Context en Outcomes

Demografische achtergrond

Bij het verkrijgen van informatie over de context zijn diverse elementen onderzocht. De gegevens van leerlingen, waaronder leeftijd, geslacht, etniciteit en ondersteuningsbehoeften, worden gezamenlijk demografische achtergronden genoemd. Aan de hand van verschillende bronnen hebben wij onderzocht wat gedetailleerde informatie over een doelgroep kan vertellen.

o    Leeftijd van leerlingen op het VMBO:
De doelgroep VMBO leerlingen, die zich tussen 12 en 16 jaar bevinden, zitten in het vroege stadium van adolescentie, volgens Piagets theorie. In dit concrete-operationele en later formele-operationele stadium ontwikkelen ze abstract denken. Dit leidt tot latere groei in complexe redenering, probleemoplossen en metacognitieve vaardigheden. Het VMBO-onderwijs is specifiek ontwikkeld om deze cognitieve ontwikkeling te ondersteunen, waarbij lesmethoden zowel praktisch als theoretisch denken benadrukken voor een brede voorbereiding op beroepsgericht en vervolgonderwijs. (Feldman, 2020).

o    Ontwikkeling van jongens VS meisjes
Tussen 12 en 16 jaar ondergaan jongens en meisjes vergelijkbare ontwikkelingen, met verschillen in fysieke, emotionele en cognitieve aspecten (Feldman, 2020).
Fysieke Ontwikkeling: Meisjes beginnen meestal eerder aan de puberteit dan jongens. Ze ervaren vaak eerder groeispurten en lichamelijke veranderingen, zoals borstontwikkeling en menstruatie. Jongens ondergaan hun puberteit later en ervaren ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken, zoals baardgroei en stemverandering, vaak later dan meisjes. Volgens Feldman (2020) hebben jongens doorgaans de neiging om langer te worden en meer spiermassa te ontwikkelen, terwijl meisjes meer vetweefsel ontwikkelen, vooral rond de heupen en borst.
Emotionele Ontwikkeling: Meisjes tonen vaak een vroege interesse in sociale relaties en hechten veel waarde aan vriendschappen en groepsactiviteiten. Jongens leggen mogelijk meer nadruk op hiërarchie en status in groepen. Meisjes uiten hun emoties vaak openlijker en hebben vaak sterkere verbale communicatievaardigheden. Jongens zijn soms terughoudender in het uiten van emoties, mogelijk vanwege sociale verwachtingen (Feldman, 2020).
Cognitieve Ontwikkeling: Meisjes vertonen vaak gedisciplineerd en zorgvuldig studiegedrag, gericht op details en nauwkeurigheid. Jongens hebben soms meer actieve leerstijlen. Meisjes tonen vaak interesse in taal, kunst en sociale wetenschappen, terwijl jongens meer interesse kunnen hebben in wiskunde, exacte wetenschappen en technologie (Feldman, 2020).

o    Niveau’s op het VMBO
Tussen 12 en 16 jaar maken Nederlandse leerlingen een cruciale onderwijskeuze op het VMBO, met drie hoofdniveaus: Basisberoepsgerichte Leerweg (BBL), Kaderberoepsgerichte Leerweg (KBL) en Gemengde Leerweg (GL) (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2023).
Basisberoepsgerichte Leerweg (BBL): Leerlingen tonen een sterke voorkeur voor praktische vaardigheden en concrete toepassingen. Ze richten zich op specifieke beroepsvaardigheden en bereiden zich voor op instroom in het MBO op niveau 2.
Kaderberoepsgerichte Leerweg (KBL): Hier hebben leerlingen interesse in zowel theoretische als praktische vakken. Ze krijgen een meer uitgebreide opleiding, met een nadruk op theoretische verdieping. Dit bereidt hen voor op instroom in het MBO op niveau 3 of 4.
Gemengde Leerweg (GL): Voor leerlingen die een balans zoeken tussen theoretisch en praktisch onderwijs. Ze tonen interesse in zowel theoretische als enkele praktische vakken. De GL biedt flexibiliteit en ruimte voor algemene kennis en praktische vaardigheden, waardoor leerlingen zich kunnen voorbereiden op doorstroom naar havo of het MBO.

