VS 19 Mist

Een uitgebreid voorschrift omdat het zo gemakkelijk is om het fout te laten gaan tijdens slecht zicht.
Dat komt vooral omdat het zo moeilijk in te schatten is hoe ver iets weg is.
Je kunt op 2 mijl afstand een echo zien op de radar, maar hoe ver is dat nu eigenlijk?
Je kunt zien dat hij 15 knopen vaart heeft, maar wat betekent dat nu hoe hij op mij af komt.?

Één ding weet je wel: tegen de tijd dat je dat kunt zien ben je te laat.



Voorschrift 19: Gedrag van vaartuigen bij beperkt zicht
a) Dit Voorschrift is van toepassing op vaartuigen die niet in zicht van elkaar zijn wanneer zij varen in of in de buurt van een gebied met beperkt zicht.
Je zult je dus ook moeten realiseren dat er een mistgebied in de buurt kan zijn waar een schip in kan zitten.
En dat is niet altijd makkelijk.
Met enige oefening is het wel te herkennen op zee.

Soms heel duidelijk.


Soms minder duidelijk.


b) Elk vaartuig dient een veilige vaart aan te houden, aangepast aan de heersende
omstandigheden en de toestanden van beperkt zicht. Een werktuiglijk voortbewogen vaartuig dient zijn machines gereed te hebben ten einde onmiddellijk te kunnen manoeuvreren.
Wat een veilige vaart is hangt ook weer van jouw interpretatie af.
Op de Atlantische Oceaan met de eerste 90 mijl niets op de radar te zien is VK een prima snelheid.
Bij de aanloop van Hoek van Holland of op de ankerrede van Singapore is een paar klapjes eraf halen wellicht wel verstandig.
Verder zijn er schepen die niet zomaar vaart terug kunnen nemen.
Daarvoor moet er in de machinekamer eerst het één en ander geregeld worden.
(Bijvoorbeeld overschakelen van zware olie naar gasolie).
Dat heet "manoevreergereed" zijn.


c) Elk vaartuig dient bij de naleving van de Voorschriften van afdeling I van dit Deel goed
rekening te houden met de heersende omstandigheden en de toestanden van beperkt zicht.

d) Een vaartuig dat alleen met behulp van radar de aanwezigheid van een ander vaartuig ontdekt, dient vast te stellen of zich een situatie ontwikkelt waarin men elkaar te dicht nadert en/of gevaar voor aanvaring bestaat. Kortom: plotten en in de gaten blijven houden.

Is dit het geval, dan dient het bijtijds maatregelen ter vermijding daarvan te nemen, met dien verstande dat wanneer zulke maatregelen bestaan uit een koersverandering, voor zover mogelijk dient te worden vermeden:
i) een koersverandering naar bakboord voor een vaartuig voorlijker dan dwars, dat niet
is een vaartuig dat wordt opgelopen;
Zeker in de mist is naar BB uitwijken (en dat ook nog eens aan de late kant) iets wat je niet moet doen.
Het duurt even voor dit op een radar duidelijk waarneembaar is.
Dit zorgt voor verwarring op het andere schip.


ii) een koersverandering in de richting van een vaartuig dwars of achterlijker dan dwars.
e) Behalve wanneer is vastgesteld dat er geen gevaar voor aanvaring bestaat, dient elk vaartuig dat schijnbaar voorlijker dan dwars het mistsein van een ander vaartuig hoort of dat een te dicht naderen van een ander vaartuig voorlijker dan dwars niet kan vermijden, zijn vaart te verminderen tot het minimum waarbij het op koers kan worden gehouden.
"Stuurvaart".
Indien nodig dient de vaart geheel uit het vaartuig te worden gehaald en in elk geval uiterst voorzichtig te worden gemanoeuvreerd totdat het gevaar voor aanvaring is geweken.