Leerdoelen
De student:
- Kan de normstelling voor machinekosten duiden;
- Weet hoe de norm voor machinekosten wordt weergegeven;
- Kan m.b.v. de norm de kosten voor een activiteit berekenen;
- Kan aangeven en globaal berekenen wat goedkoper is, kopen of uitbesteden?;
- Kent het verschil tussen kosten en investeringen;
- Kent het begrip afschrijving en kan deze berekenen voor een machine;
- Kan het uurtarief voor een eigen machine berekenen;