Introduction

Het onderwerp van dit blokuur is huisdieren (pets).

• Maak groepjes van drie of vier.

Bespreek de volgende vragen in jouw groepje:

• Maak een lijst van Engelse woorden die met huisdieren te maken hebben en zet ze in een mindmap. Lees hieronder hoe je een mindmap maakt.
• Gebruik in je mindmap deze categorieën: soorten huisdieren - verzorging - voordelen - nadelen (types of pet - care - pros - cons). Bedenk per categorie minstens vier woorden. Je mag een woordenboek gebruiken.
• Zou jij een huisdier willen hebben? Leg je antwoord uit. Gebruik minstens tien Engelse woorden uit je mindmap.

Step		activiteit activity	leerdoel aim	tijd time
		introduction	Nadenken over wat je al weet.	10
Step 1		listening Matt’s dog	Je kunt een gesprekje over huisdieren verstaan en er vragen over beantwoorden.	15
Step 2		reading Fun pet facts	Je kunt een tekst begrijpen met leuke feitjes over huisdieren en er vragen over beantwoorden.	15
Step 3		vocabulary	Je kunt woorden en zinnen over huisdieren gebruiken.	15
Step 4		grammar Vragen stellen -  simple present	Je kunt vragen stellen in de simple present.	15
Step 5		speaking Talk about your pet	Je kunt een gesprek voeren over je huisdier.	10
Step 6		writing Finish the email	Je kunt een e-mail schrijven over je huisdier.	15
Step 7		evaluation	Nadenken over wat je hebt geleerd.	05