Geloofsgenoot

Het Christendom

Misschien heb je al eens wat geleerd over het Christendom. Om even jezelf een geheugensteuntje te geven beantwoord je de onderstaande vragen:

  1. Noem drie dingen die jij al weet over het Christendom.

In deze badge ga je het volgende leren:

  1. De verspreiding van het Christendom in Europa.
  2. Het leven in een klooster

—------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Verspreiding van het Christendom

Om te begrijpen hoe het Christendom kon verspreiden in Europa, beginnen we in Engeland.

Het verhaal wat wordt gekoppeld aan de komst van het Christendom in Engeland gaat als volgt: de monnik Beda zag een tot slaaf gemaakte op een Romeinse slavenmarkt. Deze jonge man had felblauwe ogen en blond haar. Hij was echt een mooie verschijning. Beda vroeg aan de verkoper waar deze jongeman vandaan kwam. Volgens de slavenhandelaar waren alle tot slaaf gemaakte Angelen. Dit volk kwam uit het huidige Engeland. Beda besloot dat dit volk tot het Christendom bekeerd moest worden, aangezien deze jongemannen er uitzagen als engelen. Monnik Augustinus werd met open armen ontvangen in Engeland en vanaf toen begon vanuit daar het bekeringswerk.

 

Missionaris Willibrord (658-739) was één van de velen die zich bezighield met het bekeringswerk. Een missionaris is iemand die het geloof gaat verspreiden. Dat doen zij aan de hand van bekeringswerk en dat zijn dus de dingen die zij doen om mensen tot het Christendom te laten bekeren.

Zijn eerste taak was de kerk van Sint-Maarten in Utrecht her op te bouwen, nadat deze was verwoest door het Germaanse volk: de Friezen. Vanuit Utrecht trok Willibrord naar het Friese grondgebied. Hier bereikte hij niet wat hij voor ogen had toen hij zijn bekeringswerk aanging.

Zijn opvolger was Bonifatius (672-754). Bonifatius had meer kennis dan Willibrord en kon dus op meer vragen antwoord geven. Bonifatius ging meerdere keren naar de Friezen, maar het leverde maar weinig op. Hij heeft zelfs een tijdje het bekeringswerk neergelegd. Op latere leeftijd begon hij weer en dit keer niet alleen. Bonifatius had contact met Pepijn de Korte en hij stuurde Frankische krijgers om Bonifatius te steunen in zijn bekeringswerk. Dit eindigde niet goed.

Bonifatius en zijn legertje werden op een dag aangevallen door het Friese volk. De Frankische krijgers kregen van Bonifatius de opdracht hun wapens neer te leggen, zo had God het namelijk niet gewild. De krijgers gingen als een menselijk schild om Bonifatius heen staan en de Friezen slachten alle mannen en Bonifatius af.

Pas later toen Karel de Grote aan de macht was, werden er stappen gezet in het bekeringswerk.

 

  1. Maak een tweeluik over de verspreiding van het Christendom. Dit doe je als volgt:

1. Deel een stuk papier door twee. Je hebt nu twee vakken waarin je een tekening kan maken.

2. Maak op tekening één een afbeelding van het werk van Willibrord

3. Maak op tekening twee een afbeelding van het werk van Bonifatius of het einde van zijn leven.

4. Versier je tweeluik, zodat het lijkt alsof het echt ergens opgehangen kan worden (denk aan een mooi lijstje en het gebruik van kleuren). Er mag geen wit meer zichtbaar zijn.

 

Het leven in een klooster

Het leven in een klooster was niet voor iedereen weggelegd. Het doel van het leven in een klooster was om direct na de dood in de hemel opgenomen te worden. Dit deed men door zich compleet terug te trekken uit de wereld om in complete eenzaamheid of met gelijkgezinden samen te leven.

 

De monniken hadden wel een dagindeling in het klooster. De dag werd ingedeeld in acht delen. Elk dagdeel had een werkzaamheid die hoorde bij het vereren van God en Jezus of het onderhouden van het klooster. Voor elk dagdeel werd er ook gebeden. Eén van de werkzaamheden was het overschrijven van christelijke geschriften. Door deze inzet van de monniken zijn er veel geschriften bewaard gebleven en vertaald. Voor de rest werkten de monniken in en rondom het klooster. Zij werkten in de moestuinen en zorgden dat het klooster schoon bleef. Ook werd er voor elkaar gekookt.

Om als monnik bij het klooster te kunnen intreden moesten zij zich aan drie dingen houden: armoede, kuisheid en gehoorzaamheid. Bij armoede was het de bedoeling dat zij afstand namen van al hun bezit. Voor kuisheid moesten de monniken zich onthouden van seksueel verkeer en voor gehoorzaamheid onderwierpen de monniken zich aan de abt. De abt was de baas van het klooster.

 

  1. Je gaat je nu verplaatsen in de schoenen van een monnik. Je gaat een dagboekbladzijde schrijven waarin jij de dag van een monnik beschrijft. Dat doe je als volgt:

1. Het moet minimaal 150 woorden zijn.

2. Je benoemt minimaal 2 gebeden

3. Je benoemt minimaal 3 werkzaamheden

4. In jouw dagboekbladzijde komen twee van de drie afspraken voor het intreden in het klooster terug.

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

De Islam

Terwijl het Christendom zich aan het ontwikkelen en verspreiden was in het westen van de wereld gebeurde er een soortgelijk iets in het oosten van de wereld. Hier ontstond namelijk de Islam.