o    Diversiteit op het VMBO
Tussen 12 en 16 jaar ervaren leerlingen met diverse etnische achtergronden een breed scala aan ontwikkelingen, beïnvloed door culturele, sociale en economische factoren (Culturele diversiteit in het onderwijs - passend onderwijs, 2022).
Culturele diversiteit: Dit brengt gevarieërde waarden, tradities en gezinsbetrokkenheid met zich mee. Taaldiversiteit thuis kan zowel uitdagingen als verrijking bieden, met effecten op schoolse prestaties en sociale vaardigheden.
Sociaaleconomische status: Een school en/of leerlingen kunnen beïnvloed worden door sociaaleconomische status. Dit kan een extra uitdaging zijn voor leerlingen uit lagere sociaaleconomische gezinnen. Het waarborgen van gelijke toegang tot educatieve middelen is cruciaal voor het succes van alle leerlingen. Onderwijsachterstanden binnen etnische minderheidsgroepen kunnen voortkomen uit sociale en economische factoren.
Inclusiviteit: Scholen streven naar inclusiviteit en een omgeving waar diversiteit wordt gerespecteerd, waardoor sociale interacties tussen leerlingen van verschillende etnische achtergronden bijdragen aan een verrijkende leeromgeving. Programma's bevorderen cultuurbewustzijn en benadrukken positieve bijdragen van diverse achtergronden.

•    Demografische achtergrond: leerlingen Omnia College

Leeftijd: 12 t/m 16
Geslacht: M / V
Niveau: Basis, Kader, GL
Achtergrond: Diversiteit in cultuur en etniciteit. Ook wel superdiversiteit genoemd. (Hadioui et al., 2020)

•    Onderwijsniveaus en programma’s die instelling aanbied:
Basis (BBL), Kader (KBL), Gemengde leerweg (GL).
Profielen:
-    Ondernemersklas
-    Techniekklas
-    Timmerklas
-    Zorg & Welzijn klas
-    Koksklas
-    Extra: sportklas en paardenklas

•    Bestaande onderwijspraktijken en benaderingen m.b.t. sociale veiligheid:
In het School-ondersteuningsprofiel (SOP) worden verschillende ondersteuningsmogelijkheden benoemd die de sociale veiligheid bevorderen. De ondersteuningsmogelijkheden die voornamelijk gericht zijn om op het bevorderen van de sociale veiligheid zijn:

-    Anti-pest coördinator
-    SOFA trainingen
-    De huiskamer
-    Time-Out
-    Dag start
-    The Mall

•    Eventuele uitdagingen of problemen m.b.t. sociale veiligheid:
Gedragsproblemen kunnen de sociale veiligheid in gevaar brengen. Leerlingen op het Omnia College hebben zichtbaar moeite met het opbrengen van respect en empathie voor een ander. Gebrek aan respect voor een ander kan de sociale veiligheid op een school in gevaar brengen om verschillende redenen. Het creëert een vijandige omgeving, het leerklimaat wordt beïnvloed en het kan een sociaal isolement versterken.

•    Welke specifieke problemen of obstakels zijn er met betrekking tot sociale veiligheid?
Een specifieke uitdaging kan zijn dat de leerlingen die een beperkte ontwikkeling doormaken m.b.t. sociale vaardigheden, moeite hebben met het begrijpen van hun eigen emoties. Hierdoor wordt het tonen van empathie een grote uitdaging. Het kan van belang zijn om uit te zoeken waar gebrek aan sociale vaardigheden vandaan komt. Dit kan voortkomen uit diverse factoren, zoals beperkte sociale interacties, gebrek aan emotionele ondersteuning vanuit huis of door persoonlijke uitdagingen.


•    Wat zijn de belangrijkste doelen of verwachtingen van de instelling met betrekking tot dit onderwerp?
Door specifieke trainingen of workshops aan te bieden, die zich richten op o.a. het ontwikkelen van empathische vaardigheden, zal dit de leerlingen helpen emoties te begrijpen, empathie te ontwikkelen en effectievere communicatievaardigheden te verwerven. Bij deze trainingen moeten verschillend aspecten aanbod komen. Naast het ontwikkelen van empathische vaardigheden is het belangrijk om te werken aan zelfreflectie en stressregulatie. Het Omnia College streeft ernaar de weerbaarheid van leerlingen te vergroten door middel van het aanbieden van trainingen en workshops.

