Deelvaardigheid 2: het verschil tussen de present perfect simple en past simple
De tweede deelvaardigheid legt het verschil uit tussen de present perfect simple en de past simple zodat leerlingen deze kunnen onderscheiden. Dit is belangrijk omdat deze twee vormen op elkaar lijken en dus dus weleens doorelkaar worden gebruikt.
Doelen voor deze deelvaardigheid:
Aan het eind van deze deelvaardigheid kan de leerling de past simple herkennen aan een vaste tijdsaanduiding (naar het verleden)
Aan het eind van deze deelvaardigheid kan de leerling uitleggen dat de present perfect simple gebruikt wordt voor dingen die in het verleden zijn begonnen die in het heden nog doorgaan.