De eerste deelvaardigheid gaat om het herkennen van de present perfect wanneer je deze bijvoorbeeld in een tekst ziet. Belangrijk omdat het gebruik van deze tijd impliceert dat iets in het verleden is gebeurd en nog steeds doorgaat of belangrijk is voor het heden. Als je deze tijd bijvoorbeeld verkeerd zou begrijpen dan zou je er verkeerd van uit kunnen gaan dat bijvoorbeeld iemand ergens niet meer woont, terwijl dit wel het geval is.
De doelen voor deze deelvaardigheid zijn als volgt:
Aan het eind van deze deelvaardigheid kan de leerling herkennen welke vorm van to have altijd aanwezig is bij de present perfect simple.
Aan het eind van deze deelvaardigheid kan de leerling herkennen in welke tijd het werkwoord staat van de present perfect simple.
Aan het eind van deze deelvaardigheid kan de leerling aan de hand van signaalwoorden herkennen of een zin in de present perfect simple staat.
De present perfect is te herkennen aan een aantal feiten:
Er is altijd een vorm van "to have" (has/have). Omdat we het hebben over de present perfect simple, is deze altijd in de tegenwoordige tijd.
Het werkwoord staat echter juist altijd in de verleden tijd.
De signaalwoorden
Op deze volgorde ga je via deze wikiwijs leren hoe je de present perfect kan herkennen!