Voorschrift 13: Oplopen
a) Onafhankelijk van hetgeen in de Voorschriften van deel B, afdeling I en II is voorgeschreven,
dient elk vaartuig, dat een ander vaartuig oploopt, uit te wijken voor het vaartuig dat
opgelopen wordt.
b) Een vaartuig wordt geacht op te lopen wanneer het een ander vaartuig nadert uit een richting van meer dan 22,5 graden achterlijker dan dwars, dat wil zeggen in een zodanige positie met betrekking tot het vaartuig dat opgelopen wordt, dat het des nachts alleen het heklicht van dat vaartuig doch geen van zijn zijlichten zou kunnen zien;
c) Wanneer een vaartuig in twijfel verkeert of het een ander vaartuig oploopt, dient het aan te nemen dat zulks het geval is en dienovereenkomstig te handelen;
Bij twijfel ben je het.
d) Elke volgende verandering van de peiling tussen de twee vaartuigen kan het oplopende vaartuig niet maken tot een koerskruisend vaartuig in de zin van deze Voorschriften of het ontslaan van de plicht om vrij te blijven van het opgelopen vaartuig tot dat het geheel is gepasseerd en goed vrij is.
Je blijft dus oploper en moet je aan de oploper-regels houden tot je helemaal er voorbij bent en goed vrij bent.
Wanneer je goed vrij bent zegt de wet niet. Dat moet jij als stuurman kunnen bepalen.
Als je opgelopen wórdt moet je zelf je koers en vaart houden.
Je mag niet iets veranderen.