VS 30 Ten anker liggend

Voorschrift 30: Ten anker liggende en aan de grond zittende vaartuigen

 


a) Een ten anker liggend vaartuig dient te tonen, waar deze het best kunnen worden gezien:


i) op het voorschip een rondom zichtbaar wit licht of een bal;


ii) aan of nabij het hek en lager dan het onder i) voorgeschreven licht een rondom
zichtbaar wit licht.


b) Een vaartuig met een lengte van minder dan 50 meter mag in plaats van de lichten,
voorgeschreven onder a) van dit Voorschrift één rondom zichtbaar wit licht tonen, daar waardit het best kan worden gezien.

 


c) Een ten anker liggend vaartuig met een lengte van 100 meter of meer moet, en elk ander ten anker liggend vaartuig mag, tevens de beschikbare werklichten of gelijkwaardige lichten gebruiken om zijn dekken te verlichten.

 

Een schip >100m moet dus van alles, maar een schip kleiner dan dat mág dat allemaal ook doen.
Dus je zult aan de navigatielichten niet makkelijk zien of het een klein of een groot schip is dat ten anker ligt.


 

Gelukkig is het negen van de tien keer klip en klaar dat een schip ten anker ligt.
Soms hebben ze zoveel verlichting aan dat je de ankerverlichting gewoon moet zoeken.
Je zult je er niet gauw in vergissen.