 

  1. Wat weet jij al over de Islam?

 

—------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Om te begrijpen hoe de Islam zich heeft kunnen verspreiden gaan we eerst kijken naar het Midden-Oosten voor de komst van Mohammed, de eerste profeet van de Islam.

De volken in het Midden-Oosten leefden vooral van het houden van schapen, geiten en kamelen. De leiders waren de familiehoofden en er werd van de bewoners verwacht dat zij hun naasten liefhebben. Daarnaast hadden deze volken een polytheïstische geloof. Dat betekent dat zij in meerdere goden geloofden.

 

  1. Welk volk had hiervoor ook een geloof met meerdere goden?
  2. Kan je drie van die goden noemen?

 

In de zesde eeuw gingen deze volken zich steeds meer vestigen in oases. Dat zijn groende gebieden in droge gebieden.

Hun vaste woonplaatsen zorgden ervoor dat zij over konden gaan op landbouw. Hierdoor ontstond er ook handel onder de verschillende stammen. Rijkere boeren kregen hierdoor steeds meer te zeggen in het bestuur. De rijke boeren verdeelden hun winst en rijkdommen niet, waardoor er een verschil in rijk en arm ontstond.

 

Mohammed zag deze bizarre omstandigheden van een afstand. Hij was een koopman, waardoor hij veel rondtrok, ook richting het westen. Hier kwam hij in contact met het jodendom en het christendom. De traditionele waarden van broederschap en zorgen voor de armen nam hij mee terug naar het Midden-Oosten aan het begin van de zevende eeuw. Daarnaast nam hij het idee van één god over van deze twee geloven.

Door zijn vele handelscontacten kwamen zijn ideeën terecht in Mekka. Daar waren de hoge koopmannen en familiehoofden niet blij mee. Mohammed werd naar Medina gedreven, zo een 300 kilometer verder op. In Medina werd hij met open armen ontvangen, hier zou hij voor een lange tijd verblijven. Uiteindelijk ging Mohammed terug naar Mekka, waar hij twee jaar later stierf in 632.

 

  1. Maak een strip over het leven van Mohammed. Deze strip moet bestaan uit minimaal 4 plaatjes en moet kleur bevatten.

 

Na de dood van Mohammed was de verspreiding van de Islam niet afgelopen. Veel Moslims zagen Mohammed als de laatste boodschapper van God. Daarbij schreven zij de sharia, de religieuze wet. Je houden aan deze wet zou zorgen dat je gestuurd zou worden op het juiste pad.

Om de Islam verder te verspreiden werden er een hele hoop oorlogen gevoerd in het westen van Europa en in Afrika. Als eerste probeerden de Moslims via het Frankische Rijk Europa binnen te komen. Dat lukte niet, het Frankische leger versloeg het leger van de Moslims.

In Afrika wisten ze wel veel landen te veroveren en te laten bekeren tot de Islam. Via Marokko wisten de Moslims Spanje te bereiken. De Spaanse koning vroeg aan Karel de Grote voor hulp, dat mocht alleen niet baten. De Moslims worden en hebben voor een langere tijd een gedeelte van Spanje in hun macht gehad.

 

  1. Benoem twee dingen die zijn veranderd binnen de verspreiding van de Islam na de dood van Mohammed.
  2. Als je kijkt naar de oorsprong van de Islam door Mohammed en de manier waarop de Islam uiteindelijk werd verspreid, past dit bij het idee van Mohammed? Leg uit.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

De eindopdracht

Voor de eindopdracht ga je het Christendom en de Islam met elkaar vergelijken.

Zowel het Christendom als de Islam hebben allebei een aantal regels waar je als gelovige aan moet houden. Voor de Christenen zijn dat de 10 geboden, voor de Moslims zijn dat de 5 zuilen. Nu is het aan jou om zowel voor de 10 geboden en de 5 zuilen icoontjes te maken waarin de boodschap duidelijk wordt overgebracht.

 

  1. Zoek de 5 zuilen op.
  2. Maak een schets per zuil van een afbeelding die de inhoud van de zuil weergeeft.
  3. Maak de definitieve versie van de afbeeldingen.
  4. Knip deze uit en plak ze op een A3 papier
  5. Geef het A3 papier een passende titel, dit wordt namelijk het product wat je inlevert.
  6. Doe hetzelfde, alleen dan voor de 10 geboden. Je plakt deze op hetzelfde A3 papier.
  7. (H/V) Schrijf op de poster twee overeenkomsten en twee verschillen van de 10 geboden en de 5 zuilen op.

 

Reflectie

 

Nog niet behaald

Doel

Behaald

 

Aan het einde van deze badge kan ik in eigen woorden uitleggen hoe het Christendom zich verspreiden over Europa

 
 

Aan het einde van deze badge kan ik in eigen woorden beschrijven hoe het leven in een klooster er uit zag.

 
 

Aan het einde van deze quest kan ik aan de hand van een stripverhaal uitleggen hoe de Islam is ontstaan.

 
 

Aan het einde van deze badge kan ik uitleggen hoe de Islam zich heeft verspreid tot Europa.

 
 

(H/V) Aan het einde van deze quest kan ik in eigen woorden uitleggen wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen de religieuze wetten van het Christendom en de Islam.