Introductie: Procenten

Welkom bij het domein procenten!

In dit hoofdstuk herhaal je omgaan met procenten en percentages. Je herhaalt afname en toename, het nieuwe en het oude totaal berekenen. Dat is heel handig, omdat je in het dagelijks leven veel in aanraking komt met percentages. Denk maar aan kortingen in winkels en rentepercentages bij sparen of lenen.

Percentage en hoeveelheden omrekenen

Als een getal in verhouding is met een ander getal, kun je dat aangeven met een percentage. Als je het totaal weet, kun je een percentage van dat totaal omrekenen naar een hoeveelheid of bedrag.

Je kunt dit op verschillende manier aanpakken:
  • Zet het percentage om in een decimaal getal en vermenigvuldig dat met het totaal
  • Deel het totaal door 100 om 1% te berekenen en vermenigvuldig 1% met het aantal procenten.

 

Andersom kun je ook van een getal, hoeveelheid of bedrag bepalen welk percentage het van het totaal is. Dat kun je uitrekenen, maar je kunt ook een verhoudingstabel gebruiken.

 

Een percentage berekenen zonder tabel komt eigenlijk altijd op hetzelfde neer. Je deelt het deel door het totaal en vermenigvuldigt dat met 100%.

Dit kun je ook als formule opschrijven:

Percentage= deel : geheel x 100%

Percentage= deel x 100% : geheel

 

Toename en afname in procenten

Afname

In de krant, op tv of in de winkel kom je regelmatig tegen dat een hoeveelheid of bedrag met een percentage is afgenomen. Het is belangrijk dat je zo'n afname in procenten kunt uitrekenen.

Geval 1: oude prijs en afname bekend. Wat is de nieuwe prijs?
voorbeeld: Op een vliegticket van €125 krijg je €45 korting. Hoeveel procent korting krijg je?
met een verhoudingstabel:
€125 is gelijk aan 100%, met een verhoudingstabel bereken je hoeveel procent €45 is.
100 : 125 x 45 = 36%

Met de formule:
vermenigvuldig de afname met 100% en deel het bedrag daarna door het totaal.
45 x 100% : 125 = 36%

 

Rekenen vanuit het nieuwe getal
Je kunt ook in de situatie komen dat je het kortingsbedrag en ook de nieuwe prijs weet, maar jij je toch afvraagt hoeveel procent korting je hebt gekregen. Je kunt het percentage korting dan berekenen door eerst het totaal te berekenen. Dat is het oude bedrag zonder korting.

Voorbeeld: Je koopt een stuk kaas bij de supermarkt. Op de verpakking is een sticker geplakt die aangeeft dat je een 35% korting op het artikel krijgt. Je moet €3,25 betalen. Hoeveel euro korting heb je gekregen en wat is de prijs zonder korting?
Stap 1: Het nieuwe bedrag is een bepaald percentage van het totaal:
100% - 35% = 65%, dus 65% is €3,25

Stap 2:  Het kortingsbedrag berekenen. We werken naar de 35% toe
€3,25 : 65% = €0,05
€0,05 x 35% = €1,75,  Je hebt dus €1,75 korting gekregen op het stuk kaas.

Stap 3: Nu je het kortingsbedrag weet, kun je ook gemakkelijk het totaal berekenen. Dat is het oude bedrag voordat je korting kreeg. Het bedrag zonder korting is het bedrag met korting + het kortingsbedrag: €3,25 + €1,75 = €5,00

Toename

Met procenten wordt ook vaak een toename weergegeven. 
Voorbeelden:
- De prijzen zijn dit jaar gemiddeld met 2% gestegen.
- De spaarrente bedraagt 2,8%
- De autoverkoop is in vergelijking met vorig jaar met 0,5% gestegen. 

Als het totaal en de toename in procenten zijn gegeven, kun je de toename in procenten berekenen en deze optellen bij het totaal. Zo krijg je de nieuwe prijs met de toename. 

Als het totaal en de toename beide als getal zijn gegeven, kun je de toename in procenten uitrekenen. Gebruik hiervoor een verhoudingstabel.