VS 9 Nauw vaarwater

 

a) Een vaartuig dat de richting van een nauw vaarwater of vaargeul volgt, dient de buitenzijde van het vaarwater of de vaargeul aan zijn stuurboordzijde te houden, zo dicht als veilig en uitvoerbaar is.

Net als op de weg moet je zoveel mogelijk rechts houden.

b) Een vaartuig met een lengte van minder dan 20 meter of een zeilvaartuig mag de doorvaart van een vaartuig dat slechts in het nauwe vaarwater of de vaargeul veilig kan varen niet belemmeren.
Schippers van zeilboten denken vaak "Ik heb voorrang".
En dat is ook vaak zo (komen we nog op), maar dus niet altijd.


c) Een vaartuig bezig met de uitoefening van de visserij mag de doorvaart van een ander vaartuig varend in een nauw vaarwater of vaargeul niet belemmeren.
Hetzelfde geldt voor vissersschepen.
Vaak denkt men dat vissersscepen niet mogen vissen in een dergelijk vaarwater.
Dat mag wel.
Alleen mogen ze ander verkeer niet belemmeren.


d) Een vaartuig mag een nauw vaarwater of vaargeul niet kruisen indien dit kruisen de doorvaart belemmert van een vaartuig dat slechts in zulk een vaarwater of vaargeul veilig kan varen. Laatstgenoemd vaartuig kan het geluidsein, voorgeschreven in Voorschrift 34 d) gebruiken indien het twijfelt aan de bedoeling van het kruisende vaartuig. ( . . . . .)

Moet je dus, bijvoorbeeld, de Eurogeul oversteken en komt er een groot containerschip van BB die aangeeft dat hij constrained by draught is dan moet je die voor laten gaan.

 

e)  i) Wanneer in een nauw vaarwater of vaargeul het oplopen slechts kan plaatsvinden indien het op te lopen vaartuig maatregelen moet nemen om een veilig voorbij varen mogelijk te maken, dient het vaartuig dat van plan is op te lopen zijn voornemen kenbaar te maken door het passende sein te geven, voorgeschreven in Voorschrift 34 c)

Dus als je oploopt, maar het lukt niet dan laat je dat met licht- of geluidssein weten en moet het andere schip ook iets doen.
(In de praktijk zul je het andere schip even oproepen).

--. (SB)

--.. (BB)

i). Het op te lopen vaartuig dient, indien het instemt, het passende sein te geven, voorgeschreven in Voorschrift 34 c)
ii) en maatregelen te nemen om een veilig voorbij varen mogelijk te maken. In geval van twijfel kan het de seinen geven, voorgeschreven in Voorschrift 34 d);
ii) dit Voorschrift ontheft het oplopende vaartuig niet van zijn verplichting volgens Voorschrift 13.(Koers en vaart houden)
f) Een vaartuig dat een bocht of een gebied in een nauw vaarwater of vaargeul nadert waar het zicht op andere vaartuigen kan worden belemmerd door een tussenliggend obstakel dient met bijzondere waakzaamheid en voorzichtigheid te varen en het passende sein te geven, voorgeschreven in Voorschrift 34 e).
(Lange stoot of flash , minstens 4-6 sec)

g) Indien de omstandigheden zulks toelaten, dient een vaartuig het ankeren in een nauw vaarwater te vermijden.
Voor nood mag (bijna) alles, maar je moet natuurlijk niet een nauw vaarwater gaan belemmeren door er in te gaan ankeren.