Vul de rubric hieronder nog een keer in nu je de quest gemaakt hebt en beantwoord daarna de vragen onder de rubric.
Welk niveau heb jij nu behaald?
|
Beginner |
Basis |
Kenner |
Je kan de vier levenskenmerken benoemen
|
Je weet nog niet wat de levenskenmerken zijn |
Je weet welke levenskenmerken er zijn |
Je weet welke levenskenmerken er zijn EN je kan voorbeelden geven voor elk kenmerk |
Je kan uitleggen dat organismen uit cellen bestaan
|
Je vraagt je nog af wat cellen zijn? |
Je hebt een idee bij cellen, maar je kan nog niet uitleggen wat het zijn |
Je weet wat cellen zijn en je kan beschrijven dat het de bouwstenen zijn voor organismen |
Je weet wat organellen zijn en kan vijf voorbeelden noemen |
Je hebt nog nooit van organellen gehoord |
Je weet waar organellen zitten |
Je weet wat organellen zijn en kan vijf voorbeelden geven |
Je weet dat DNA zich in de celkern bevind en kan beschrijven hoe DNA de cel beïnvloed |
Je kent het woord DNA |
Je weet dat DNA erfelijk materiaal is |
Je weet dat DNA erfelijk materiaal is en hoe dat een cel beïnvloed |
Beantwoord daarnaast de volgende vragen:
1. Welke twee dingen uit deze quest hebben je verbaasd?
2. Als je één ding moet vertellen over wat je geleerd hebt bij deze quest, wat zou dat dan zijn?
3. Welk stukje informatie in deze quest is nog steeds niet helemaal duidelijk geworden?
4. Hoe moeilijk vond je deze quest (op een schaal van 1-5)? En waarom geef je deze score?