Verdeel de rollen en lees het gesprekje hardop voor.
Person A
Person B
When did you visit the farm?
What animal did you see?
What was the farmer doing?
And you?
I visited the farm last Sunday.
I saw a horse.
He was feeding the horses.
I promised to come back soon.
Maak 4 nieuwe gesprekjes door de gekleurde woorden te vervangen door een woord in dezelfde kleur uit de tabel.
(Bijvoorbeeld: het paarse woord uit zin 1 vervang je door een paars woord uit kolom 1.)