Stap 1: Leeftijdsopbouw - bevolkingsdiagram

Een demograaf kijkt naar de bevolkingssamenstelling in een land. Hij of zij kijkt naar de verschillende kenmerken van de mensen die in dat land wonen. De samenstelling wordt beschreven met verschillende demografische variabelen, zoals leeftijd, geslacht, etniciteit (afkomst), religie, opleidingsniveau, beroepsstatus, en gezinssamenstelling.

In deze stap kijk je vooral naar de leeftijdsstructuur of leeftijdsopbouw van de bevolking. Je leert hoe je die leeftijdsopbouw kunt weergeven en welke factoren die leeftijdsopbouw kunnen beïnvloeden. Dat doe je door te kijken naar gegevens van enkele Caribische landen.

Bevolkingsdiagrammen

Om de leeftijdsopbouw van de bevolking in een land weer te geven, wordt de bevolking opgedeeld in leeftijdsgroepen. Een bevolkingsdiagram is een staafdiagram waarmee je die leeftijdsgroepen in beeld kunt brengen. Op die manier zie je dus ook  meteen de leeftijdsopbouw in een bepaald land. In een bevolkingsdiagram worden mannen en vrouwen meestal gescheiden weergegeven. Op de horizontale as staan de aantallen (in procenten) en op de verticale as de leeftijdsgroepen. Er worden drie vormen van bevolkingsdiagrammen onderscheiden: de piramide, de granaat en de urn. Zie bron 1 voor een voorbeeld van die vormen.  

Bron 1: Bevolkingsdiagrammen in de vorm van een piramide (links), een granaat (midden) en een urn (urn).
Bron: https://www.populationpyramid.net/

Het bevolkingsdiagram in de vorm van een piramide heeft onderin lange staven; in een land met dit diagram wonen dus relatief veel jongeren. Bovenin zijn de staven erg kort, dit geeft aan dat het aandeel ouderen laag is.
De tweede vorm is de granaat. De staven onderin en in het midden zijn ongeveer even lang. De leeftijdsgroepen onderin en in het midden zijn ongeveer even groot. Het aantal ouderen is iets toegenomen ten opzichte van het aantal ouderen in de piramidevorm.
De derde vorm wordt de urn genoemd. De staven zijn onderin kort en worden naar boven toe eerst langer en helemaal bovenin korter. In een land met dit diagram is het aandeel jongeren relatief klein en het aantal volwassenen en ouderen juist relatief groot.

Geboorte- en sterftecijfer
Twee factoren die grote invloed hebben op de omvang van de bevolking, en die ook de leeftijdsopbouw in een land sterk kunnen beïnvloeden, zijn het geboortecijfer en het sterftecijfer. Het geboortecijfer is het aantal kinderen dat per jaar wordt geboren per duizend inwoners. Het sterftecijfer is het aantal overledenen per jaar per duizend inwoners. Het geboorte- en sterftecijfer zijn relatieve getallen (aantal per duizend, weergegeven als promillage ‰). Het gebruik van relatieve getallen vergemakkelijkt het vergelijken van de cijfers van het ene land met het andere land.

Als er in een land per jaar meer mensen worden geboren dan dat er overlijden, heb je een geboorteoverschot; de bevolking in het land neemt toe. Omgekeerd, is het sterftecijfer in een land hoger dan het geboortecijfer dan heeft het land een sterfteoverschot; de bevolking in het gebied neemt af. Zie bron 2 voor een voorbeeld hiervan in Cuba. In Cuba was het geboortecijfer (birth rate - rode lijn) tussen 1960 en 2010 hoger dan het sterftecijfer (death rate – blauwe lijn). Er was sprake van een geboorteoverschot, de bevolking groeit. Het geboorteoverschot werd wel steeds kleiner, de bevolking groeit steeds minder snel. Als het geboortecijfer verder blijft dalen en het sterftecijfer verder toeneemt, zal de groei van de bevolking tot stilstand komen of zal de bevolking misschien zelfs krimpen.

Bron 2: Ontwikkeling geboortecijfer en sterftecijfer in Cuba tussen 1960 en 2010

De toename (of afname) van de bevolking van een land door een geboorteoverschot (of sterfteoverschot) noem je de natuurlijke bevolkingsgroei van de bevolking. Houd je ook rekening met de migratie (emigratie en immigratie), dan spreek je van sociale bevolkingsgroei. De sociale bevolkingsgroei wordt behandeld in het katern ‘Sociale bevolkingsgroei – demografische dimensie’.

