontwikkeling geboortecijfer en sterftecijfer in Cuba tussen 1960 en 2010
Martinique en Guadeloupe zijn beide landen met een hoog sterftecijfer: 16 doden per 1000 inwoners. Dit hoge cijfer is te verklaren door een groot percentage inwoners die ouder dan 60 jaar zijn. In 2020 waren 110 mensen boven de 65, voor elke 100 onder de 20. Als in een land het sterftecijfer hoger is dan het geboortecijfer, dan heeft het land een sterfteoverschot: de bevolking in het gebied neemt af.
Bevolkingsgroei
De toename (of afname) van de bevolking van een land door een geboorteoverschot (of sterfteoverschot) noem je de natuurlijke bevolkingsgroei van de bevolking. Houd je ook rekening met de migratie (emigratie en immigratie), dan spreek je van sociale bevolkingsgroei. De sociale bevolkingsgroei wordt behandeld in het katern ‘Sociale bevolkingsgroei – demografische dimensie’.

Bron 8: De bevolkingsgroei van Aruba tussen 2007 en 2023.
In bron 8 is te zien dat de natuurlijke bevolkingsgroei op Aruba afneemt. Er worden dus minder kinderen geboren. Dit past ook bij de bevolkingspiramide van Aruba (bron 9).

Bron 9: Bevolkingspiramide Aruba
Aan de lage staven onderin bij 0-4 jaar oud, zie je dat er weinig kinderen geboren worden. Deze kinderen blijven in leven en de levensverwachting bij geboorte ligt nu rond de 77 jaar op Aruba. Dit komt door de relatief goede economische situatie, er wordt gedaan aan gezinsplanning en de hygiëne, de gezondheidszorg en de voedselvoorziening zijn redelijk goed.
Bij de meest welvarende landen past een bevolkingsdiagram in de vorm van een urn. Het geboortecijfer en het sterftecijfer zijn beide laag. Het gevolg is een relatieve afname van het aantal jongeren onder de 15, je noemt dat ontgroening. Daar staat tegenover dat het aandeel ouderen is toegenomen: vergrijzing.

Bron 10: Bevolking Caribisch Nederland in 2030 grijzer. Bewoners van het eiland Bonaire.
De vorm van het bevolkingsdiagram zegt iets over de economische situatie van het land. Welk bevolkingsdiagram bij een land past, zal in de loop van de tijd veranderen. In bron 11 zie je de bevolkingsdiagrammen van Curaçao in 1954 en 1994 en het verwachtte diagram in 2050. Je ziet dat de piramidevorm, via de granaat-vorm, verandert naar de urn-vorm. Meerdere bevolkingsdiagrammen van een land naast elkaar over verschillende jaren heen, laat de ontwikkeling van de economische situatie van dat land zien.
![]() |
![]() |
![]() |
Bron 11: Bevolkingsdiagrammen Curaçao: een piramide (1954), een granaat (1994) en een urn (2050).
Demografische druk
Als je kijkt naar de leeftijdsopbouw in een land, kun je ook kijken naar het aantal werkenden en het aantal niet-werkenden. Demografische druk is de verhouding tussen het productieve deel van de bevolking: werkenden, veelal mensen van 15 tot 65 jaar (de gemiddelde pensioenleeftijd, zie bron 12) en het niet-productieve deel van de bevolking: niet-werkenden, veelal jongeren onder de 15 jaar en ouderen boven de 65 jaar. De demografische druk wordt groter als de groep werkenden in verhouding tot de niet-werkenden kleiner wordt.
| Pensioenleeftijd De pensioenleeftijd in het ene land verschilt met die van het andere land. In Haïti bijvoorbeeld is de pensioenleeftijd vastgesteld op 58 jaar. In Aruba is de pensioenleeftijd de afgelopen jaren stapsgewijs verhoogd naar 65 jaar. In veel landen wordt de pensioenleeftijd aangepast aan de levensverwachting. Ook de leeftijd waarop jongeren beginnen met werken verschilt per land. In het algemeen geldt dat jongeren in welvarende landen later beginnen met (fulltime) werk dan in ontwikkelingslanden. De leeftijden die worden gebruikt in deze opdracht wijken daarom mogelijk iets af van de werkelijke situatie in het land. |
Bron 12: Pensioenleeftijd
Een toename van de druk betekent dat de werkenden meer moeten verdienen om de niet-productieve bevolking te kunnen onderhouden. In bron 13 is te lezen dat een stijgende demografische druk kan leiden tot toenemende financiële druk. Vergrijzing leidt tot minder werkenden, maar wel tot hogere zorgkosten en meer mensen die aansprak maken op een ouderdomsuitkering.

