In stap 1 is al een aantal economische activiteiten in relatie met de kleinschaligheid en het eilandkarakter van het Caribisch gebied besproken. In deze stap onderzoek je de verdeling van de beroepsbevolking over de verschillende economische sectoren in de Caribische regio. Ook kijk je naar hoe er verschuivingen tussen de economische sectoren kunnen plaatsvinden (economische transitie).
Er worden vier economische sectoren onderscheiden:
Op de meeste eilanden in het Caribisch gebied zijn landbouw en visserij belangrijk voor de lokale voedselvoorziening, maar als je kijkt naar het aandeel in de totale economie is de omvang van de primaire sector doorgaans beperkt.
Maar er zijn uitzonderingen. In Jamaica zijn de suikerriet-, banaan- en koffieproductie voor zowel de binnenlandse consumptie als de export belangrijk. En ook voor landen als de Dominicaanse Republiek en Saint Lucia zijn bananen een belangrijk exportproduct.
Trinidad en Tobago is vooral bekend om zijn olie- en gasindustrie. Maar de eilanden hebben ook een opkomende cacao-industrie, die prijzen wint voor zijn hoge kwaliteit.
Visserij is vooral belangrijk voor de lokale economie en voedselvoorziening; de omvang is meestal beperkt. Op eilanden als Barbados en de Bahama's is visserij een belangrijk onderdeel van zowel de lokale economie als de cultuur. Het biedt werkgelegenheid en is een bron van voedsel voor de lokale bevolking. Echter, vanwege de kleinschaligheid en het gebrek aan moderne technologieën is de bijdrage van de visserijsector aan het nationaal inkomen bescheiden.
Ook op de Nederlandse Caribische eilanden zoals Aruba, Curaçao, en Sint-Maarten speelt landbouw een rol. Echter de beperkte landoppervlakte en de beperkte waterbronnen maken dat sector klein is. Lokale boeren focussen zich hier meestal op de teelt van groenten en fruit voor binnenlandse consumptie. Op deze eilanden is visserij eveneens een belangrijke, maar kleinschalige bedrijvigheid.
Ook de secundaire sector is op de meeste Caribische eilanden beperkt. Veel Caribische eilanden hebben een kleine bevolking en beperkte natuurlijke hulpbronnen. Hierdoor is er nauwelijks sprake van grootschalige industrie. Ook hierop zijn uitzonderingen, zoals bijvoorbeeld de olie- en petrochemische industrie in Trinidad en Tobago en de bauxiet- en aluminiumproductie in Jamaica.
Voor veel Caribische eilanden is de tertiaire sector, en dan met name het toerisme en de financiële dienstverlening, de ruggengraat van de economie. Over het toerisme leer je veel meer in het katern ‘Toerisme’.
Naast toerisme is er in veel Caribische landen een belangrijke offshore bedrijvigheid en financiële dienstverlening. Offshore bedrijvigheid verwijst naar bedrijven die zich registreren in een land om fiscale of regelgevende voordelen te behalen, maar hun hoofdactiviteiten elders uitvoeren. Veel Caribische eilanden hebben gunstige belastingregels en zijn daardoor interessant voor buitenlandse bedrijven.
Offshore bedrijvigheid wordt internationaal wel steeds kritischer bekeken. Bij offshore bedrijvigheid komt namelijk veel belastingontwijking voor. Er zijn steeds meer initiatieven om te proberen die aan te pakken door de internationale belastingregels te hervormen.
De quartaire sector in de landen in het Caribisch gebied is weer relatief klein. Deze sector is wel vaak groeiende. Veel Caribische eilanden richten zich bijvoorbeeld meer op duurzame ontwikkeling in de regio. Dit kan leiden tot meer kansen in aan het milieu gekoppelde onderzoeks- en adviesdiensten. Deze diensten zijn een belangrijk onderdeel van de quartaire sector.
Met economische transitie wordt bedoeld de verschuiving van de beroepsbevolking van de ene sector naar de andere. Er zijn verschillende factoren die een economische transitie kunnen beïnvloeden, denk bijvoorbeeld aan:
De meeste eilanden in het Caribisch gebied hebben een open economie. Veranderingen in de internationale economische situatie hebben invloed op de economieën van de eilanden in het Caribisch gebied. Die veranderingen kunnen dus leiden tot een economische transitie. Zo kan een wereldwijde economische recessie bijvoorbeeld grote invloed hebben op het toerisme naar het Caribisch gebied. Door zo’n recessie komen er minder toeristen. Hierdoor daalt de werkgelegenheid in de tertiaire sector en moeten mensen op zoek naar ander werk.
De introductie van nieuwe technologieën kunnen nieuwe sectoren creëren of bestaande sectoren transformeren. In het Caribisch gebied is er bijvoorbeeld een groei in de informatie- en communicatietechnologie (ICT) sector. Dit levert meer werkgelegenheid op in de quartaire sector. Een voorbeeld hiervan is het bedrijf "Itelbpo", dat in 2012 in Jamaica werd opgericht. Itelbpo biedt allerlei diensten, waaronder klantenservice, backoffice ondersteuning, en IT-diensten. De groei van dit bedrijf heeft geleid tot duizenden extra banen in de quartaire sector.
Het beleid van de overheid kan grote invloed hebben op de transitie. Zo kan de overheid bijvoorbeeld zorgen voor gunstige belastingregels waardoor de offshore bedrijvigheid groeit. De offshore bedrijvigheid valt onder de tertiaire sector.
De afgelopen periode geldt wereldwijd dat de tertiaire sector groter is geworden. En dat geldt eigenlijk ook voor alle landen in het Caribisch gebied. Maar de economische transitie verschilt wel per eiland.
Trinidad en Tobago hebben een sterke focus op de olie- en gasindustrie, een belangrijk onderdeel van de secundaire sector. De economie van Trinidad en Tobago is minder afhankelijk van toerisme. Er is dus minder sprake van economische transitie richting de tertiaire sector.
Barbados heeft juist een relatief goed ontwikkelde dienstensector. Het eiland heeft minder nadruk op de primaire sector, vooral vanwege de beperkte natuurlijke hulpbronnen. En bijvoorbeeld de Dominicaanse Republiek heeft juist een diverse economie met een sterke landbouwsector, een groeiende industrie, en een bloeiende dienstensector.
Er is een trend richting dienstensector. Maar deze voorbeelden tonen aan dat de mate en de manier waarop dit gebeurt, varieert per eiland.
![]() |
Vragen |
1. Waarom is de secundaire sector in vergelijking tot de andere sectoren op de meeste Caribische eilanden beperkt? |
2. Leg uit waarom de aanwezigheid van natuurlijke hulpbronnen van invloed kan zijn op de mate van economische transitie. |
3. Wat is offshore bedrijvigheid en waarom is het aantrekkelijk voor bedrijven om deze in het Caribisch gebied te vestigen? |
4. Wat levert offshore bedrijvigheid een Caribisch land op? |
|
|