In plaats van te kijken naar de natuurlijke bevolkingsgroei van de gehele bevolking, kun je ook specifieker kijken naar de veranderingen tussen leeftijdsgroepen. Doe je dat, dan kun je beter de vorm van het bevolkingsdiagram verklaren.

Past bij een land een bevolkingsdiagram in de vorm van de piramide, dan wijst dat op een hoog geboortecijfer, immers de onderste staaf is erg breed. Maar er is ook sprake van een hoge kindersterfte, de staven worden snel minder breed. De bovenste staven zijn smal, dat betekent dat de meeste mensen niet erg oud worden. De gemiddelde leeftijd van de bevolking is laag.
De piramidevorm past bij ontwikkelingslanden. Het geboortecijfer is hoog want er wordt niet of nauwelijks aan family-planning (gezinsplanning) gedaan; er worden geen of weinig maatregelen genomen om een zwangerschap te voorkomen. Het sterftecijfer is hoog want de hygiëne, de gezondheidszorg en de voedselvoorziening laten te wensen over.  

Als een land een bevolkingsdiagram in de vorm van een granaat heeft, dan is de kindersterfte lager dan in een land met een bevolkingsdiagram in de vorm van een piramidevorm. Ook het geboortecijfer is lager en er zijn in verhouding iets meer ouderen. Het land is geen ontwikkelingsland. De economische situatie is beter en er wordt gedaan aan gezinsplanning en de hygiëne, de gezondheidszorg en de voedselvoorziening zijn redelijk goed.

Bij de meest welvarende landen past een bevolkingsdiagram in de vorm van een urn. Het geboortecijfer en het sterftecijfer zijn beide laag. Het gevolg is een relatieve afname van het aantal jongeren onder de 15, je noemt dat ontgroening. Daar staat tegenover dat het aandeel ouderen is toegenomen: vergrijzing.

Bron 3: Bevolkingsdiagrammen Curaçao: een piramide (1954), een granaat (1994) en een urn (2050).

De vorm van het bevolkingsdiagram zegt iets over de economische situatie van het land. Welk bevolkingsdiagram bij een land past, zal in de loop van de tijd veranderen. In bron 3 zie je de bevolkingsdiagrammen van Curaçao in 1954 en 1994 en het verwachtte diagram in 2050. Je ziet dat de piramidevorm, via de granaat-vorm, verandert naar de urn-vorm. Meerdere bevolkingsdiagrammen van een land naast elkaar over verschillende jaren heen, laat de ontwikkeling van de economische situatie van dat land zien.

 

Demografische druk
Als je kijkt naar de leeftijdsopbouw in een land, kun je ook kijken naar het aantal werkenden en het aantal niet-werkenden. De verhouding tussen het productieve deel van de bevolking (werkenden, veelal mensen van 15 tot 65* jaar) en het niet-productieve deel van de bevolking (niet-werkenden, veelal jongeren onder de 15 jaar en ouderen boven de 65 jaar) noem je de demografische druk. De demografische druk wordt groter als de groep werkenden in verhouding tot de niet-werkenden kleiner wordt. Een toename van de druk betekent dat de werkenden meer moeten verdienen om de niet-productieve bevolking te kunnen onderhouden.

*Pensioenleeftijd
De pensioenleeftijd in het ene land verschilt met die van het andere land. In Haïti bijvoorbeeld is de pensioenleeftijd vastgesteld op 58 jaar. In Aruba is de pensioenleeftijd de afgelopen jaren stapsgewijs verhoogd naar 65 jaar. In veel landen wordt de pensioenleeftijd aangepast aan de levensverwachting.
Ook de leeftijd waarop jongeren beginnen met werken verschilt per land. In het algemeen geldt dat jongeren in welvarende landen later beginnen met (fulltime) werk dan in ontwikkelingslanden.
De leeftijden die worden gebruikt in deze opdracht wijken daarom mogelijk iets af van de werkelijke situatie in het land.

 

De demografische druk bereken je met de volgende formule:

Er geldt ‘hoe hoger het percentage, hoe groter de demografische druk’.

Vragen

1 In 2018 was het geboortecijfer in Aruba 12,3 ‰. Het sterftecijfer was 8,5 ‰.
Aruba had in januari 2018 afgerond 116.500 inwoners.
a Wat betekent een geboortecijfer van 12,3 ‰?
b Bereken hoeveel mensen er in Aruba in 2018 zijn overleden.
c Bereken ook de grootte van het geboorteoverschot in Aruba in 2018. Stel dat er geen sprake is van migratie, hoe groot is dan het aantal inwoners van Aruba in januari 2019?

