Project A: A conversation about hobbies

A conversation about hobbies
Work with a classmate.
Werk samen met een klasgenoot.
Situation
Situatie
|
Je hebt op vakantie iemand leren kennen die benieuwd is naar je hobby’s. En jij bent ook benieuwd naar de hobby’s van de ander.
|
Have your conversation.
Voer je gesprek.
- Werk samen met een klasgenoot.
- Praat over:
- je grootste hobby;
- hoe vaak je het doet;
- wat je er zo leuk aan vindt;
- wanneer je ermee bent begonnen;
- waarom je ermee bent begonnen;
- waarom je vindt dat meer mensen het zouden moeten doen.
- Bedenk zelf ook twee vragen die je de ander kunt stellen.
Tip: Ask two classmates to comment on your conversation.
Tip: Vraag twee klasgenoten om commentaar te geven op jullie gesprek.
Assessment
Beoordeling van de taak
You have done well if you:
Je hebt het goed gedaan als je:
- de juiste woorden hebt gebruikt;
- goede vragen kon stellen
- alles hebt besproken wat in de opdracht stond;
- zelf twee vragen hebt gesteld en beantwoord;
- duidelijk hebt gesproken;
- goed te begrijpen was voor je klasgenoten;
- je fouten hebt verbeterd met de hulp van een andere leerling.