•    Geef een gedetailleerde beschrijving van de doelgroep inclusief kenmerken zoals leeftijd, opleidingsniveau, ervaring en mogelijke speciale behoeften:
In het onderzoek naar de context van de leerlingen zijn diverse aspecten in kaart gebracht. De leeftijd van de leerlingen varieert tussen 12 en 16 jaar, met een mix van zowel mannelijke als vrouwelijke studenten. Ze volgen verschillende niveaus, waaronder Basis, Kader en GL (Gemengd/Theoretische Leerweg). De meeste leerlingen volgen het niveau BB en KB. Leerlingen die het niveau GL volgt, bestaat uit een kleine groep. Wat betreft achtergrond tonen ze een diverse mix van culturen en etniciteiten. De achtergronden vertonen een groot verschil aan culturen en etniciteiten. Deze omvatten onder andere Marokkaans, Turks, Moluks, Nederlands, Syrisch, Eritrees, Russisch en Pools. De leerlingen vertegenwoordigen een breed scala aan afkomsten, wat een diverse en multiculturele samenstelling binnen de school laat zien.

Sommige leerlingen hebben specifieke ondersteuningsbehoeften. De ondersteuningen die worden aangeboden zijn voor bijvoorbeeld: autisme, ADHD, ADD, concentratieproblemen, sociale vaardigheden, dyslectie en discalculie. Dit zijn de meest voorkomende ondersteuningsbehoeften. Ook worden leerlingen met gedragsproblemen ondersteunt door onder meer het zorg team. Een voorbeeld van een ondersteuningsmogelijkheid voor deze leerlingen is de Time-Out regeling. Naast de ondersteuningen die gericht zijn op cognitie en gedrag, zijn er ook ondersteuningsmogelijkheden voor leerlingen die een geslachtstransitie doormaken. Dit valt onder de ondersteuning GSA. De GSA wordt begeleid door een van de zorgondersteuningscoördinatoren.

•    Wat zijn mogelijke motivatoren en uitdagingen die de doelgroep tegen komt bij het leren over dit gekozen onderwerp:
Het integreren van programma's die gericht zijn op het ontwikkelen van deze vaardigheden tijdens het VMBO kan niet alleen de overgang naar het MBO vergemakkelijken, maar ook bijdragen aan de algehele persoonlijke en professionele groei van de leerlingen. Zo kunnen sterk ontwikkelde sociale vaardigheden bijdragen aan betere samenwerking met medestudenten en docenten op het MBO, wat de algemene leerervaring kan verbeteren. Dit zou een motivatie kunnen zijn voor de leerlingen die de trainingen aangeboden krijgen.

Door interactieve en betekenisvolle activiteiten aan te bieden, zoals rollenspellen of groepsdiscussies, kunnen sterk ontwikkelde sociale vaardigheden bijdragen aan o.a. een betere samenwerking met medestudenten en docenten op het MBO. Op deze manier geven we ze de kans geven om hun vaardigheden direct toe te passen, wat een leerling kan motiveren.
Een mogelijke uitdaging kan zijn dat leerlingen last hebben van sociale druk en groepsdynamiek, wat hen kan ontmoedigen om empathie te tonen of zich kwetsbaar op te stellen.

•    Analyse van de onderwijsomgeving
De fysieke faciliteiten binnen de klaslokalen laten ruimte over voor verbetering. Een mogelijke verbetering zou kunnen bestaan uit het verfraaien van de klaslokalen door middel van educatieve posters. Door strategisch geplaatste posters kunnen leerlingen regelmatig herinnerd worden aan de inhoud van het geleerde, met name tijdens weerbaarheidstrainingen. Verschillende interactieve leermiddelen worden al toegepast binnen het onderwijs. Deze zouden kunnen worden uitgebreid door digitale simulaties, online modules, of educatieve spellen aan de leermiddelen toe te voegen. Dit kan de betrokkenheid van de leerlingen vergroten.