 

2 Gebruik bron 4.

Bron 4: Leeftijdsopbouw Bahama's


a In de tabel ontbreken drie gegevens (x, y en z).
Welke getallen moeten op de ontbrekende plekken staan?
b Bereken de demografische druk, waarbij je ervan uit mag gaan dat iedereen tussen de 15 en 65 jaar werkt.
c Wat betekent het als de demografische druk in een land stijgt?

 

3 Op www.populationpyramid.net kun je bevolkingsdiagrammen bekijken.
Gebruik bron 5.

Bron 5: Bevolkingsdiagram Barbados


a Welke vorm heeft dit bevolkingsdiagram?
b Uit het bevolkingsdiagram kun je afleiden dat er in 2070 sprake is van ontgroening en vergrijzing in Barbados. Omschrijf beide begrippen.
c Wat denk je: doen koppels in Barbados in 2070 wel of niet aan family planning? Leg je antwoord uit.

 

4 Gebruik bron 2.

Bron 2: Ontwikkeling geboortecijfer en sterftecijfer in China tussen 1960 en 2010


a In de figuur zie je dat de rode lijn tussen 1960 en 2010 steeds boven de blauwe lijn loopt. Wat zegt dit over de bevolkingsomvang van Cuba?
b Anke en Yorrick hebben allebei een grafiek geschetst die de bevolkingsomvang als gevolg van natuurlijke bevolkingsgroei in Cuba tussen 1960 en 2010 moet weergeven.

Welke grafiek past bij bron 2? Leg je antwoord uit.

 

Opdracht: Bevolkingsopbouw Caribisch gebied

In deze opdracht ga je zelf een aantal demografische gegevens verzamelen. Je doet van een aantal landen in het Caribisch gebied en van een aantal landen die in de buurt van het Caribisch gebied liggen. Als je de gegevens verzameld hebt, vergelijk je de gegevens met elkaar.
Je kunt gebruik maken van de volgende bronnen:
•    www.indexmundi.com  
•    www.ourworldindata.org
•    www.populationpyramid.net
Schrijf op welke bronnen je hebt gebruikt. Dan kun je de gegevens eventueel later terugvinden.

Bekijk de tabel hieronder.

  • Kies uit de tabel drie landen, uit iedere kleur één: dus eerst Aruba of Curaçao (landen binnen het Caribische deel van het Nederlands Koninkrijk), daarna Cuba, Dominicaanse Republiek, Haïti of Puerto Rico (eilanden van het Caribisch gebied) en ten en ten slotte Costa Rica, Mexico, Suriname of Venezuela (landen op het vasteland in de buurt van het Caribisch gebied).
  • Maak nu zelf een tabel met de door jou gekozen landen.
  • Zoek op internet van de gekozen landen een recent geboortecijfer en sterftecijfer en schrijf de gegevens in de tabel.
  • Bereken met de gegevens de bevolkingsgroei.
  • Zoek op wat het aandeel 0-15 jarigen, 15-65 jarigen en 65+ers is in de door jou gekozen (ei)landen. Bereken met deze gegevens voor ieder land de demografische druk.
  • Ga op zoek naar een recent bevolkingsdiagram van elk (ei)land op. Welke vorm past het best bij het diagram? Schrijf de naam van deze vorm in de tabel.

 

 

1

2

3

Land  

geboorte-cijfer in ‰

sterfte-cijfer in ‰

geboorte- / sterfte
overschot

aandeel0 – 15 jarigen in %

aandeel  15 – 65 jarigen in %

aandeel 65+ers in %

demo-grafische druk

vorm bevolkings-diagram

Aruba

 

 

 

 

 

 

 

 

Curaçao

 

 

 

 

 

 

 

 

Cuba

 

 

 

 

 

 

 

 

Dominicaanse R.

 

 

 

 

 

 

 

 

Haïti

 

 

 

 

 

 

 

 

Puerto Rico

 

 

 

 

 

 

 

 

Costa Rica

 

 

 

 

 

 

 

 

Mexico

 

 

 

 

 

 

 

 

Suriname

 

 

 

 

 

 

 

 

Venezuela

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gebruik de ingevulde tabel voor het beantwoorden van de volgende vragen.
1 Springt er een land uit als je kijkt naar het verschil tussen het geboortecijfer en het sterftecijfer? Zo ja, welk land?
2 Welk land in jouw tabel heeft de hoogste demografische druk en welk land de laagste?
3 Vergelijk nu ook de vormen van de bevolkingsdiagrammen.
Zijn er verschillen? Zo ja, probeer een verklaring te geven voor deze verschillen.