Opdrachten

Opdracht 1:

 

Lees onderstaande tekst door en beantwoord de vragen in je schrift. Deze tekst is ook een voorbeeld voor de tekst die jij moet schrijven. De tekst is geschreven voor klas 3, daarom zijn alle begrippen uitgelegd.

 

De batterij

 

Een batterij is een voorbeeld van een spanningsbron. Een spanningsbron zorgt voor de aanvoer van elektrische energie in een stroomkring. Een batterij zet chemische energie om in elektrische energie. Chemische energie is de energie die vrijkomt door chemische reacties. In een batterij zitten stoffen die, doormiddel van een chemische reactie, elektrische energie maken.

Batterijen zijn makkelijk te verkrijgen spanningsbronnen en zijn klein waardoor ze makkelijk te gebruiken zijn maar batterijen zijn schadelijk voor het milieu door de chemische stoffen. Hierdoor moet je de batterijen weggooien bij het chemisch afval.

Batterijen worden bijvoorbeeld gebruikt in een afstandsbediening of een zaklamp. Een batterij levert niet genoeg elektrische energie voor grote apparaten.

 

Vraag 1: Wat is een spanningsbron?

 

Vraag 2. Beschrijf in 1 zin waar de tekst over gaat.

 

Vraag 3: Wat is chemische energie?

 

Vraag 4: Waar komt de energie van een batterij vandaan?

 

Vraag 5: Wat zijn voordelen van een batterij?

 

Vraag 6: Wat zijn de nadelen van de batterij?

 

Vraag 7: Waarom moet je de batterij weggooien bij het klein chemisch afval?

 

Vraag 8: Schrijf 2 voorbeelden van apparaten op die batterijen gebruiken.

 

Vraag 9: levert de batterij weinig of veel energie?

 

 

 

 

20 min

Opdracht 2

 

In deze opdracht gaan we de vorige opdracht andersom doen. Je moet een verhaal schrijven over een andere spanningsbron, namelijk: De dynamo.

 

Je krijgt 9 vragen met antwoorden over de tekst die jij moet schrijven. De tekst kan worden gebruikt voor klas 3, dus elk moeilijk begrip moet worden uitgelegd. In de tekst van de vorige opdracht staan verschillende woorden dikgedrukt, dit zijn signaalwoorden. Dit is om verbanden aan te geven in de tekst zodat een begrip makkelijker te begrijpen is. Deze woorden moet jij ook gebruiken in jouw tekst. Als het niet past in je tekst mag je een ander woord gebruiken maar het verband moet nog steeds duidelijk zijn.

 

Je eindtekst moet aan de volgende eisen voldoen:

 

Maak de eerste tekst op een toets blaadje, je moet deze ook inleveren. De vragen staan hieronder.

 

Vraag 1: Wat is een spanningsbron?

 

Een spanningsbron zorgt voor de aanvoer van elektrische energie in een stroomkring

 

Vraag 2. Beschrijf in 1 zin waar de tekst over gaat.

 

De tekst gaat over de werking van een dynamo.

 

Vraag 3: Wat zijn de belangrijkste onderdelen van een dynamo?

 

De belangrijkste onderdelen van een dynamo zijn de magneet en de spoel.

 

Vraag 4: Wat is een spoel?

 

Een spoel is een koperen draad die een aantal keer ergens omheen gedraaid is.

 

Vraag 5: Hoe werkt de dynamo?

 

Door het draaien van het wiel gaat de magneet ook draaien. De magneet hangt in de spoel maar raakt de spoel niet aan. Door het draaien van de magneet gaat er een elektrische energie lopen.

 

Vraag 6: Hoe heet de energie die de dynamo omzet in elektrische energie?

 

Magnetische energie.

 

Vraag 7: Komt er veel energie van een dynamo, en waarom wel of niet?

 

De batterij levert weinig energie. Je kan er niet veel meer dan een lampje mee aankrijgen.

 

Vraag 8: Wat is het voordeel van een dynamo?

 

Een Dynamo gaat lang mee en “raakt” nooit op

 

Vraag 9: Wat is een nadeel van een dynamo.

 

Om een lampje te branden moet je bewegen.

 

 

 

 

10 min

Opdracht 3:

 

 

Je wisselt nu je tekst uit met je buur. Kijk naar de eisen die in opdracht 2 staan en bekijk of de tekst voldoet aan de eisen. Doe dit door de signaalwoorden te onderstrepen in de tekst, en de tekst te controleren op spel of grammatica fouten. Ga ook bij onderstaande vragen na of je dit kan vinden in de tekst. Als je het kan vinden in de tekst geef je aan waar je dit kan vinden. Als je het antwoord op de vraag niet in de tekst kan vinden, of niet makkelijk, geef dan een tip hoe je dit wel zou kunnen doen. Dit kan je doen op hetzelfde blaadje als waarop de tekst geschreven is.

 

De feedback (je blaadje met tips. Moet ook ingeleverd worden en er wordt gekeken of deze serieus gemaakt is. Je maakt de feedback op een toets blaadje en in je feedback moet het onderstaande staan:

 

 

 

15 min

Eindopdracht

 

Je gaat nu je tekst verbeteren. Schrijf de tekst nog eens op een nieuw blaadje en verwerk de feedback die je hebt gekregen. Zorg ervoor dat je tekst voldoet aan de eisen hieronder.

 

Je eindtekst moet aan de volgende eisen voldoen:

 

Lever aan het einde van de les de eindopdracht en de tekst met feedback van opdracht 2 en 3 in. Zorg dat jouw naam en de naam van degene die feedback gaf staan op je blaadje.