Hieronder een begrippenlijst met de belangrijkste begrippen in dit katern.
Aardbeving: een trilling in de aardkorst
Aardverschuivingen: een massabeweging waarbij sediment onder invloed van de zwaartekracht naar beneden schuift, rolt of valt.
Caldera: een grote komvormige krater ontstaan door een zeer explosieve uitbarsting
Caribische plaat: een stuk aardkorst in het Caribisch gebied
Convergente plaatgrens: twee aardplaten bewegen naar elkaar toe
Divergente plaatgrens: twee aardplaten bewegen uit elkaar
Effusief (vulkanisme): zeer rustig vulkanisme
Eilandenboog: een rij vulkanische of sedimentaire eilanden op de oceaanbodem, afhankelijk van de ontstaanswijze
Endogeen: krachten van binnenuit op de aardkorst inwerken
Exogeen: krachten van buitenaf die de aardkorst veranderen
Explosief (vulkanisme): krachtig, gevaarlijk vulkanisme
Horst: een deel van de aardkorst dat langs een breuk omhoog wordt geduwd
Hazard management: het beleid om (ernstige) schade bij natuurrampen te voorkomen
Hotspot: een plek op aarde (niet bij een plaatgrens) waarbij een mantelpluim door de (dunne) aardkorst heen komt en voor vulkanisme zorgt.
Lahar: as en lava vermengd met water leidt tot een soort modderstroom
Lithosfeer: de aardkorst en het bovenste gedeelte van de mantel
Moment-magnitude schaal: een schaal die wordt gebruikt om de kracht van aardbevingen te meten, wordt vooral gebruikt bij zware aardbevingen
Platentektoniek: een geologisch verschijnsel waarbij aardplaten ten opzichte van elkaar kunnen bewegen
Pyroclastische stroom: een grote wolk van lava, as, rotsen en gas. De wolk stijgt vaak uit boven de vulkaan, maar kan ook instorten en langs de helling van de vulkaan naar beneden stromen
Risicoanalyse (rampen: frequentie en intensiteit): een onderzoek naar het risico bij natuurrampen of het gevaar voor schade en/of slachtoffers
Risicoperceptie (afhankelijk van individuele kenmerken): de inschatting van inwoners over hoe vaak een natuurlijke ramp kan gebeuren of hoeveel slachtoffers een ramp kan veroorzaken
Sedimentaire boog: een boog die zich parallel aan de vulkanische boog bevindt en die opgebouwd is uit vulkanische sedimenten
Seismische activiteit: het plotselinge bewegen / trillen van de aardkorst, ook wel aardbeving genoemd
Slab pull: het proces waarbij de wegzakkende oceaanbodem door zijn gewicht de rest van de aardplaat de mantel intrekt.
Slenk: een deel van de aardkorst dat langs een breuk naar beneden is gezakt
Stratovulkaan: een vulkaan die afwisselend uit lagen as en lava is opgebouwd en hierdoor een kegelvorm krijgt
Subductie: het proces waarbij een plaat onder de andere plaat duikt
Transform: twee aardplaten schuiven langs elkaar
Trog: een diepe en smalle kloof op de zeebodem als gevolg van subductie
Tsunami: een hoge golf als gevolg van een aardbeving op de oceaanbodem
Vulkaan: ophoping van gestolde lava rond de plek waar gloeiend magma omhoog komt uit de diepe ondergrond
Vulkanische boog: een boog met verschillende (vulkanische) eilanden, gevormd door platentektoniek