VS 22 eisen reikwijdte verlichting

In dit voorschrift gaat het over de reikwijdte van de lichten.
Dus hoe ver ze schijnen

Voorschrift 22: Zichtbaarheid van lichten
De in deze Voorschriften voorgeschreven lichten dienen een lichtsterkte te hebben zoals
aangegeven onder punt 8 van Bijlage I van deze Bepalingen, zodat zij op de volgende minimum afstanden zichtbaar zijn:
a) voor vaartuigen met een lengte van 50 meter en meer:
- een toplicht: 6 zeemijlen;
- een zijlicht: 3 zeemijlen;
- een heklicht: 3 zeemijlen;
- een sleeplicht: 3 zeemijlen;
- een wit, rood, groen of geel rondom zichtbaar licht: 3 zeemijlen;
Op de schepen waar wij mee te maken hebben zullen we dus te maken hebben met lichten van 6 en 3 mijl reikwijdte.
Dit geldt overigens bij een meteorologisch zicht van 10 NM.
De witte lichten hebben dus de grootste reikwijdte.

Dat is om meerdere redenen.
-Ze zitten in de masten en dus hoger en dus eerder te zien.
-Wit licht komt nu eenmaal verder dan gekleurd licht.
-Toplichten hebben een iets andere lens dan gekleurde lichten.

Je hebt dus geen sterkere lamp nodig om aan de eis van 6 mijl te voldoen.



b) voor vaartuigen met een lengte van 12 meter en meer, doch minder dan 50 meter:
- een toplicht: 5 zeemijlen; wanneer evenwel de lengte van het vaartuig minder is dan
20 meter: 3 zeemijlen
- een zijlicht: 2 zeemijlen;
- een heklicht: 2 zeemijlen;
- een sleeplicht: 2 zeemijlen;
- een wit, rood, groen of geel rondom zichtbaar licht: 2 zeemijlen;

c) voor vaartuigen met een lengte van minder dan 12 meter:
- een toplicht: 2 zeemijlen;
- een zijlicht: 1 zeemijl;
- een heklicht: 2 zeemijlen;
- een sleeplicht: 2 zeemijlen;
- een wit, rood, groen of geel rondom zichtbaar licht: 2 zeemijlen;
d) voor niet of weinig opvallende, zich gedeeltelijk onder water bevindende vaartuigen of
voorwerpen die worden gesleept:
- een wit rondom zichtbaar licht: 3 zeemijlen.