Erfelijke eigenschappen
Elke levende organismen bezit erfelijke eigenschappen. Er zijn eigenschappen die goed zichtbaar zijn, zoals de kleur van je ogen of haar. Er zijn ook eigenschappen die minder goed zichtbaar, ook wel inwendige eigenschappen genoemd.
Eigenschappen hebben vaak een betrekking op een functie van een orgaan of lichaamsdeel. Bijvoorbeeld of je wel of niet kleurenblind bent. Veel van deze eigenschappen liggen vast in jouw DNA sinds je geboorte. Dit worden erfelijke eigenschappen genoemd.
Het verschil tussen meiose en mitose?
Meiose wordt ook reductiedeling genoemd. Deze celdeling vindt plaats in de geslachtscellen, deze bevatten 23 chromosomen. Van iedere chromosomenpaar bevindt zich er één in de geslachtscellen. In de eicellen van een vrouw zitten XX-chromosomen en in de zaadcellen van een man zitten XY-chromosomen.
Meiose bestaat uit twee stappen.
1e reductiedeling
> Bij de eerste reductiedeling worden de chromosomen van elkaar gescheiden.
> Er zijn nu geen chromosoomparen meer; ieder chromosoom is alleen.
2e reductiedeling
> Bij de tweede reductiedeling worden de chromosomen van elkaar gescheiden door
trekdraden.
> Elke cel heeft nu één chromosoom.
Mitose wordt ook de gewone celdeling genoemd. De lichaamscellen delen zich voortdurend waardoor nieuwe cellen ontstaan. Je kunt hierdoor groeien en eventuele schade kan worden hersteld.
Mitose is het proces waarbij de chromosomenparen in paren uit elkaar gaan. Een kern kan niet zomaar in tweeën worden gedeeld. Lichaamscellen met 46 chromosomen bevatten ook na het delen 46 chromosomen. De cellen die ontstaan hebben dus hetzelfde aantal chromosomen als de cellen waaruit ze zijn ontstaan. De chromosomen worden eerst verdubbeld en daarna over beide cellen verdeeld.
*Het verschil tussen mitose en meiose uitgelegd in plaatje*