VS 35 Geluidsseinen bij beperkt zicht

Tegenwoordig is dit VS niet meer zo van toepassing op moderne schepen.
Het voorschrift is uiteraard nog wel van toepassing, maar wordt niet veel meer gebruikt.
Met de navigatiemiddelen van tegenwoordig zien we schepen eerder dan dat we ze kunnen horen.
Ook liggen er altijd wel mensen van wacht af te kooi.
En die zullen al dat getoeter en gebel waarschijnlijk niet erg waarderen.
Als derde reden zullen we zien dat de geminimaliseerde bemanningen van tegenwoordig het uitvoeren van sommige punten van dit voorschrift eenvoudig onmogelijk maken.

Maar we kunnen in streken terecht komen waar schepen varen zonder al die moderne techniek.
Een visserman uit Malesië heeft waarschijnlijk niet eens een radar aan boord.
Dan is het wel fijn voor zo'n man dat hij je aan hoort...

Voorschrift 35: Geluidsseinen bij beperkt zicht


In of nabij een gebied met beperkt zich dienen, zowel overdag als des nachts, de in dit
Voorschrift voorgeschreven seinen als volgt te worden gebruikt:



a) Een werktuiglijk voortbewogen vaartuig dat vaart door het water loopt moet, met
tussenpozen van niet meer dan twee minuten, één lange stoot geven.



b) Een werktuiglijk voortbewogen vaartuig dat varende is moet, wanneer het gestopt ligt en geen vaart door het water loopt, met tussenpozen van niet meer dan twee minuten twee opeenvolgende lange stoten geven, gescheiden door een tussenpoos van ongeveer twee seconden.

 


c) Een onmanoeuvreerbaar vaartuig, een beperkt manoeuvreerbaar vaartuig, een vaartuig door zijn diepgang beperkt in zijn manoeuvreerbaarheid, een zeilvaartuig, een vaartuig bezig met de uitoefening van de visserij en een vaartuig dat een ander vaartuig sleept of duwt, moet, in plaats van de seinen voorgeschreven onder a) en b) van dit Voorschrift, met tussenpozen van niet meer dan twee minuten, drie opeenvolgende stoten geven, namelijk een lange stoot gevolgd door twee korte stoten.


d) Een vaartuig bezig met de uitoefening van de visserij, dat ten anker ligt en een beperkt
manoeuvreerbaar vaartuig dat ten anker liggend werkzaamheden uitvoert, dient, in plaats
van de seinen voorgeschreven onder g) van dit Voorschrift, het sein te geven, voorgeschreven onder c) van dit Voorschrift.

Dus niet het gewone sein voor een ankerligger, maar die voor als je aan het werk bent.

 


e) Een vaartuig dat gesleept wordt of, indien meer dan één vaartuig wordt gesleept het laatste vaartuig van de sleep, moet, indien bemand, met tussenpozen van niet meer dan twee minuten vier achtereenvolgende stoten geven, namelijk een lange stoot gevolgd door drie korte stoten. Indien uitvoerbaar dient dit sein te worden gegeven onmiddellijk na het door het slepende schip gegeven sein.
(Fijne klus voor de man op het gesleepte object...)


f) Wanneer een duwend vaartuig en een vaartuig dat wordt geduwd vast verbonden zijn in een samengestelde eenheid dienen zij te worden beschouwd als één werktuiglijk voortbewogen vaartuig en dienen zij de seinen te geven, voorgeschreven onder a) of b) van dit Voorschrift.

 


g) Een ten anker liggend vaartuig moet, met tussenpozen van niet meer dan één minuut,
gedurende ongeveer vijf seconden de klok snel luiden. Op een vaartuig met een lengte van 100 meter of meer moet de klok worden geluid op het voorschip en onmiddellijk na het luiden van de klok moet de gong gedurende ongeveer vijf seconden snel worden geluid op het achterschip.

Een ten anker liggend vaartuig mag tevens drie opeenvolgende stoten geven,
namelijk een korte, een lange en een korte stoot, om een naderend vaartuig in te lichten over zijn positie en te waarschuwen voor de mogelijkheid van aanvaring.

In de praktijk kon dit wel eens het meest genegeerde voorschrift van het BVA zijn.
Als je geen automatische bel- en gongseingever hebt, heb je dus per ankerwacht 3 man nodig: 1 op de brug, 1 op het voorschip en 1 op het achterschip.
Dus heb je op een etmaal minimaal (bij wachten van 6 op 6 af, minimaal 12 man nodig.
Dat is  ook op grote schepen, al gauw de gehele bemanning. Inclusief de technische bemanning.

Het kort-lang-kort sein op de scheepshoorn is de morseletter R.
De R van ROT NOU OP.
Dit sein wordt ook in andere gevallen gegeven, bijvoorbeeld door surveyschepen die apparatuur achter zich aan slepen.

 

 


h) Een vaartuig dat aan de grond zit, moet het sein met de klok en indien vereist het sein met de gong geven, voorgeschreven onder g) van dit Voorschrift en dient bovendien drie van elkaar gescheiden duidelijke slagen op de klok te geven onmiddellijk vóór en onmiddellijk na het snelle luiden van de klok. Een vaartuig dat aan de grond zit mag tevens een passend fluitsein geven.


i) Een vaartuig met een lengte van minder dan 12 meter is niet verplicht de bovengenoemde seinen te geven, doch indien het deze niet geeft, dient het een ander doelmatig geluidssein te geven met tussenpozen van niet meer dan twee minuten.

 

 


j) Een loodsvaartuig bezig met de uitoefening van de loodsdienst mag, behalve de seinen, voorgeschreven onder a), b) of g) van dit Voorschrift, tevens een herkenningssein geven, bestaande uit vier korte stoten.