Op basis van de resultaten van de formatieve toets ga ik differentiëren op tempo (Berben, 2018). De leerlingen die 5 of meer zinnen volledig goed hebben, mogen zelfstandig werken aan de opdrachten uit het oefenboek van KERN. Zij hebben laten blijken dat ze de stof goed genoeg beheersen om zelfstandig aan de slag te kunnen gaan.
De leerlingen die minder dan vijf zinnen goed hebben doen mee met de klassikale oefeningen. We maken de eerste opdracht gezamelijk. Als ik merk dat leerlingen het onder de knie krijgen, dan mogen zij zelfstandig verder. Ik blijf doorgaan met gezamelijk oefenen met de leerlingen die stof nog steeds niet beheersen.