Beantwoord de volgende vragen.
1 De vorm van een bevolkingsdiagram van een land kan in de loop van de tijd veranderen. Welke demografische trend past bij een verandering van een piramidevormig naar een granaat-vormig bevolkingsdiagram?
A) Toenemende kindersterfte en dalend geboortecijfer.
B) Dalende kindersterfte en dalend geboortecijfer.
C) Toenemende vergrijzing en hoog geboortecijfer.
D) Stabiele bevolkingsgroei en dalende kindersterfte.
2 De vorm van een bevolkingsdiagram van een land kan in de loop van de tijd veranderen. Welke verandering past bij een land als het bevolkingsdiagram verandert van piramide- naar urn-vorm?
A) Overgang van een ontwikkelingsland naar een welvarend land.
B) Verandering van een agrarische naar een industriƫle economie.
C) Overgang van een laag naar een hoog geboortecijfer.
D) Stijging in de kindersterfte en daling in de levensverwachting.
3 Wat is de betekenis van 'demografische druk' in economische termen?
A) De druk van de bevolking op natuurlijke hulpbronnen.
B) De verhouding tussen de economisch actieve en niet-actieve bevolking.
C) De druk van de bevolkingsgroei op het onderwijssysteem.
D) De impact van de vergrijzing op de gezondheidszorg.
4 Hoe heeft een politiek besluit over een verandering van de pensioenleeftijd invloed op de demografische druk in het land?
A) Het heeft invloed op het geboorte- en sterftecijfer.
B) Het heeft invloed op de verhouding tussen werkenden en niet-werkenden.
C) Het heeft invloed op de ontgroening en de vergrijzing.
5 Wat is het meest waarschijnlijke gevolg van economische teruggang na bijvoorbeeld een natuurramp op de demografische ontwikkeling?
A) Een directe toename van de bevolkingsgroei.
B) Een verminderde neiging tot emigratie.
C) Uitstel van het krijgen van kinderen.
D) Een toename van de levensverwachting.
6 Waar of niet waar?
I Kolonialisme en slavernij hebben de etnische samenstelling van de bevolking in het Caribisch gebied blijvend veranderd.
II Kolonialisme en slavernij hebben de leeftijdsopbouw van de bevolking in het Caribisch gebied blijvend veranderd.
A) I en II zijn beide waar.
B) I is waar, II is niet waar.
C) I is niet waar, II is waar.
D) I en II zijn beide niet waar.
7 Welk gevolg op lange termijn van klimaatverandering is het meest waarschijnlijk in het Caribisch gebied?
A) Toename van het geboortecijfer.
B) Toename van de levensverwachting.
C) Toename van migratie.
D) Toename van etnische diversiteit.
8 In welke fase van het demografisch transitiemodel is er sprake van snelle bevolkingsgroei door een hoog geboortecijfer en een snel dalend sterftecijfer?
A) Fase 1
B) Fase 2
C) Fase 3
D) Fase 4
9 Waar of niet waar?
I Verbetering in de medische zorg, hygiƫne en voedselvoorziening zijn belangrijke factoren voor de verklaring van het hoge geboortecijfer in fase 2.
II Het toenemend gebruik van voorbehoedsmiddelen is een belangrijke verklaring voor de sterkte daling van het geboortecijfer in fase 3 van het demografisch transitiemodel?
A) I en II zijn beide waar.
B) I is waar, II is niet waar.
C) I is niet waar, II is waar.
D) I en II zijn beide niet waar.
10 Waar of niet waar?
I In fase 4 van het demografisch transitiemodel is er sprake van ontgroening en vergrijzing.
II In fase 5 van het demografisch transitiemodel is er sprake van bevolkingskrimp.
A) I en II zijn beide waar.
B) I is waar, II is niet waar.
C) I is niet waar, II is waar.
D) I en II zijn beide niet waar.