Leerdoelen 2.7, 2.8 en 2.9

 

Leerdoelen 2.7: deze paragraaf leer je...

-  Hoe je het werkwoordelijk gezegde vindt.

- Hoe je het onderwerp van de zin vindt.

- Hoe je het lijdend voorwerp om de zin vindt.

 

Leerdoelen 2.8: deze paragraaf leer je...

- De woordsoort bijvoeglijk naamwoord herkennen en toepassen in de zinnen.

- De woordsoort voorzetsels herkennen en toepassen in de zinnen.

- Het verschil benoemen tussen een bijvoeglijk naamwoord en een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.

 

Leerdoelen 2.9: deze paragraaf leer je...

- Hoe je de persoonsvorm van een sterk werkwoord in de verleden tijd spelt.

- Hoe je het emervoud van zelfstandig naamwoorden spelt.

- Twintig dicteewoorden correct spellen.