In afbeelding 1 zie je een schematische weergave van DNA. Schematisch betekent dat de tekening eenvoudiger en duidelijk is getekend dan dat DNA er in het echt uitziet. Het DNA lijkt een beetje op een trap. In het geel zie je de trapleuning en alle gekleurde deeltje zijn dan de treden.
Maar wat is het nou eigenlijk? We zien de fosfaat ruggengraat (geel, “phosphate backbone”) dit zorgt ervoor dat DNA zijn structuur behoudt. We zien ook de treden, deze hebben vier verschillende namen: Adenine, Thymine, Cytosine en Guanine. Deze vier stofjes noemen we de nucleotiden, deze bevatten de informatie die in je DNA zit.
Nu gaan we ontrafelen hoe vier stofjes alle informatie voor het leven kunnen bevatten.
Opdracht 3.2
Bestudeer afbeelding 1 goed. De nucleotiden zitten in paren (per twee). Zijn deze paren altijd hetzelfde of verschillen ze? Als ze hetzelfde zijn, welke paren zie je dan?
Elke cel heeft speciaal gereedschap om DNA af te lezen. We gaan niet teveel in op de details van dat gereedschap. Wat wel belangrijk is om dat te weten dat DNA altijd wordt afgelezen van voor naar achter, dat betekend dat het gereedschap de volgorde leest van de nucleotiden. Daarom is de volgorde van het DNA erg belangrijk.
Opdracht 3.3
Zoek op internet op hoe je het noemt als je DNA verandert. Welke term hoort hierbij?