Oogsten = Als groenten, fruit en vruchten klaar zijn met groeien, dus goed zijn, wordt het geoogst.
Kwaliteit = Hoe goed iets is. hoe hoger de kwaliteit hoe beter.
Fermenteren = Zorgt ervoor dat eten langer goed blijft.
Grondstoffen = Een soort van ingrediënten waar de chocolade van gemaakt wordt.
Kern = Het midden van de cacaoboon
Bacteriën = Bacteriën zijn hele kleine beestjes waar je ziek van kunt worden.