Scenario's

Mahara kan op verschillende manieren in het onderwijs worden ingezet. Hierbij kunnen globaal drie scenario's worden onderscheiden Deze scenario's onderscheiden zich op basis van de mate waarin portfolio en studieloopbaanbegeleiding gekoppeld zijn aan de onderwijsactiviteiten én op basis van de mate waarin de aansturing van de onderwijsactiviteiten door de student zelf plaatsvindt.

Scenario 1: Portfolio als leerlijn in het onderwijs

Studieloopbaanbegeleiding met weinig impact op bestaande leeromgeving en leeractiviteiten.

Dit scenario schetst een onderwijsorganisatie waarin de introductie van het digitaal portfolio weinig impact hoeft te hebben op de bestaande leeromgeving en leeractiviteiten. De activiteiten uit het traject richten zich vooral op keuzebegeleiding en persoonlijke ontwikkeling en staan min of meer ‘los’ van de overige leerlijnen. Slechts een deel van de docenten is betrokken als begeleider en de begeleiding is primair gericht op een overzichtelijk aantal taken.

Scenario 2: Portfolio sterk gekoppeld aan het onderwijs

Alle studieactiviteiten zijn gericht op het bereiken van de opleidingskwalificatie (ontwikkeling)

In dit scenario zijn alle studieactiviteiten gericht op het bereiken van de opleidingskwalificatie. De structuur van het opleidingsprogramma staat min of meer vast, maar er zijn wel keuzemogelijkheden ingebouwd. Het portfolio wordt vaak gekenmerkt door een vast format waarin studenten reflecties en bewijsstukken kunnen plaatsen volgens de opbouw van het opleidingsprogramma. Vrijwel alle docenten zijn betrokken als begeleider én als beoordelaar van competenties. De studenten kunnen een individuele studieroute volgen om doelgericht hun opleidingskwalificatie te behalen en hierdoor komt het persoonlijk ontwikkelplan (POP) en het persoonlijk activiteitenplan (PAP) centraal te staan bij het opleiden.

Scenario 3: Portfolio stuurt het onderwijs

Dit scenario schetst een onderwijsorganisatie die zich richt op de begeleiding en facilitering: er is geen opleidingsprogramma. Studenten plannen hun studieactiviteiten zelfstandig en richten zich daarbij op het opleidingsprofiel of op een persoonlijk profiel. Studenten organiseren hun eigen toetsing op basis van vaststaande beoordelingscriteria. Docenten zijn vooral begeleiders van het leerproces. Zij ondersteunen studenten bij de vormgeving van hun individuele trajecten, bij de voortgang van de studie en bij de voorbereiding van de assessments. Van studenten wordt verwacht dat zij zelfverantwoordelijk handelen: dat zij zelfstandig de cyclus van plannen, uitvoeren, evalueren en aanpassen doorlopen.

In het gekozen scenario wordt vastgelegd op welke manier het portfoliogebruik geïntegreerd is in de leeromgeving en in hoeverre de studenten de onderwijsactiviteiten zelf kunnen aansturen.

Mahara kan worden ingezet om studenten informatie (bewijs) van hun ontwikkeling, hun handelen en reflectie te geven. Deze informatie kan zowel  van belang zijn bij het volgen, begeleiden en plannen van de ontwikkeling van de student, als bij beoordelingen van competenties of vaardigheden van de student.

Mahara kan worden ingezet bij het ondersteunen van toetsing en beoordelen. Toetsing wordt  - meer dan voorheen - als een leeractiviteit en niet alleen als een manier om studenten aan het eind van een traject te beoordelen. Toetsing wordt onder meer gebruikt voor het activeren van voorkennis, voor het verwerken van leerstof en voor het monitoren van de eigen ontwikkeling.