Elk vaartuig dient te allen tijde een veilige vaart aan te houden zodat het juiste en doeltreffende maatregelen kan nemen ter vermijding van aanvaring en kan worden gestopt binnen een aan de heersende omstandigheden en toestanden aangepaste afstand.
Een veilige vaart hoeft niet altijd hetzelfde te zijn als weinig vaart.
(Langzaam varen kan ook wel gevaarlijk zijn, bijvoorbeeld met veel stroom).
Midden op de Noordzee met geen schepen of wat ook om je heen kan, ook met potdichte mist, volle kracht vooruit een prima veilige vaart zijn.
Als je met prachtig zonnig weer en perfect zicht. in een flottielje wedstrijdzeilers terecht komt zul je toch een beetje gas eraf moeten halen om de situatie te kunnen beoordelen.
Bij de bepaling van een veilige vaart dient onder meer rekening te worden gehouden met de volgende factoren:
a) Door alle vaartuigen:
i) de zichtbaarheid;
Ook die van jezelf. Misschien zit jij wel in een mistbank.
ii) de verkeersdichtheid, met inbegrip van concentraties van vissersvaartuigen of andere vaartuigen;
(Zie verderop)
iii) de manoeuvreerbaarheid van het vaartuig, in het bijzonder wat betreft de afstand waarbinnen gestopt kan worden en de wendbaarheid in verband met de heersende toestanden;
Stop een supertanker maar eens eventjes af...)
iv) des nachts de aanwezigheid van achtergrondlicht zoals van wallichten of het stralen van zijn eigen lichten;
Vaart hier ergens een boot? (Zoek de boordlichten maar eens op in zo'n brij van lichtjes.)
v) de toestand van wind, zee en stroom en de nabijheid van gevaren voor de navigatie;
vi) de diepgang ten opzichte van de beschikbare waterdiepte.
b) Bovendien door vaartuigen met een goed werkende radar:
i) de kenmerken, doeltreffendheid en beperkingen van de radarinstallatie;
De radar kan bijvoorbeeld een grote blinde sector hebben door de constructie van het schip of door een hoge stapel containers.
Dat kan in het horizontale, maar ook in het verticale vlak zijn.
Of een schip komt een baai uitvaren, wat jij niet kan zien op de radar omdat de baai omringd wordt door bergen.
ii) eventuele beperkingen opgelegd door het gebruikte radarbereik;
Soms kan het nodig zijn om de radar op een heel klein bereik te zetten.
Dan zie je uiteraard niet wat er verderop allemaal gebeurt.
iii) de invloed van de toestand van de zee, het weer en andere storende invloeden op de detectie met behulp van radar;
Sea clutter Rain clutter
Op het plaatje links zien we (extreme) vervorming van het beeld door de golven. Op het plaatje rechts gele vlekken door pittige buien.
Op beide beelden is het heel gemakkelijk een echo van een (klein) schip te missen.
iv) de mogelijkheid dat kleine vaartuigen, ijs en andere drijvende voorwerpen niet op voldoende afstand met behulp van radar worden ontdekt;
v) het aantal, de plaats en de beweging van met behulp van radar waargenomen vaartuigen;
vi) het nauwkeuriger beoordelen van de zichtbaarheid die eventueel mogelijk is wanneer de radar wordt gebruikt om de afstand tot vaartuigen en andere voorwerpen in de omgeving te bepalen.