Verwerking


Opdracht 2.2 (verwerking)

Je hebt nu in je hoofd welke organellen een cel kan hebben. Je gaat nu een tekening of poster maken van een cel. Doe dat met de volgende stappen:

  1. Kies of je een tekening gaat maken of dat je een poster gaat maken.
  2. Kies of je een dierlijke cel of een plantaardige cel gaat maken. Noteer dit duidelijk boven je tekening of op je poster.
  3. Bedenk welke organellen bij jou cel horen en zoek op hoe ze eruit zien

Teken al je organellen in je tekening of poster. Zorg dat ze in verhouding zijn en dat ze eruit zien zoals je hebt opgezocht bij stap 3