Bron 13: Sociale zekerheid Aruba onder druk door vergrijzing
De demografische druk bereken je met de volgende formule:

Er geldt ‘hoe hoger het percentage, hoe groter de demografische druk’.
Demografische transitie
De geboorte- en sterftecijfers zijn geen vaststaande gegevens zijn. Door allerlei oorzaken kunnen deze cijfers veranderen en als de cijfers veranderen, verandert daarmee ook de bevolkingsopbouw. In grote lijnen verlopen de veranderingen van het geboorte- en sterftecijfer in verschillende landen op eenzelfde manier. Landen doorlopen vaak dezelfde fases, al bevindt niet ieder land zich op hetzelfde moment in dezelfde fase. In welke fase een land zich bevindt, wordt voor een belangrijk deel bepaald door de economische ontwikkeling van het land. Het doorlopen van deze fases wordt een demografisch transitie genoemd, een overgang naar de volgende fase van ontwikkeling. Dit kun je grafisch weergeven in het demografisch transitiemodel (zie bron 14).

Bron 14: Demografisch transitiemodel
In bron 15 zie je verschillende landen in het Caribisch gebied, verdeeld over de verschillende fases van demografische transitie. Er is gekozen om niet fase 1 – 5 te noteren, maar gebruik te maken van omschrijvingen (very advances tot moderate). Fase 1 ontbreekt, omdat er wereldwijd geen land meer is dat volledig in fase 1 zit.
Uit de data van bron 15 is te concluderen dat in het Caribisch gebied het gemiddelde vruchtbaarheidscijfer tussen 2000-2005 en 2015-2020 gedaald is van 2,5 naar 2,2 kind per vrouw, en de verwachting is dat deze trend zich zal voortzetten. De gemiddelde levensverwachting bij geboorte is gestegen van 70 naar 73, en ook hierbij is de verwachting dat dit zal doorzetten. Een logisch gevolg in het Caribisch gebied is dus een steeds snellere vergrijzing van de bevolking. Het aandeel ouderen zal naar verwachting 25% zijn in 2050. Er bestaan wel grote verschillen tussen landen in het tempo van de demografische transitie, die vaak worden verborgen door regionale gemiddelden. Barbados en Cuba zijn in een zeer vergevorderd stadium van de demografische transitie. Belize, Guyana, Jamaica en Suriname zijn minder verder gevorderd, maar hebben wel te maken met een verschuiving in de bevolkingssamenstelling.

Bron 15: Fase van demografische transitie van landen in het Caribisch gebied
De demografische transitie vindt plaats binnen verschillende fases van ontwikkeling. Niet alle landen die in een zeer vergevorderd en gevorderd stadium van de demografische zitten, hebben een hoge levensstandaard (zie bron 16). Sommige landen horen volgens de Wereldbank bij hoge-inkomens landen, en anderen tot boven-middeninkomenslanden. Het BNP per hoofd varieert per land, net als de overheidsschuld als percentage van het BBP. Dat leidt er toe dat landen niet altijd dezelfde middelen hebben om maatregelen te nemen die horen bij de uitdagingen van vergrijzing. Voor alle landen geldt echter wel dat beleid op het gebied van vergrijzing nodig is, waarbij aandacht is voor de diensten die ouderen nodig hebben, net name op het gebied van pensioenen, gezondheidszorg en mantelzorg. Tussen beleid en praktijk is in veel landen een grote kloof.

Bron 16: Sociaaleconomische indicatoren voor landen in het Caribisch gebied
![]() |
Vragen |
|
1 In 2018 was het geboortecijfer in Aruba 12,3 ‰. Het sterftecijfer was 8,5 ‰. |
|
2 Gebruik bron 17.
a In de tabel ontbreken drie gegevens (x, y en z). |
|
3 Op www.populationpyramid.net kun je bevolkingsdiagrammen bekijken.
Bron 18: Bevolkingsdiagram Barbados a Geef aan welke vorm dit bevolkingsdiagram heeft. |
|
4 Gebruik bron 7 (zie uitleg). a In de figuur zie je dat de rode lijn tussen 1960 en 2010 steeds boven de blauwe lijn loopt.
|
|
5
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
6 De meest voorkomende religie op de eilanden die deel uitmaken van Caribisch Nederland is het Christendom. Veel inwoners zijn katholiek of protestants, en er zijn tal van kerken en christelijke gemeenschappen in de regio. Religie kan een rol spelen in het demografisch transitiemodel. |
|
7 Vrouwenemancipatie verwijst naar het streven voor gelijke rechten, kansen en vrijheden voor vrouwen op alle gebieden van het leven, dus op politiek, sociaal, economisch en cultureel gebied. Vrouwenemancipatie speelt een belangrijke rol in het demografische transitiemodel. |
|
8 Gebruik bron 19
Bron 19: Gebruik en toegang tot moderne anticonceptiemiddelen In bron 19 is te zien hoe in 23 landen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied de toegang is tot moderne anticonceptiemiddelen. Onderzoek voor Haïti of de resultaten in bron 19 overeenkomen met de positie in het demografisch transitiemodel. |
|
9 Gebruik bron 20.
Uit de vorm van de bevolkingsdiagrammen van beide landen kun je opmaken dat de landen in een verschillende fase van het demografisch transitiemodel bevinden.
|