Leerlingen gaan bij deze deelvaardigheid vaak de fout in door niet goed te kijken. Ze denken vaak dat ze met een enkelvoudige zin te maken hebben en dat zorgt ervoor dat ze de werkwoorden niet op de juiste manier benoemen. Een zin kan dan nog een zelfstandig werkwoord of koppelwerkwoord bevatten, maar de leerlingen benoemen die dan als hulpwerkwoord. Dit is ook een fout die ik regelmatig terug heb zien komen op toetsen.
Daarnaast gaan ze vaak de fout in door te denken dat een naamwoordelijk gezegde en een werkwoordelijk gezegde niet beide in een samengestelde zin kunnen voorkomen. Hierdoor benoemen ze de werkwoorden ook verkeerd.